Periode 12 Week 3 Spelling 3F Hoofdletters en Leestekens

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

Grammatica en Spelling

NU Nederlands 3F

G&S 5.1 Hoofdletters

G&S 5.2 Leestekens

Aanwezigheid:

• begin van de les
  
• einde van de les
  
• camera's aan
  
• camera kapot/uit --> afwezig (tenzij je LBC-er ons heeft gemaild)!

Afspraken

• De les duurt van ... tot ...
• Je hebt nodig
• Je microfoon staat standaard uit
• Je camera staat aan
• Je stelt vragen via de chat

Presentie

Intro

Vorige les

4.3 Aan elkaar of los?

4.4 Einde op -e of -en?

Lesdoelen

• Je gebruikt hoofdletters correct.
• Je gebruikt leestekens correct.

Uitleg: Hoofdletters

Deze woorden schrijf je met een hoofdletter:

• 1 het eerste woord van een zin. Sinds ik elke dag een testje doe op www.beterspellen.nl maak ik veel minder spelfouten.

Uitzonderingen: ’s Middags moet de receptie altijd door twee personen bemand zijn. (hoofdletter na ’s)35 euro vind ik te veel voor dit shirt. (geen hoofdletter na cijfer of symbool)

• 2 namen: Epke Zonderland, Pasen, Samsung, de Tweede Wereldoorlog, Haarlem, Pools, H&M
  

Schrijf een kleine letter als je een merknaam als soortnaam gebruikt: Heb je mijn inbussleutel gezien? of Je moet de tomtom nog even instellen.

Let op bij namen van personen: Ans van der Meer, maar mevrouw Van der Meer

• 3 afleidingen van aardrijkskundige namen en van talen: Limburgse vlaai, Engelse boeken, Noord-Hollandse kaas

Je schrijft géén hoofdletter bij:

• samenstellingen met feestdagen: paasei (maar: Pasen), kerstvakantie (maar: Kerstmis)
• windstreken: in het zuidwesten
• namen van seizoenen, maanden en dagen: zomer, augustus, vrijdag
• functiebenamingen en titels: minister-president, mr. Frank Visser
• formele aanduiding: u, uw
• periodes: de middeleeuwen
• religieuze stromingen en afleidingen daarvan: een katholiek, de islam
• schoolsoorten: mbo (maar wel in eigennaam: MBO Zadkine)

• Gebruik bij twijfel een woordenboek of woordenlijst.

Leestek­ens: punt

• aan het eind van de zin. We bereken­en geen bezor­gkos­ten.
• soms bij afkortin­gen (zoek op in gev­al van twijfel). We sturen het pakket z.s.m. op.
• niet na afkortin­gen van maten en gewicht­en. Maar: Is het be­drag in­clusief btw? 3 m (meter), 10 kg (kilo­gram)

Uitleg: komma

• in op­so­m­min­gen. Voor deze saus heb je uien, kno­flook, to­maten en olij­folie nodig.
• tussen twee per­soons­vor­men. Als we je roep­en, mag je binnen­ko­men.
• voor en/of na een aans­prek­ing of een tussen­werpsel. Joey, help je die mev­rouw even? Nou, ik weet het niet, Jacco.
• tussen hoofd- en bijz­in. De hard­loop­wed­strijd gaat niet door, om­d­at er nood­weer voor­speld is.

Uitleg: vraagteken en uitroepteken

Vraagtek­en: 

• na een vraag. Hoe hard mag je hier rijden?

Uitroep­tek­en:

• na een bevel. Hou daar on­mid­del­lijk mee op!
• na een uitroep. Dat is belachelijk!

Uitleg: dubbele punt en puntkomma

Dubbele punt: 

• na een aankondi­ging van een op­so­m­ming. Dit zijn de na­men van de stu­den­ten die zijn in­geloot: El­len, Wouter, Amina, Bruce en Peter.
• om een citaat aan te kondi­gen. De train­er riep: ‘Kom op, vol­houden!’
• voor een uitleg. Zo laad je de accu op: ...

Puntkomma:

• om hoof­dzinnen te ver­bind­en die bij elkaar horen. Het is vijf uur; we stop­pen er­mee.

Uitleg: aanhalingstekens

Aan­hal­ing­stek­ens

• bij een citaat. Li­anne verzocht: ‘Wil iedereen zijn mo­biel uitz­etten?’
• als je een woord iron­isch bedoelt. Echt ‘knap’ dat je een twee hebt.
• als het om het woord of de groep woorden zelf gaat. ‘Fa­ci­liter­en’ betek­ent: iets mo­gelijk maken.

Aan het werk

NU Nederlands 3F 2e editie - Grammatica en Spelling 4

• G&S 4.3: Aan elkaar of los? - zie planner
• G&S 4.4: Einde op –e of –en - zie planner

 Sluit de LessonUp niet af. Laat hem open staan voor het einde van de les.

10 minuten voor het einde van de les sluiten we gezamenlijk af.

Lesdoelen

• Je gebruikt hoofdletters correct.
• Je gebruikt leestekens correct.

Huiswerk - Licentie

NU Nederlands 3F 2e editie - Grammatica en Spelling 4

• G&S 4.3: Aan elkaar of los? - zie planner
• G&S 4.4: Einde op –e of –en - zie planner

Ik snap de lesstof van deze les

JA!

ja

meh

nee

NEE!

Volgende les:

• Hoofdletters
• Leestekens