Gedicht maken

• Nederlands
• HBO
• Studiejaar 2

Lesplan

1. Niet lezen!
2. Wat gaan jullie in de vakantie allemaal doen? 
2. Wat heb je nodig om een goed/gedicht te maken (de eisen)
3. Aan de slag!!!!

Klas-afspraken:

1. Tijdens de uitleg is het stil
2. Als je een vraag hebt steek je je hand op
3. Geef het aan als je het niet snapt, ik ben er om te helpen :)
3. Bij de derde waarschuwing is het een time-out

Wat ga je in de vakantie doen?

Leerdoelen:

- Je weet hoe je een kei goed gedicht gaat maken,
en wat daar voor nodig is

Gebruiken dichters vooral letterlijk of figuurlijk taalgebruik?

1. Letterlijk
2. Figuurlijk
3. Beide

Welke vormen van beeldspraak kennen jullie?

Welke vorm van beeldspraak zien we hier?

Benoem het soort beeldspraak, en bedenk een bijpassende uitspraak:

In een wereld van (1) en (2),
Waar de wind vrijuit waait.
Zie je (3) dansen in de (4),
En voel je de vrijheid die zachtjes aait.

Als laatste:

wie weet er nog welk gedachte-trucje je kunt inzetten om je gedicht/rap extra beeldend te maken?

Aan de slag

Als je de opdrachten af hebt, mag je beginnen aan je gedicht

- Bedenk goed wat vrijheid voor jou is
- Probeer je gevoel in je gedicht te verwerken!
- Hou de rubric erbij

Als jullie goed hebben gewerkt (en er tijd is) kijken we aan het einde nog een rapvideo, voor de leuk.