In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Inhoud van deze les
- vrijheid van meningsuiting: alles bespreekbaar maken?
- debatteren
- voorbereiding op het tentamen: wat kun je doen?
Slide 1 - Tekstslide
Bij maatschappijleer moet je alle cartoons kunnen laten zien, Ook cartoons over gevoelige onderwerpen.
Slide 2 - Tekstslide
Quiz politiek
Slide 3 - Tekstslide
Wat is politiek?
A
Het maken van keuzes en nemen van besluiten over het land, provincie en gemeente
B
Alle politici en ambtenaren bij elkaar
C
Democratie
D
Het recht om te mogen stemmen
Slide 4 - Quizvraag
Links of rechts? Studeren moet weer gratis worden, zo krijgt iedereen gelijke kansen
A
Links
B
Rechts
Slide 5 - Quizvraag
Criminelen moet je gewoon heel lang opsluiten. Is dit een idee van linkse of van rechtse partijen?
A
Links
B
Rechts
C
Midden
Slide 6 - Quizvraag
Je moet de zwakkeren beschermen. Is dit een idee van linkse of rechtse politieke partijen?
A
Links
B
Rechts
Slide 7 - Quizvraag
De sociaal-democratische stroming gaat vooral over.....
A
naastenliefde en religie
B
vrijheid
C
milieu
D
gelijkwaardigheid
Slide 8 - Quizvraag
Hoe noem je in de gemeente de volksvertegenwoordiging?
Slide 9 - Open vraag
Wat is het college van B & W en wat doet het college?
A
Burgemeester en Wethouders, het dagelijks bestuur van de gemeente
B
Burgemeester en Wethouders , stemmen over wetten
C
Bob en Willy, geven college over de gemeente Woerden
D
Burgers en Wetboeken, maakt regels voor en door burgers
Slide 10 - Quizvraag
Hoe noemen we het dagelijks bestuur van de provincie?
A
Kabinet
B
Provinciale Staten
C
Eerste Kamer
D
Gedeputeerde Staten
Slide 11 - Quizvraag
Wie staat aan het hoofd van de gemeente?
A
Burgemeester
B
Wethouder
C
Commissaris van de Koning
D
Minister
Slide 12 - Quizvraag
Zet de partijen in juiste volgorde van links naar rechts: VVD, SP, PVDA, D66
Slide 13 - Open vraag
Hieronder staan zes zinnen over besluiten en besturen in Nederland. Welke zinnen zijn juist?
1. De gemeenteraad kiest de wethouders. 2. In het kabinet werken partijen samen uit de oppositie. 3. Partijen met een meerderheid in de Tweede Kamer vormen de regering. 4. De ministers vormen samen met de koning het kabinet. 5. Burgers kiezen minstens eens in de vier jaar leden van de Tweede Kamer. 6. Burgers kiezen minstens eens in de vier jaar leden van de Eerste Kamer