De plantengroei in een gebied is voor een groot deel afhankelijk van temperatuur en neerslag.
Bioloog Köppen (1846–1940) heeft de Köppensysteem gemaakt en de klimaatzonen verdeeld in 5 basisklimaten:
- A klimaten of tropische klimaten (Tropisch regenwoud mangrove en savanne)
- B klimaten of droge klimaten (Nauwelijks vegetatie door droogte)
- C klimaten of zeeklimaat (Loofwoud en mediterrane vegetatie)
- D klimaten of landklimaten (Naaldwoud)
- E klimaten of poolklimaten (Nauwelijks vegetatie door kou)