Strux Reizen naar het buitenland

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat valt je op aan dit filmpje?

Slide 2 - Tekstslide

Vak; Burgerschap
Wat is burgerschap?


Burgerschap is kennis over het functioneren van de Nederlandse democratie en de daarbij behorende waarden

Slide 3 - Tekstslide

Burgerschap; Reizen naar het buitenland
Hoofdstuk 1: Op reis in Europa
Hoofdstuk 2:  Een reis in Europa plannen
Hoofdstuk 3: Op reis buiten Europa
Hoofdstuk 4: Een reis buiten Europa plannen
Hoofdstuk 5: Eindopdracht
Knipbladen

Slide 4 - Tekstslide

Burgerschap; Reizen naar het buitenland
Hoofdstuk 1; Op reis in Europa
Lesdoel:

Welke vakanties zijn er?
Waarom ga je op vakantie naar een plaats?
Je weet de namen van landen en steden in Europa 
Je weet de namen van zeeën en gebergten van Europa

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 1 bladzijde 3

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 2 bladzijde 3
Schrijf 4 verschillende soorten vakanties op:
1. 
2. 
3. 
4.
Waar kun je veel informatie over vakanties vinden?

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 3 bladzijde 4

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 3 bladzijde 5

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 3 bladzijde 5
Lees de beoordeling in je boek

Kies 1 park uit, welke kies je?
Waarom heb je dit park gekozen?
Welke voorzieningen zijn er op het park?
Wat kun je gaan doen in de omgeving van het park?

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 4 bladzijde 6
Bladzijde 77 is een knipblad.
Knip Nederland, België en Duitsland uit.
Plak ze goed onder elkaar.
Schrijf de namen van de landen op
Schrijf de Noordzee op de goede plaats
Schrijf de woorden: Noord, oost, zuid en West op de goede plek

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 4 bladzijde 6

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Maken in je werkboek bladzijde 3, 4, 5 en 6
(opdracht 1, opdracht 2, opdracht 3, opdracht 4)
Check of alles goed is gegaan!

Laptop pakken en oefenen op: 
https://www.topografie-nederland.nl/nederland-oefenen.html
https://www.toporopa.eu/nl/

Slide 13 - Tekstslide

Volgende les
Hoofdstuk 1 Op reis in Europa
Opdracht 5 bladzijde 7

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoel: Ik weet waar 30 landen in Europa liggen

Slide 15 - Tekstslide

Op reis in Europa
oefenen op:

https://www.topografie-nederland.nl/nederland-oefenen.html

https://www.toporopa.eu/nl/

10 minuten

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 5 bladzijde 8
Schrijf de namen van de gebergten uit de kaart op

Schrijf de namen van de zeeën uit de kaart op. 

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 6 bladzijde 8
Welk land vond jij het leukst om naar toe te gaan?

Wat vind je leuk aan dit land? 

Naar welk land zou je nog wel eens naar toe willen, waarom?


Slide 18 - Tekstslide

zonvakantie
Zon, zee, strand!
Relaxen, genieten, chillen, bruin worden.

Warm en zonnig land.
In Europa zijn dat bijvoorbeeld:
Spanje, Portugal, Frankrijk, Griekenland, Italië 

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 7 bladzijde 10

Naar welke landen kun je toe voor een zonvakantie? 
Zoek de landen op en maak ze geel


Frankrijk, Spanje, Italië, Portugal, Griekenland.....

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 7 bladzijde 10

De meeste landen waar je naartoe gaat op vakantie liggen in het:
noorden/oosten/zuiden/westen van Europa

Portugal ligt aan de .........

Slide 21 - Tekstslide

Actieve vakantie
Bezig zijn; sporten, wandelen. Ook een manier van ontspannen.
Voorbeelden:
Wintersport, fietsvakantie, wandelvakantie, zeilvakantie

Populaire landen in Europa: Frankrijk, Oostenrijk, Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 8 bladzijde 11

In welke landen kun je goed actieve vakanties houden?
Zoek de landen op de kaart van opdracht 7. Kleur ze rood

Hoe heet het gebergte in het midden van Europa waar veel mensen in de winter gaan skiën en in de zomer gaan wandelen?

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 8 bladzijde 11

Dit gebergte ligt in 5 landen. Schrijf ze op
1. 
2.
3.
4.
5.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 8 bladzijde 11

Je gaat op fietsvakantie in Denemarken. Je fietst van de westkust naar de oostkust. 
Van welke zee naar welke zee fiets je? 

N

Z

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 9 bladzijde 12

Schrijf 3 activiteiten op die mensen doen op een actieve vakantie:
1.
2.
3

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 10 bladzijde 12

Schrijf achter elk land of je er actief op vakantie gaat of op een zonvakantie. Of allebei.
Leg je antwoord uit.
Duitsland:
Denemarken:
Oostenrijk:
Italië:
Spanje:

Slide 27 - Tekstslide

Stedentrip
Voor een paar dagen naar een mooie stad.
Je kunt kijken hoe de mensen daar leven.
Beroemde gebouwen.
Musea bezoeken, winkelen.
Vooral grote en bekende steden
Voorbeelden:
Krakau, Parijs, Londen, Rome, Berlijn, Barcelona, Brussel, Madrid

Slide 28 - Tekstslide

Volgende les
Hoofdstuk 1 Op reis in Europa
Opdracht 11 bladzijde 13

Slide 29 - Tekstslide

Volgende les
Hoofdstuk 2  Een reis in Europa plannen

Slide 30 - Tekstslide