Herhaling thema 5 Gaswisseling en uitscheiding voor H5
T5 Gaswisseling en uitscheiding
Herhaling en overzicht
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
T5 Gaswisseling en uitscheiding
Herhaling en overzicht
Slide 1 - Tekstslide
Longen
diffusie
vervoer zuurstof en koolstofdioxide
ventilatie (spieren!)
respirogram (dode ruimte)
Slide 2 - Tekstslide
Bij een astma-aanval trekken de kringspieren van de bronchiolen samen. Waardoor word je benauwd?
Slide 3 - Open vraag
Antwoord
Door het samentrekken van de bronchiolen kan de lucht in het longblaasje minder goed ververst worden.
De diffusie van koolstofdioxide neemt af.
De concentratie koolstofdioxide in het bloed neemt toe.
Je wordt benauwd.
!! DE ADEMPRIKKEL IS KOOLSTOFDIOXIDE !!
Slide 4 - Tekstslide
Zuurstof wordt in het bloed vervoerd door het eiwit hemoglobine: Hb + O2 <-> HbO2 Naar welke kant verloopt deze reactie in de weefsels en wat verandert als de pH daalt?
A
Naar rechts,
gaat sneller bij lagere pH
B
Naar links,
gaat sneller bij lagere pH
C
Naar rechts,
gaat langzamer bij lagere pH
D
Naar links,
gaat sneller bij lagere pH
Slide 5 - Quizvraag
Je ademt diep uit. Welke spieren span je daarvoor aan?
A
Buitenste tussenribspieren
B
Binnenste tussenribspieren
C
middenrif
D
spieren in je neus en mond
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat is de vitale capaciteit? Gebruik BiNaS!
A
1 + 2
B
2 + 3
C
3 + 4
D
3 + 4 +5
Slide 8 - Quizvraag
Lever
bloedvaten: poortader, leverader, leverslagader
balans koolhydraten, vetten en eiwitten (ureum!)
Slide 9 - Tekstslide
Leverader
Leverslagader
Poortader
Veel ureum
weinig ureum
Geen ureum
Slide 10 - Sleepvraag
Welke omzetting kan de lever niet uitvoeren?
A
Koolhydraten -> vetten
B
vetten -> koolhydraten
C
eiwitten -> vetten
D
Koolhydraten -> eiwitten
Slide 11 - Quizvraag
De lever produceert gal. Geef de twee belangrijkste ingrediënten van gal en vertel waar ze van zijn gemaakt.
Slide 12 - Open vraag
Nieren
Bouw en werking nefron
ADH
Slide 13 - Tekstslide
Bij een ontsteking zit er soms eiwit in de urine. Welk deel van het nefron werkt dan niet goed?
A
De glomerulus
B
Het eerste gekronkelde deel
C
De lis van Henle
D
Het tweede gekronkelde deel
Slide 14 - Quizvraag
Wat is terugresorptie?
A
Verplaatsen van nuttige stoffen van het bloed naar de voorurine
B
Verplaatsen van nuttige stoffen van de voorurine naar het bloed
C
Verplaatsen van afvalstoffen van het bloed naar de voorurine
D
Verplaatsen van afvalstoffen van de voorurine naar het bloed
Slide 15 - Quizvraag
Je drinkt achter elkaar een liter water. Wat gebeurt er daarna met de ADH concentratie van je bloed? En met de terugresorptie van water?
A
ADH gaat omhoog,
terugresorptie water neemt toe
B
ADH gaat omhoog,
terugresorptie water neemt af
C
ADH gaat omlaag
terugresorptie water neemt toe
D
ADH gaat omlaag
terugresorptie water neemt af
Slide 16 - Quizvraag
Huid
Bouw (BiNaS 87A)
rol warmtehuishouding
oppervlakte:inhoud
Slide 17 - Tekstslide
Je wordt geprikt door een mug. De mug zuigt bloed. Tot in welke huidlaag steekt de zuigsnuit van de mug?
A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid
D
onderhuids bindweefsel
Slide 18 - Quizvraag
Op welke manieren kan je huid warmteverlies tegengaan? (er zijn er 2)
Slide 19 - Woordweb
Welk dier verbrandt het meest om zichzelf warm te houden?