In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Gerben heeft 12 liter groene verf nodig. De verfmachine mengt 1 liter blauwe verf met 2 liter gele verf. Hoeveel liter van iedere kleur heeft hij nodig?
A
9 liter blauw, 3 liter geel
B
8 liter blauw, 4 liter geel
C
8 liter geel, 4 liter blauw
D
3 liter blauw, 9 liter geel
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Vraag 12: pagina 153 (deel A)
Brian gaat een vloer met 24m² egaliseren.
A) Hoeveel zakken Vloerlak egalisatie heeft hij nodig? B) Louis gebruikt 90kg Vloervlak Egalisatie. Hoeveel m² vloer heeft hij geëgaliseerd?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
De afstand tussen Groenlo en Rotterdam is 170km. Er zit nog 30 liter benzine in de tank van een auto. Daarmee kun je een afstand rijden van 510km. Hoeveel liter benzine verbruikt de auto tussen Groenlo en Rotterdam?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Vraag 12: pagina 165 (Deel A) Bij de notenwinkel kun je walnoten in een zakje of los kopen. Er zijn zakjes van 250 gram á 2,85 en zakjes van 150 gram á 1,25. Je koopt zo veel mogelijk walnoten voor 10 euro. Hoeveel gram walnoten kun je kopen?