Disharmonisch Profiel

Disharmonisch profiel
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
OmgangskundeMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Disharmonisch profiel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

KENNISVRAAG:
Welk antwoord hoort er niet bij? Bij mensen met een disharmonisch profiel is er sprake van:
A
Een verstoring in de ontwikkeling op cognitief en sociaal-emotioneel gebied.
B
Een disbalans in de ontwikkelingsleeftijd.
C
Een lichamelijke handicap.
D
Een verschil tussen wat zij kunnen en wat zij aan kunnen.

Slide 20 - Quizvraag

KENNISVRAAG:
Een disharmonisch profiel komt vaak voor bij mensen met een verstandelijke beperking. De ontwikkelingsleeftijd is meestal:
A
Hoger op sociaal-emotioneel gebied dan op cognitief gebied.
B
Hoger op cognitief gebied dan op sociaal-emotioneel gebied.

Slide 21 - Quizvraag

KENNISVRAAG:
Wat betekent de verbaal - performaal kloof?
A
Dat iemand niet meer goed kan functioneren op cognitief en sociaal-emotioneel gebied.
B
Dat iemand zich verbaal nog goed kan uiten, maar performaal niet meer goed kan functioneren.
C
Dat iemand performaal nog goed kan functioneren, maar zich verbaal niet meer goed kan uiten.
D
Dat iemand zowel verbaal als performaal niet meer goed kan functioneren.

Slide 22 - Quizvraag

CASUSVRAAG:
Peter is een cliënt met een verstandelijke beperking. Hoewel hij zich verbaal goed kan uitdrukken en duidelijk kan communiceren, kan hij het moeilijk aan wanneer een begeleider veel en met lange zinnen tegen hem praat. Peter begrijpt het niet goed en raakt gefrustreerd. Er is hier sprake van:
A
Overvraging: de ontwikkelingsleeftijd van Peter wordt te hoog ingeschat door de begeleider. Peter kan minder aan dan dat de begeleider denkt.
B
Ondervraging: de ontwikkelingsleeftijd van Peter wordt te laag ingeschat door de begeleider. Peter kan meer dan dat de begeleider denkt.

Slide 23 - Quizvraag

CASUSVRAAG:
Ria is een bewoonster van een woongroep voor ouderenzorg. Ria heeft vijf jaar geleden een TIA gehad. Hierdoor is NAH ontstaan en is zij gedeeltelijk verlamd geraakt, waardoor ze in een rolstoel zit. Haar cognitieve functioneren is ook achteruit gegaan. Ze heeft vooral moeite met zich te concentreren, te plannen en overzicht te bewaren: het denken en doen. Ria kan gelukkig nog wel goed praten en zich verbaal uitdrukken. Bij Ria is er sprake van een:
A
Performaal - verbaal kloof
B
Verbaal - performaal kloof

Slide 24 - Quizvraag

CASUSVRAAG:
Rick heeft op zijn 23e een motorongeluk gehad. Hierdoor is er NAH ontstaan, waardoor hij deels verlamd is geraakt en niet meer zelfstandig kan wonen. Om zijn cognitieve functioneren in kaart te brengen is er een IQ test afgenomen. Hieruit is naar voren gekomen dat Rick last heeft van afasie: hij heeft moeite met lezen, schrijven, spreken, en begrijpen wat iemand zegt. Dit geeft een achteruitgang weer van het:
A
Performaal IQ en het verbaal IQ
B
Performaal IQ
C
Verbaal IQ

Slide 25 - Quizvraag

Dit waren de quizvragen... Nog één laatste vraag: wat vond je van de workshop?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Slide 27 - Tekstslide