H3 Islam: paragraaf 4 levensvragen

Programma
Terugblik les 
Uitleg nieuwe theorie 
Aan het werk 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Programma
Terugblik les 
Uitleg nieuwe theorie 
Aan het werk 

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik les
Wat hebben we de vorige les behandeld?

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Doelen 
  • Aan het einde van de les ken je de vijf zuilen van de islam.
  • Aan het einde van de les kun je benoemen wat de islamitische antwoorden van enkele levensvragen zijn. 

Slide 3 - Tekstslide

Levensvragen
  • In leerjaar 1 geleerd wat levensvragen zijn. Wat is het?
  • Geef een voorbeeld van een levensvragen. 
  • Hoe komt men aan hun levensvragen? 
  • Hoeveel groepen kernlevensvragen zijn er? 




Slide 4 - Tekstslide

Levensvragen
  • In de basis wordt onze levensbeschouwing verdeeld in zes groepen levensvragen. 
  1. Wat is belangrijk in het leven? 
  2. Wie is de mens? 
  3. Hoe leven mensen met elkaar samen? 
  4. Hoe kijken mensen aan tegen lijden en dood? 
  5. Wat is tijd? 
  6. Wat is de natuur?
  • Welke antwoorden geeft de islam op deze vragen? 





Slide 5 - Tekstslide

Islamitische antwoorden 
op levensvragen 

Karima als voorbeeld

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden op de lv-vragen
  • Wat is belangrijk in het leven? 
  • Wie is de mens?
  • Hoe leven mensen met elkaar samen? 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is belangrijk in het leven?
Wat vindt Karima als moslima belangrijk in haar leven? 
Levensvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Zuil 1: de geloofsbelijdenis
Ook wel genoemd: de sjahada
De sjahada
Alle moslims kennen de volgende zin uit het hoofd: 'Er is geen andere God dan Allah en Mohammed is onze profeet.' Door het uitspreken van deze zin bevestigt een moslim dat hij moslim is. Moslims spreken deze zin heel vaak uit. Bij het dagelijkse gebed maar ook als er een kind geboren wordt of als er iemand komt te overlijden. 

Slide 11 - Tekstslide

Zuil 2: het gebed 
Ook wel genoemd: de salaat
De salaat
Een moslim hoort vijf keer per dag te bidden. Soms slaat een moslim een gebed of een dag over. Het gebed duurt vijf tot tien minuten. Vooraf gaan de schoenen uit, wast men zich (handen, onderarmen en gezicht) en brengt de kleding in orde. Tijdens het gebed richt men zich buigend naar Mekka. Een keer per week (op vrijdag) bezoeken alle mannen de moskee. Vrouwen mogen wel, maar moeten niet naar de moskee. 

Slide 12 - Tekstslide

Zuil 3: de armenbelasting 
Ook wel genoemd: De zakaat
De zakaat
Moslims geven geld aan arme familieleden. Moslims scheppen hier niet mee op. Zij vinden het een plicht om anderen niet aan hun lot over te laten, omdat het in de Koran staat. 

Slide 13 - Tekstslide

Zuil 4: de vastenmaand
Ook wel genoemd: 
de Ramadan
Ramadan
In de maand Ramadan eten en drinken moslims niet van zonsopgang tot zonsondergang. Zieken, ouderen, menstruerende vrouwen en heel jonge kinderen hoeven niet te vasten. 

Slide 14 - Tekstslide

Fatih als voorbeeld
Een blog van een Turkse jongen.

Een dag uit de Ramadan

--------------------->>>>>>>>

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Zuil 5: de bedevaart
Ook wel genoemd: 
de hadj
De hadj
Elke moslims moet ééns in zijn leven (als het kan) naar Mekka gaan: op bedevaart. Moslims noemen dat de 'hadj'. Men moet het geld ervoor hebben en een goede gezondheid. Mekka is belangrijk voor een moslims: het is de heiligste plaats. Als je in Mekka bent geweest, voel je je honder procent moslim. 
De Ka'ba is het begin- en eindpunt van de hadj. De pelgrims beginnen bij de zwarte steen die in de westelijke muur is gemetseld. Vervolgens lopen ze zeven keer rond de Ka'ba. 

Slide 17 - Tekstslide

Oom van Fatih
Een oom van Fatih is in Mekka geweest. Hij heeft Fatih gemaild over zijn ervaring in Mekka. 

--------------------->>>>>>>>

Slide 18 - Tekstslide

Wie is de mens?
Allah heeft de mens geschapen als Zijn plaatsvervanger op aarde. 
Antwoord op levensvraag
In de schepping neemt de mens een heel bijzondere positie in. Van alle levende wezens is de mens het belangrijkste. Allah heeft de mens geschapen als Zijn plaatsvervanger op aarde. De mens kan gebruik maken van alles wat er is: van de dieren en planten. Hij moet Allah aanbidden. Dit kan ook door goed te leven. Eigenlijk gaat het erom dat je geen dingen doet die God verboden heeft. Uiteraard moet je ook goed omgaan met je familie, vrienden, buren, enz. Bovendien: arme mensen moet je helpen! (zuil 3). Nadat een moslim komt te overlijden moet de mens een verantwoording afleggen aan Allah. Als hij slecht heeft geleefd, dan gaat hij naar de hel. Als hij goed heeft geleefd, komt hij in het paradijs. 
Levensvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Hoe leven mensen met elkaar samen?
Hoe leven  moslims met elkaar samen?
Levensvraag

Slide 21 - Tekstslide

Wat is tijd? 

Slide 22 - Tekstslide

Geef je mening over artikel.

Slide 23 - Open vraag

Aan het werk 
Paragraaf 4 
Opdracht 11 t/m 13 
z-route opdr. 7
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide