Landschappen - Nakijken / herhaling

Je weet wat veen en wat polders zijn. Je begrijpt waarom veen en klei voorkomt in Laag-Nederland en hoe het gebruikt wordt.
Je kan kenmerken van Laag-Nederland op de kaart herkennen.
Je hebt alle gemaakte opdrachten nagekeken.
Korte LessonUp quiz
Aardrijkskunde
1. Kijk alle opdrachten na die je hebt gemaakt
2. Verbeter je gegeven antwoorden als het niet goed gemaakt is
3. Stel vragen als je het niet snapt
Hoe ging het?
Wat heb je geleerd?
Was het moeilijk - makkelijk?
Afmaken van de opdrachten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Je weet wat veen en wat polders zijn. Je begrijpt waarom veen en klei voorkomt in Laag-Nederland en hoe het gebruikt wordt.
Je kan kenmerken van Laag-Nederland op de kaart herkennen.
Je hebt alle gemaakte opdrachten nagekeken.
Korte LessonUp quiz
Aardrijkskunde
1. Kijk alle opdrachten na die je hebt gemaakt
2. Verbeter je gegeven antwoorden als het niet goed gemaakt is
3. Stel vragen als je het niet snapt
Hoe ging het?
Wat heb je geleerd?
Was het moeilijk - makkelijk?
Afmaken van de opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Je weet wat veen en wat polders zijn. 

Je begrijpt waarom veen en klei voorkomt in Laag-Nederland en hoe het gebruikt wordt.

Je kan kenmerken van Laag-Nederland op de kaart herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je hebt alle gemaakte opdrachten nagekeken.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe heet het afbreken van gesteente?
A
Erosie
B
Sedimentatie
C
Verwering
D
Puinhelling

Slide 4 - Quizvraag

Waarom grazen er veel dieren op de stuwwallen?
A
Om de grond vruchtbaar te maken
B
Omdat de heide lekker is voor dieren
C
Omdat de grond vruchtbaar is
D
Zodat er minder bomen groeien

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet het afslijten van gesteente in een rivier of gletsjer?
A
Erosie
B
Sedimentatie
C
Verwering
D
Puinhelling

Slide 6 - Quizvraag

Wat is GEEN resultaat van de laatste ijstijd?
A
Veluwe
B
Stuwwallen
C
Utrechtse Heuvelrug
D
Terpen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet het neerleggen van gesteente?
A
Erosie
B
Sedimentatie
C
Verwering
D
Puinhelling

Slide 8 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van sedimentatie in Nederland?
A
Overstromende rivieren
B
Rivierklei
C
Polders en gemalen
D
Aanspoelen van zeeklei

Slide 9 - Quizvraag

Wat staat er op de foto?
A
Puinhelling
B
Verweringsmateriaal

Slide 10 - Quizvraag

Hoe heet deze helling?
A
Terp
B
Stuwwal
C
Puinhelling
D
Verweringsmateriaal

Slide 11 - Quizvraag

In welk gedeelte van de rivier is deze foto gemaakt?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 12 - Quizvraag

In welk gedeelte komt er voornamelijk erosie voor?
A
A
B
B
C
C

Slide 13 - Quizvraag

U-dal of V-dal?
A
V-dal, gemaakt door een gletsjer
B
V-dal, gemaakt door een rivier
C
U-dal, gemaakt door een gletsjer
D
U-dal, gemaakt door een rivier

Slide 14 - Quizvraag

In welk gedeelte komt er voornamelijk sedimentatie voor?
A
A
B
B
C
C

Slide 15 - Quizvraag

In de bovenloop heb je ...(1)... hoogteverschillen, daardoor is de stroomsnelheid ...(2)...
A
1) veel, 2) hoog
B
1) weinig, 2) laag
C
1) veel, 2) laag
D
1) weinig, 2) hoog

Slide 16 - Quizvraag

In de benedenloop is de stroomsnelheid ...(1)... , daardoor is er ...(2)... sedimentatie
A
1) hoog, 2) veel
B
1) laag, 2) weinig
C
1) hoog, 2) weinig
D
1) laag, 2) veel

Slide 17 - Quizvraag

"Veen ontstaat omdat planten dood gaan en in het water vallen. Er kan geen ...(1)... bij komen, daardoor rot het niet en vormt het een nieuwe grondlaag (veen)"
A
mens
B
zuurstof
C
water
D
grond

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag:
1. Kijk alle opdrachten na die je hebt gemaakt
2. Verbeter je gegeven antwoorden als het niet 
goed gemaakt is
3. Stel vragen als je het niet snapt


Klaar? Maak de Herhalingsopdrachten (blz 26-27) of overleg

Slide 19 - Tekstslide

Lesafsluiting
Hoe ging het?

Wat heb je geleerd?

Was het moeilijk - makkelijk?

Is er huiswerk?

Slide 20 - Tekstslide