Tekstverband argumentatie
1 / 21
Lesduur is: 90 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
DUS
A
opsomming
B
argument
C
tijd
D
tegenstelling
Slide 5 - Quizvraag
MAAR
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)
D
tijd
Slide 6 - Quizvraag
TOCH
A
opsomming
B
argument
C
tegenstelling
D
voorbeeld
Slide 7 - Quizvraag
Zoals
A
opsomming
B
reden
C
tegenstelling
D
voorbeeld
Slide 8 - Quizvraag
MAAR
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)
D
argument
Slide 9 - Quizvraag
OOK
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)
Slide 10 - Quizvraag
DAAROM
A
opsomming
B
argument
C
tijd
D
voorbeeld
Slide 11 - Quizvraag
TOEN
A
vergelijking
B
toelichting/voorbeeld
C
opsomming
D
tijd
Slide 12 - Quizvraag
DAARNA
A
opsomming
B
voorbeeld
C
tijd
D
oorzaak/gevolg
Slide 13 - Quizvraag
WEGENS
A
oorzaak/gevolg
B
opsomming
C
tijd
D
voorbeeld
Slide 14 - Quizvraag
ONDER ANDERE
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)
Slide 15 - Quizvraag
'zo' is een signaalwoord voor:
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
opsomming
Slide 16 - Quizvraag
Kies de twee goede antwoorden.
Tekstverbanden...
Tekstverbanden...
A
...geven alinea's aan
B
...geven het doel van een tekst aan
C
...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben
D
...helpen je een tekst beter te begrijpen
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveel tekstverbanden zijn er?
A
8
B
9
C
12
D
13
Slide 18 - Quizvraag
Hoe geeft de schrijver tekstverbanden aan?
A
Functiewoorden
B
Doewoorden
C
Signaalwoorden
D
Niet
