methodisch werken 5.2 en 5.3

5.2 Methodisch werken 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.2 Methodisch werken 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch werken 
Stap 1: Gegevens verzamelen ​
Stap 2: Stellen van de verpleegkundige diagnose. ​(PES)
Stap 3: Vaststellen beoogd zorgresultaat (Nursing Outcome Classification,  
               NOC) (SMART)
Stap 4 Verpleegkundige interventies (Nursing Interventions Classification, 
              NIC).​
Stap 5: Uitvoeren en monitoren van de verpleegkundige interventies.​
Stap 6: Evaluatie van het zorgresultaat en verpleegkundige interventies.​

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begin situatie vaststellen
Zet de stappen van de methodische cyclus in de juiste volgorde.
SMART Doelen 
Evalueren
Plan maken & uitvoeren
hulpvraag
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een Anamnese?

Slide 4 - Woordweb

Wat is anamnese? In het Grieks betekent anamnese ‘herinnering’ en in de zorg refereert de term naar ‘de ziektegeschiedenis zoals de patiënt die zich herinnert’. Met anamnese wordt concreet een vraaggesprek tussen de dokter en de patiënt bedoeld. Als je naar de dokter gaat, dan wil je goed geholpen worden. Dat kan alleen als de dokter bepaalde informatie van je krijgt. De dokter kan door het stellen van gerichte vragen achterhalen wat je onder de leden hebt. Het doel van anamnese is dan ook het opsporen van lichamelijke klachten.
 Intake gesprek bij fysio bijvoorbeeld 
Stap 1 Gegevens verzamelen 
HET ANAMNESE GESPREK

  • Informatie methodisch ordenen (Gordon, OMAHA) 
  • Door vragen te stellen
  • Observatie en lichamelijk onderzoek


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom een anamnesegesprek voeren?
Dit doe je om:
  • alle gegevens duidelijk hebben
  • Inzicht krijgen in de gebruikelijke levens- en gezondheidspatronen (of domeinen) van de patiënt 
Doel: zorg op maat bieden 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen informatiebron voor verzamelen van informatie mbt ziekte, zorgvrager ect
A
de client zelf
B
familie en mantelzorgers
C
buren
D
andere disciplines

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

11 gezondheidspatronen(Majory Gordon)
  1. gezondheidsbeleving en instandhouding
  2. voeding/stofwisselingpatroon 
  3. uitscheidingspatroon
  4. activiteitenpatroon
  5. slaap/rustpatroon
  6. cognitie en waarnemingspatroon
  7. zelfbelevingspatroon
  8. rollen/relatiespatroon
  9. seksualiteit en voorplantingspatroon
  10. stressverwerkingpatroon
  11. waarden/levensovertuigingenpatroon 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag kan je stellen bij uitscheidingspatroon?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Uitscheidingspatroon
  1. Ontlastingspatroon ( frequentie, vorm, kleur, geur ect)
  2. Ondervindt  u problemen met de stoelgang?
  3. Urinepatroon ( hoeveel, hoevaak, geur, kleur ect)
  4. Heeft u last van overmatige of sterke transpiratie?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden goed anamnesegesprek

Slide 11 - Woordweb

goed luisteren, doorvragen, sytematisch vragen stellen,voorbereid zijn 
Gegevens classificeren in branches
  1. Revalidatiezorg: methode van SAMPC. 
  2. Verpleeghuizen: Vier domeinen van verantwoorde zorg.
  3. Thuiszorg: Omaha System.
  4. Ziekenhuizen en geestelijke gezondheidszorg: Model van Gordon.
  5. Gehandicaptenzorg: het ordeningsprincipe van de acht domeinen van kwaliteit van bestaan




Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus mw. van Dijk 
Integratie oefening 4VP Zorgpad algemeen. 
Het individuele plan 2.6 integratieoefening mw. van Dijk 
timer
40:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke technologie ben je tegen gekomen op jouw afdeling? (bij wonen, huishouden en/of persoonlijke zorg)

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

5.3 Methodisch werken
Risicosignalering 
Risicosignalering

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is risicosignalering?
A
Het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico's bij de zorgvrager
B
het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico's bij de zorgvrager die ik vast leg in het zorgleefplan
C
Het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico's bij een zorgvrager die ik vastleg in het zorgpleefplan en waar indien nodig actie op wordt ondernomen
D
Het signaleren van berustcomplicaties bij langdurige bedrust

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij controles voorafgaande aan een bloedtransfusie meet je een temperatuur van 38.5 graden. Wat doe je?
A
Je start met extra vocht
B
Je start met de transfusie en blijft de temperatuur goed in de gaten houden
C
Je belt de arts voor overleg
D
Je wacht 2 uur en meet dan nog een keer de temperatuur

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit Zorgpad Algemeen 
3. gezondheidsproblemen signaleren
3.2 Test je kennis.. -> klassikaal 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
3.3 Integratie opdracht Casus meneer Gerritsen (Bron:Zorgpad) 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B1 K1 W2 Stelt een zorgplan op
Uitvoeren in praktijk: 
  • de bijbehorende O-opdrachten en T1-opdracht
Aan het eind van deze module: 
  • T2 -opdracht (= verantwoording van jouw handelen bij het opstellen van het zorgplan) 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies