1 Kennismaken met een winkel wk1.p1

• Beroepsoriëntatie
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Week 1, periode 1

Kennismaken met een winkel

1. Aan het eind van de les weet ik wat je in een winkel kunt kopen.

2. Het is belangrijk dat ik dit kan omdat ik misschien later zelf in 

een winkel kan werken.

• Aan het eind van de les weet ik wat je in een winkel kunt kopen.

• Het is belangrijk dat ik dit kan omdat ik misschien later zelf in een winkel kan werken.

Instructie:
Kennismaken met een winkel

Klassikaal werken:
Meerkeuzevragen
Gebruik je ipad

Waar denk jij aan bij
een supermarkt?

Wat kun je kopen
in een supermarkt?

1. Groenten
2. Brood
3. Melk
4. Huisdieren

Wat moet een
cassière controleren?

1. Bonnen en betalingen
2. Voorraadniveaus
3. Personeelsroosters
4. Klantenservice

Waar vind je meestal
groente in de supermarkt?

1. In de versafdeling
2. Bij de snacks
3. In de diepvries
4. Bij de groentenafdeling

Waarom zijn producten
in de aanbieding?

1. Om klanten aan te trekken
2. Omdat ze niet populair zijn
3. Om voorraad te verminderen
4. Omdat de winkel failliet gaat

Hoe lang duurt een
aanbieding meestal?

1. Enkele dagen
2. Nooit langer dan een maand
3. Tot de voorraad op is
4. Altijd een jaar

Waar kun je fruit vinden?

1. Bij de dranken
2. In de versafdeling
3. Bij de fruitafdeling
4. Bij de broodafdeling

Welke drank koop je
vaak in de supermarkt?

1. Koffie
2. Auto-olie
3. Sinaasappelsap

Wat vind je in
de zuivelafdeling?

1. Kaas
2. Wasmiddel
3. Yoghurt

Supermarkt

Werkt iemand in de klas al?

Ja

Nee

Wat zou je graag tijdens
dit lesuur willen leren?

Volgende les

Hoofdstuk 1: Artikelpresentatie aanvullen

Einde van de les

Laat het lokaal netjes achter! 😉