Les 2: De geschiedenis van platentektoniek

Startklaar
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Startklaar

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar (3 min)

Docent begroet leerlingen, instrueert alle leerlingen om startklaar te zijn en legt materialen klaar.

Leerlingen zorgen ervoor dat zij alle benodigde spullen op tafel hebben, jas uit, mobiel in tas. (Zorg voor een nette en georganiseerde ruimte.)
LEZEN 10 min
Lezen

Slide 2 - Tekstslide

https://www.nu.nl/klimaat/6303415/al-een-jaar-recordtemperaturen-in-oceanen-tekenen-dat-opwarming-versnelt.html?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
Vorige les
Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Terugblik
C                A                B                C        

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Lesdoel
De leerlingen kennen ten minste de volgende onderdelen van de theorie van continentverschuiving: Pangea, mid-oceanische ruggen en aardmagnetisme

Ze kunnen uitleggen hoe de theorie van Alfred Wegener is ontstaan, beschrijven welke bewijzen zijn theorie ondersteunen, en de rol van onderzeese bergruggen en aardmagnetisme in het bevestigen van deze theorie toelichten.

Slide 5 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen weten wat de aarde bestaat uit lagen.

2. De leerlingen weten dat de aardplaten bewegen.

3. De leerlingen weten wat fossielen en gletsjers zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Continentverschuiving

Geologie 
Zelfde rotsformaties

Paleontologie
Zelfde fossielen

Klimatologie 
Gletsjerafzetting in nu tropische gebieden

Slide 7 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Nederland?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol mid-oceanische rug

Slide 9 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Aarde zonder water

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afrika?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modern bewijs
Bron 1.
Paleomagnetisme
Bron 1.
Satellietdata

Slide 12 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Controle van begrip:
Wat is de definitie van continentverschuiving volgens Alfred Wegener?

Slide 14 - Open vraag

Continentverschuiving is de hypothese dat continenten niet vastliggen, maar langzaam over het aardoppervlak bewegen
Controle van begrip:
Welke bewijzen gebruikte Alfred Wegener
om zijn theorie te ondersteunen?

Slide 15 - Open vraag

Fossiele overeenkomsten op verschillende continenten (bijvoorbeeld dezelfde fossielen gevonden in Zuid-Amerika en Afrika).
Geologische structuren en rotsformaties die overeenkomen aan de kustlijnen van verschillende continenten (bijvoorbeeld bergketens die doorlopen van het ene naar het andere continent).
Paleoklimatologische aanwijzingen zoals sporen van gletsjers in nu tropische gebieden (bijvoorbeeld glaciaal afgezette rotsen in India en Zuid-Amerika).
Controle van begrip:
Leg uit hoe mid-oceanische ruggen een rol
spelen in de theorie van continentverschuiving.

Slide 16 - Open vraag

Mid-oceanische ruggen zijn onderzeese bergketens waar nieuwe oceanische korst wordt gevormd door opwellend magma. Dit proces, bekend als zeebodemspreiding, duwt de oceaanbodem van de rug af, wat bijdraagt aan de beweging van de continenten. Dit mechanisme ondersteunt de theorie van continentverschuiving door te laten zien hoe continenten kunnen bewegen.
Controle van begrip:
Wat is de rol van aardmagnetisme in het bevestigen van de theorie?

Slide 17 - Open vraag

Aardmagnetisme, met name de patronen van magnetische omkeringen op de oceaanbodem, ondersteunt de theorie van continentverschuiving. Magnetische mineralen in gestolde lava registreren de richting van het aardmagnetisch veld op het moment van hun vorming. De symmetrische patronen van deze magnetische banden aan weerszijden van mid-oceanische ruggen tonen aan dat de oceaanbodem zich in beide richtingen spreidt, wat bewijst dat continenten zich verplaatsen.
Zelf aan de slag
De theorie van continentverschuiving werd voor het eerst voorgesteld door __________.

Het supercontinent dat volgens Wegener ooit alle continenten omvatte, wordt __________ genoemd.

Fossiele bewijzen voor continentverschuiving omvatten de ontdekking van __________ fossielen op verschillende continenten.

Slide 18 - Tekstslide

Alfred Wegener
Pangea
dezelfde
Zelf aan de slag
De mid-oceanische ruggen zijn onderzeese __________ waar nieuwe oceanische korst wordt gevormd.

Zeebodemspreiding draagt bij aan de theorie van continentverschuiving door te laten zien hoe de __________ zich verplaatst.

Aardmagnetisme speelt een rol in de theorie van continentverschuiving door de aanwezigheid van __________ banden op de oceaanbodem.

Slide 19 - Tekstslide

bergketens
continenten
magnetische
Zelf aan de slag
De symmetrische patronen van magnetische omkeringen aan weerszijden van mid-oceanische ruggen tonen aan dat de oceaanbodem zich in __________ richtingen spreidt.

Paleoklimatologische aanwijzingen voor continentverschuiving omvatten de aanwezigheid van __________ sporen in nu tropische gebieden.

Geologische structuren die overeenkomen aan de __________ van verschillende continenten ondersteunen de theorie van Wegener.

Slide 20 - Tekstslide

beide
gletsjer
kustlijnen
     Kleine afsluiting
Continentverschuiving
Pangea
Mid-oceanische rug
Divergentie
Aardmagnetisme


Slide 21 - Tekstslide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
(Aan)tekeningen
Tekening 1.
Paleomagnetisme
Tekening 2.
Pangea

Tekening 3.
mid-oceanische rug

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oud examenvraag

Slide 24 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

12 maximumscore 2
Uit de uitleg moet blijken dat
• als de oceanische korst zwaarder wordt, deze wegzakt in het magma
(de oceaanbodem dieper komt te liggen) (oorzaak) 1

• waardoor het waterbergend vermogen van de oceaan toeneemt
(gevolg) 1

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Grote afsluiting
De leerlingen kennen ten minste de volgende onderdelen van de theorie van continentverschuiving: Pangea, mid-oceanische ruggen en aardmagnetisme

Ze kunnen uitleggen hoe de theorie van Alfred Wegener is ontstaan, beschrijven welke bewijzen zijn theorie ondersteunen, en de rol van onderzeese bergruggen en aardmagnetisme in het bevestigen van deze theorie toelichten.

Slide 26 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
retrieval practice
https://quizlet.com/join/3pNVra7Rf?i=1fo1jg&x=1bqt

Slide 27 - Tekstslide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

 Vraag 1
(R) 1 punt

De theorie van continentverschuiving werd voorgesteld door Alfred Wegener. Geef een korte definitie van continentverschuiving.

Slide 29 - Tekstslide

Continentverschuiving is de hypothese dat continenten niet vastliggen, maar langzaam over het aardoppervlak bewegen.
Vraag 2 
(T1) 2 punten

Alfred Wegener gebruikte verschillende bewijzen om zijn theorie van continentverschuiving te ondersteunen. 

Leg uit welke bewijzen Wegener gebruikte om zijn theorie te ondersteunen en geef minstens twee voorbeelden.

Slide 30 - Tekstslide

Fossiele overeenkomsten: Bijvoorbeeld dezelfde fossielen gevonden in Zuid-Amerika en Afrika.
Geologische structuren: Bergketens die doorlopen van het ene naar het andere continent, zoals de Appalachen en de Caledonische bergen.
Paleoklimatologische aanwijzingen: Sporen van gletsjers in nu tropische gebieden, zoals glaciaal afgezette rotsen in India en Zuid-Amerika.
Vraag 3 
(T2) 2 punten

De ontdekking van mid-oceanische ruggen en zeebodemspreiding was cruciaal voor de theorie van continentverschuiving.

Beschrijf het proces van zeebodemspreiding en leg uit hoe dit proces bijdraagt aan de beweging van continenten.

Slide 31 - Tekstslide

Zeebodemspreiding vindt plaats bij mid-oceanische ruggen, waar magma opwelt en nieuwe oceanische korst vormt.
Deze nieuwe korst duwt de oudere korst van de rug weg, waardoor de oceaanbodem zich naar buiten verplaatst.
Dit proces drijft de continenten die op de oceaanbodem liggen, waardoor ze langzaam bewegen.
Vraag 4 
(T1) 3 punten

De theorie van continentverschuiving wordt ondersteund door verschillende soorten bewijs. De overeenkomsten van __________, de aanwezigheid van __________ sporen in nu tropische gebieden, en de __________ patronen op de oceaanbodem zijn allemaal belangrijke aanwijzingen.

Slide 32 - Tekstslide

De overeenkomsten van fossielen
De aanwezigheid van gletsjer sporen in nu tropische gebieden
De magnetische patronen op de oceaanbodem