Verhaalsommen winter

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Het lesdoel




Ik leer verhaalsommen uitrekenen
Met een stappenplan

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

uitleg
Wat is belangrijk in de som?

Slide 5 - Tekstslide

De kinderen moeten de plaatjes eerlijk verdelen.
Hoeveel krijgt ieder?
In ieder boek zitten 34 plaatjes.
Hoeveel plaatjes zitten er totaal in 3 boeken
In groep 6 zitten 70 kinderen. In groep 7 84.
Hoeveel kinderen zijn dat in totaal?

Slide 6 - Sleepvraag

Je gaat straks zelf rekensommen oplossen.
 
Let op:
Samenwerken
Stappenplan
De som

Slide 7 - Tekstslide

4 kinderen schatten de uitkomst van de som: 498 x 4147=
Welke som kan ik hierbij maken?

Slide 8 - Open vraag

Welke digitale klok hoort
bij deze klok?
A
02:10
B
23:10
C
22:10
D
10:50

Slide 9 - Quizvraag

Schoolreisje per kind: 2.99
Er gaan 304 kinderen mee.
Hoeveel moet de juf ongeveer betalen

Slide 10 - Open vraag

Een bordspel kost normaal 34,50. Vandaag kost een spel de helft. Rens koopt 5 spellen. Hoeveel moet hij ongeveer betalen?

Slide 11 - Open vraag

Welk antwoord is waar?
A
2 dm = 2000 mm
B
2 dm = 50 mm
C
2 dm = 20 cm
D
2 dm = 200 cm

Slide 12 - Quizvraag

Aan de hardloop wedstrijd doen 1495 mensen mee.
719 mensen lopen 10 km. De rest loopt 5 km. Hoeveel mensen lopen ongeveer 5 km?

Slide 13 - Open vraag

30 snoepjes kosten ongeveer 3,40.
Hoeveel kost 1 snoepje ongeveer.

Slide 14 - Open vraag

Een touw is 0,40 cent per meter.
Kasper koopt 3 meter en 50 centimeter.
Hoeveel moet hij betalen?

Slide 15 - Open vraag

Bij een fiets wedstrijd is 1 rondje 4 km. Katja wil 12 km fietsen. Hoeveel rondjes moet zij rijden?

Slide 16 - Open vraag

Om 6 koekjes te bakken heb je 2 eieren nodig. Hoeveel eieren heb je nodig voor 36 koekjes?

Slide 17 - Open vraag

298+98+198 =

Slide 18 - Open vraag