Wg en lv bij wederkerende werkwoorden, vwo 2

Werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp bij wederkerende werkwoorden
.

                  Hij heeft zich bezeerd





1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp bij wederkerende werkwoorden
.

                  Hij heeft zich bezeerd





Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wg en lijdend voorwerp bij wederkerende werkwoorden
Als je een verplicht wederkerend werkwoord hebt, dan hoort het wederkerend voornaamwoord bij het wg.
Als er een toevallig wederkerend werkwoord in de zin staat. dan is het wederkerend voornaamwoord een lv.
Hij gedraagt zich slecht. wg = gedraagt zich
Hij vermaakt zich goed. wg = vermaakt. lv = zich

Slide 3 - Tekstslide

Wg en lijdend voorwerp bij wederkerende werkwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het wg?
Vanwege het arrestatiebevel houden we ons schuil in de heuvels.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het wg?
In vlakke gebieden blijken boeren zich meer te ontfermen over zwakke dieren.

Slide 6 - Open vraag

Wat is het wg?
Joanneke heeft zich vorige week verloofd met mijn broer Hans Peter.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het wg?
In het circus schijnen die jongens zich kostelijk te amuseren.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het lv?
In het circus schijnen die jongens zich kostelijk te amuseren.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het wg?
Tijdens de pauze verstop ik me vaak voor mijn klasgenoten.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het lv?
Tijdens de pauze verstop ik me vaak voor mijn klasgenoten.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het wg?
De secretaresse herinnerde mij aan de afspraak met de journalist.

Slide 12 - Open vraag

Wat is het lv?
De secretaresse herinnerde mij aan de afspraak met de journalist.

Slide 13 - Open vraag

Aan de slag!
Ga naar:
en maak oefening 1 t/m 3 (werkwoordelijk gezegde).

Maak je weektaak af (lesboek, opdracht 2, 3 en 4, blz. 211).

Heb je dat al af, lees dan verder uit Examendeal en/of maak de opdrachten voor je fictiedossier (zie Opdrachten op Magister).


Slide 14 - Tekstslide