- Inhoud: zijn de argumenten waar en/of aannemelijk? Zijn feiten controleerbaar?
- State/argument: geef samenvatting van je argument. Geef deze een label.
- Explain/uitleg: leg je argument verder uit. Waarom is het waar? Waarom is het belangrijk?
- Illustrate/voorbeeld: illustreer met voorbeelden, feiten, statistieken, redeneringen, …