Bouwstenen van een verhaal: tijd

Les Nederlands
Welkom allemaal!
Om te beginnen zou ik eens willen vragen om naar de poster op de volgende pagina te kijken.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les Nederlands
Welkom allemaal!
Om te beginnen zou ik eens willen vragen om naar de poster op de volgende pagina te kijken.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komt deze film jullie bekend voor?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komt deze film bekend voor bij jullie?
Wie kan mij vertellen welke film dit is?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mission Impossible

Slide 4 - Woordweb

De leerlingen mogen in kernwoorden zeggen wat ze van deze film(reeks) vinden. Hier kan even op worden ingegaan.
Wanneer speelt de film zich af?
A
De toekomst
B
Het verleden
C
In het heden

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als we kijken naar "wanneer" een verhaal zich afspeelt, over welke eigenschap spreken we dan?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje!
We gaan even kijken naar een scène uit de film.
Tijdens de spannende finale moet het team van Ethan Hunt twee kernbommen ontmantelen.
Ethan probeert ondertussen de bommen te deactiveren vanop een afstand. 
Kijk eens goed naar de tijd die ze nog hebben voor de bom ontploft.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel tijd hebben ze nog voor de bom ontploft?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt er hier niet echt?
Nu gaan we het fragment nog eens bekijken.
We zien dat ze nog maar 51 seconden hebben tot de bom ontploft. 
Nu moeten jullie eens kijken na hoeveel tijd de bom effectief ontplot.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Duurt het langer of korter dan
51 seconden voor de bom effectief ontploft?
A
Langer
B
Korter
C
Even lang

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op een moment in de film moet het team van Londen naar Kashmir (India) gaan met het vliegtuig. Ze laten dit echter niet zien. Binnen de vijf seconden zien we hoe de personages plots in Kashmir staan. Wat is hier het verschil met het fragment van daarnet waar ze de bom moesten ontmantelen?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de grote finale wordt het scherm zwart. Vervolgens zien we hoe Ethan op een ziekenhuisbed ligt. Wat wordt er hier juist gedaan?
A
De tijd gaat sneller
B
Er wordt een sprong gemaakt in de tijd
C
De tijd gaat trager

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle gebeurtenissen in de film verlopen grotendeels volgens de juiste volgorde. Wat is een ander woord voor wanneer iets in de juiste volgorde verloopt?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De film verloopt echter niet altijd chronologisch. Er is een moment in de film wanneer Ethan terugdenkt aan de tijd met zijn vrouw. Heb je een idee hoe je dat heet wanneer we terug in de tijd gaan in een verhaal?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In verhaal kunnen de personages vaak ook verwijzen naar iets dat nog gaat gebeuren. Naar de toekomst dus. Heb je een idee welk woord we hiervoor gebruiken?
<=> flashback

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Historische tijd
Gebeurtenissen in een roman spelen zich meestal af in een bepaalde tijd. Bijvoorbeeld in de Gouden Eeuw, tijdens de Tweede Wereldoorlog, in 1980. Dit wordt de historische tijd genoemd. Niet alles in een beschreven periode hoeft even belangrijk te zijn voor het verhaal.

Het is vrijwel altijd mogelijk de historische tijd vast te stellen, ook als die nergens vermeld wordt. Er zijn diverse aanwijzingen waar men op kan letten, zoals het optreden van historische figuren, verwijzingen naar politieke gebeurtenissen, het al dan niet aanwezig zijn van bepaalde apparatuur.

Over het algemeen is er weinig interessants te vertellen over de historische tijd; meestal vloeit ze rechtstreeks voort uit de gekozen handeling. Bijvoorbeeld een oorlogsroman speelt zich af tussen 1940-1945.

Wanneer het begrip historische tijd iets beperkter wordt opgevat, bijvoorbeeld als de tijd van de dag, dan is die tijd soms met opzet zo gekozen. Bijvoorbeeld griezelverhalen spelen zich vaak ’s nachts af, geliefden kussen elkaar bij maanlicht. Vaak zijn dit clichés geworden, die alleen nog in de ontspanningslectuur voorkomen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdsduur
Elk verhaal duurt een zekere hoeveelheid tijd. Enkele uren, dagen, jaren. Meestal is deze tijdsduur gemakkelijk te bepalen. Soms zitten er grote hiaten in; eerst worden bijvoorbeeld de eerste vijf levensjaren van een personage beschreven, waarna het verhaal verspringt naar het twintigste levensjaar van het personage. Er worden dan zo’n vijftien jaar overgeslagen, maar we zeggen toch dat de totale tijdsduur ongeveer twintig jaar is.

Binnen enkele regels zijn we ineens vijftien jaar verder. Zulke passages heten in de verhaalanalyse tijdversnellingen. Een versnelling is met andere woorden een passage in een roman of verhaal waarin de gebeurtenissen beknopter worden verteld dan in de omringende passages. Dit gegeven wordt ook wel tijdverdichting genoemd.

Het omgekeerde is een tijdvertraging: een belangrijk onderdeel wordt uitvoeriger beschreven dan de gebeurtenissen ervoor en erna. Dit komt vaak voor als de gedachten van een persoon moeten worden beschreven. Tijdvertragingen dragen vaak bij aan de spanning van een verhaal. De lezer moet (langer) wachten op de afloop.

Ook kunnen er tijdsprongen voorkomen in een verhaal. Zonder samenvattende regels (versnelling) kunnen we toch ineens een paar jaar verder in de tijd zijn. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdsvolgorde
De schrijver kan ook met de tijdsvolgorde spelen, door middel van het gebruik van de flashback en de flashforward (oftewel de terugblik en de vooruitblik). Vrijwel elke roman bevat flashbacks en flashforwards.

Bij een flashback wordt iets verteld dat eerder is gebeurd dan wat in de omringende passages staat (bijvoorbeeld: “Hij herinnerde zich hoe hij destijds…”).

Een flashforward is het omgekeerde van de flashback. De vooruitwijzing deelt iets mee dat later uitvoeriger aan de orde zal komen (bijvoorbeeld: “Zij realiseerde zich niet hoe belangrijk dit zou blijken te zijn”). Beide afwijkingen in de tijdsvolgorde doorbreken de chronologie van de gebeurtenissen. 

Als een verhaal chronologisch is verteld, is het in de juiste tijdsvolgorde verteld.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je de film Titanic wel eens gezien?
Die film speelt zich zowel in het heden als het verleden af.
Welke tijdsprong wordt daarin gemaakt?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje!
Bekijk kort even het fragment van de serie 'Mad Men" op de volgende slide.
In welke historische tijd speelt dit zich af?
Hoe kan je dat zien?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In welke historische tijd speelt deze serie zich af?
Hoe kan je dat zien?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstfragment
Lees het korte tekstfragment op de volgende pagina even door.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt de tijd in dit fragment aangepakt?
A
Tijdversnelling
B
Tijdvertraging
C
Tijdsprong
D
Flashforward

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Peter werd wakker, poetste zijn tanden en ging naar de bakker om ontbijt te halen. Terwijl hij naar de bakker reed dacht hij aan hoe hij binnen 1 week met zijn vrienden op vakantie zal gaan. Toen hij aankwam bij de bakker bestelde hij een grof brood."

Welk aspecten van tijd kan je hier terugvinden?
A
Tijdvertraging
B
Flashforward
C
Tijdsprong
D
Tijdversnelling

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kahoot!
Tijd om eens te kijken wat jullie allemaal hebben bijgeleerd.
Klik op de link op de volgende slide om samen een Kahoot te doen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
De leerkracht maakt online groepjes van twee voor de leerlingen.
Elk groepje krijgt een break out room in Microsoft Teams.
Het is de bedoeling dat elke leerling nu zelf een kortverhaal schrijft (max. 10 regels) waarin hij drie verschillende aspecten van tijd duidelijk laat zien.
Elk groepje zet hun twee kortverhalen in hun room waar ze het samen van elkaar kunnen bekijken. 
Elke leerling moet dan het verhaal van zijn groepsgenoot lezen en zo proberen te vinden welke drie aspecten van tijd erin steken.
Noteer dit ook in de chat zodat het gecontroleerd kan worden.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inspiratie
Voor degenen die graag wat inspiratie hebben zijn hier mogelijke onderwerpen voor hun kortverhaal:
  • Tripje met de vrienden naar zee
  • Een dag in mijn leven
  • Op reis met mijn familie

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdstructuur
Een schrijver is vrij om met de tijd te goochelen. Hij hoeft een verhaal ook niet bij het begin te laten beginnen, maar hij kan het laten beginnen op een door hem gekozen moment. Hij kan de lezer bijvoorbeeld midden in de gebeurtenissen laten vallen; de term daarvoor is in medias res. 

Bovendien hoeft hij het ook niet bij het einde te laten aflopen. Niet alle verhalen kennen een duidelijk slot (of een zogenaamd gesloten einde). Soms is niet zo duidelijk hoe de geschiedenis afloopt en blijft de lezer zitten met de vraag hoe het verder gaat. Als er vragen onbeantwoord blijven, noemen we het einde een open einde.

Ieder verhaal krijgt zo een eigen constructie, zijn eigen ritme en zijn eigen tempo. Een verrassende constructie en afwisseling in ritme en tempo zorgen eveneens voor de spanning in het verhaal.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies