MTH, leerjaar 2, blok 1, les 5 , wonden spoelen

Wondgenezing
  • Wondverzorging
  • Wondspoelen
  • Indeling van wonden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
MTHMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wondgenezing
  • Wondverzorging
  • Wondspoelen
  • Indeling van wonden

Slide 1 - Tekstslide

Wondverzorging 
Je moet een wond regelmatig controleren op tekenen van een slechte genezing, zoals ontsteking. Inspecteer de wond daarom regelmatig. 
Let hierbij op:  
• de grootte;
• de diepte; 
• de kleur; 
• de geur; 
• de aanwezigheid van exsudaat (wondvocht).  
 

Slide 2 - Tekstslide

Wondverzorging
  • Controleer daarnaast of de zorgvrager koorts heeft. 
  • Vraag bij twijfel een arts om mee te kijken.  
  • Hoe vaak je wondverzorgingsproducten moet wisselen, is afhankelijk van de hoeveelheid vocht die de wond produceert. 
  • Wissel het verband bij voorkeur zo min mogelijk. 

Slide 3 - Tekstslide

Wondverzorging
  • Voor de genezing van de meeste wonden is een vochtige omgeving nodig. Je moet wel voorkomen dat het verbandmateriaal doordrenkt raakt. Dan wordt het een voedingsbodem voor bacteriën. 
  • Zo nodig moet je de wondranden beschermen tegen vocht, zodat deze niet verweken.  
  • Verbandmateriaal moet contact maken met de wondbodem. 
  • Zorg bij diepe wonden dat de gehele wond opgevuld is.  

Slide 4 - Tekstslide

Indeling van wonden 
Je kunt wonden indelen op basis van oorzaak (mechanische en andere oorzaken) en op basis van open en gesloten worden. 
We bespreken hier twee wondclassificatiemodellen die je hierbij kunt gebruiken:  
• het TIME-model; 
• het classificatiemodel van de WCS.  
Met behulp van deze modellen kunnen we internationaal een eenduidige manier hanteren om wonden te classificeren.

Slide 5 - Tekstslide

TIME-model 
Het TIME-model is een classificatiemodel dat zich richt op de verschillende stappen van de wondgenezing. Het model onderscheidt vier stappen die onmisbaar zijn voor een goede wondgenezing:  

• T (‘tissue’/weefsel): hoe is het weefsel van de wond en daaromheen eraan 
    toe? Is er sprake van afstervend weefsel?; 
•I (infectie): is de wond en/of de huid daaromheen geïnfecteerd?; 

Slide 6 - Tekstslide

TIME-model 
 • M (‘moisture’/vochtbalans): hoe vochtig is de wond? Is er sprake van 
    overmatig exsudaat (wondvocht)?; 

• E (‘edge’/wondrand): sluiten de randen van de wond bij de genezing goed 
   op elkaar aan? Is er sprake van verwekende wondranden?  
   Op basis van de antwoorden op deze vragen kun je een  
   wondverzorgingsplan opstellen. 
   Hiermee bevorder je een goede genezing. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

WCS Classificatiemodel 

De WCS (Woundcare Consultant Society) heeft een classificatiemodel ontwikkeld om ervoor te zorgen dat iedereen wonden op dezelfde gestructureerde manier kan herkennen en behandelen. 

Dit classificatiemodel deelt wonden in op basis van kleur. 
De kleur geeft aan in welke fase van de wondgenezing de wond zich bevindt. De behandeling is vervolgens afhankelijk van de fase van wondgenezing.

Slide 9 - Tekstslide

De indeling is als volgt: 

Slide 10 - Tekstslide