Periode 12 Week 2 Spelling 3F Aan elkaar of los? en Einde op –e of –en

Nederlands
Leerdoel G



 Aan elkaar of los

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Leerdoel G



 Aan elkaar of los

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je schrijft woorden correct aan elkaar of los

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg
De volgende woorden schrijf je aan elkaar:

  • samenstellingen (ook al wordt het nieuwe woord erg lang): garagehouder, arbeidsovereenkomst, vermogensaanwasdeling, ziektekostenverzekeringspolis.
  • woorden met er-, hier-, daar- en waar- plus een voorzetsel: erop, hierin, daarmee, waarvan.
  • getallen tot en met het woord duizend. De woorden duizend, miljoen en miljard schrijf je dus los: 750 = zevenhonderdvijftig; 3.510 = drieduizend vijfhonderdtien.

Slide 3 - Tekstslide

Je verbindt woorden met een koppelteken als:
  • het woord begint met de voorvoegsels niet-, non-, bijna-, oud-, ex-, aspirant-, adjunct-, substituut-, chef-, kandidaat-, interim-, of meester-, Sint- en St.-: Sint-Nicolaas, oud-burgemeester, niet-rokers, leerling-verpleger, ex-man.
  • een samenstelling bestaat uit twee gelijkwaardige delen: zwart-wit, directeur-eigenaar of meer dan twee woorden, waarbij de eerste twee delen gelijkwaardig zijn: woon-werkverkeer.
  • de uitspraak anders onduidelijk is: mbo-opleiding, rente-inkomsten, micro-organisme.
  • een deel van een samenstelling bestaat uit een naam, letters, cijfers of tekens: het kabinet-Rutte, de VPRO-gids, A4-formaat, een 3-jarige opleiding, het @-teken.
  • het woord een samengestelde aardrijkskundige naam of afleiding is: Centraal-Europa, Noord-Hollandse.
  • ze een vaste combinatie zijn: kant-en-klaarmaaltijden, kat-en-muisspel, nek-aan-nekrace.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Uitleg
Woorden als sommige, vele, enkele, laatste, beide, alle, andere schrijf je met -en als ze op personen slaan én zelfstandig gebruikt zijn:

De meesten wilden skiën.
Deze workshop trekt veel publiek. Sommigen komen zelfs twee keer.

Let op: kun je een woord uit de zin ervoor of uit dezelfde zin achter het woord zetten, gebruik dan alleen -e:
Enkele studenten kozen voor het zeilkamp, maar de meeste (studenten) wilden skiën.
Op deze workshop komen veel mensen af. Sommige (mensen) komen zelfs twee keer.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

motorische activiteiten (zoals schrijven) dragen bij aan een beter geheugen voor de spelling van woorden
het hele woord oefenen is beter dan delen van het woord oefenen.
een oefening waarbij een woord uit het hoofd geproduceerd wordt, is beter dan een oefening waar het te spellen woord nog te zien is
het is belangrijk om tijdens de spellinginstructie directe en adequate feedback te geven
het is effectief om door te oefenen tot een rij met woorden 100% correct is geschreven

Slide 8 - Tekstslide

Aan het werk
NU Nederlands 3F 2e editie - Grammatica en Spelling 4
  • G&S 4.4: Einde op –e of –en - zie planner

 Sluit de LessonUp niet af. Laat hem open staan voor het einde van de les.
10 minuten voor het einde van de les sluiten we gezamenlijk af.

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je schrijft woorden correct aan elkaar of los
  • Je schrijft correct -e of -en aan het eind van woorden.

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk - Licentie
NU Nederlands 3F 2e editie - Grammatica en Spelling 4

  • G&S 4.3: Aan elkaar of los? - zie planner
  • G&S 4.4: Einde op –e of –en - zie planner

Slide 11 - Tekstslide

Ik snap de lesstof van deze les
JA!
ja
meh
nee
NEE!

Slide 12 - Poll

Volgende les:
  • Hoofdletters
  • Leestekens

Slide 13 - Tekstslide