1.1 Elektriciteit

Programma
1.1 Elektriciteit
Zelfstandig aan het werk
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
1.1 Elektriciteit
Zelfstandig aan het werk

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 1: De stroomkring
Begrippen 

  • Onderbroken stroomkring / Gesloten stroomkring
  • Schakelschema
  • Drukschakelaar en schakelaar
  • Geleiders en isolatoren

Slide 2 - Tekstslide

3B - 1.1 De stroomkring
Het schakelschema
Een tekening van een schakeling noem je een schakelschema. Bij het tekenen van een schakelschema gebruik je symbolen. Er zijn symbolen voor een batterij, een schakelaar en een lamp. 

In het schakelschema is een onderbroken stroomkring getekend. De lamp brandt dus niet. Bij het schakelschema  is een gesloten stroomkring. De stroom loopt nu wel door de stroomkring. De lamp brandt.

Slide 3 - Tekstslide

Stroomkring
Elektriciteit moet altijd helemaal rond kunnen stromen door een stroomkring

Als je een stroomkring onderbreekt, dan kan de elektriciteit niet meer stromen! En zal het lampje niet branden. 

Slide 4 - Tekstslide

Stroomkring
Stroomkring bestaat uit een schakelaar, batterij, lampen en snoeren

Slide 5 - Tekstslide

3B - 1.1 De stroomkring
Het schakelschema
Een tekening van een schakeling noem je een schakelschema. Bij het tekenen van een schakelschema gebruik je symbolen. Er zijn symbolen voor een batterij, een schakelaar en een lamp. 

In het schakelschema is een onderbroken stroomkring getekend. De lamp brandt dus niet. Bij het schakelschema  is een gesloten stroomkring. De stroom loopt nu wel door de stroomkring. De lamp brandt.

Slide 6 - Tekstslide

Serie- en parallelschakeling:
Serieschakeling:
  • 1 stroomkring
  • 1 lampje uit > alles uit
  • Stroom overal gelijk
Parallelschakeling:
  • meerdere stroomkringen
  • 1 lampje uit > rest blijft aan
  • Stroom wordt verdeeld over de vertakkingen

Slide 7 - Tekstslide

Serie                        Parallel
Er is maar een stroomkring.

Stroomsterkte is overal het zelfde.

Als een lampje uit gaat gaan alle lampjes uit.


Er zijn meerdere stroomkringen.

De stroomsterkte verdeelt zich.

Als een lampje uit gaat blijven de andere lampjes branden.

Slide 8 - Tekstslide

Parallelschakeling
  • In een parallelschakeling staat elk apparaat in een aparte stroomkring

  • Elke lamp heeft zijn eigen stroomkring

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
Maak alle opdrachten van paragraaf 1 hst 1

Slide 10 - Tekstslide