inleveren PO + UL 5.7 - Zintuigen en impulsen (1h/v) T1C

planning:
  • inleveren PO
  • huiswerkcontrole 
  • leerdoelen 5.6
  • uitleg 5.6
  • huiswerk opgeven
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

planning:
  • inleveren PO
  • huiswerkcontrole 
  • leerdoelen 5.6
  • uitleg 5.6
  • huiswerk opgeven

Slide 1 - Tekstslide

inleveren PO op mijn bureau
intussen huiswerkcontrole

Slide 2 - Tekstslide

5.7 - Zintuigen en impulsen

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wanneer zintuigen prikkels omzetten in zenuwimpulsen.
  • Ik kan de bouw en functie van 3 typen zenuwcellen benoemen.

Slide 4 - Tekstslide

Drempelwaarde
In de zintuigcellen ontstaan alleen impulsen als de prikkel sterk genoeg is.

De kleinste prikkel die een impuls veroorzaakt  = de drempelwaarde.

Wanneer een prikkel enige tijd aanhoudt, ontstaan er in de zintuigcellen minder impulsen. 
Deze beïnvloeding van de drempelwaarde 
= gewenning.

Slide 5 - Tekstslide

nog meer voorbeelden van gewenning

         tast                                 licht                                         geluid

Slide 6 - Tekstslide

drempelwaarde

Slide 7 - Tekstslide

Impulsfrequentie
Hoe sterker de prikkel, hoe meer impulsen worden doorgegeven;  De impulsfrequentie wordt groter.

Slide 8 - Tekstslide

Adequate prikkel
Een adequate prikkel is het type prikkel waar een zintuig speciaal gevoelig voor is. 
Voor deze prikkel heeft het zintuig de laagste drempelwaarde.



Toch kunnen zintuigcellen ook andere, niet-adequate prikkels waarnemen, maar de drempelwaarde hiervoor is veel hoger. 

Slide 9 - Tekstslide

Adequate prikkels 

Slide 10 - Tekstslide

 Typen zenuwcellen
Drie typen zenuwcellen:
  • Gevoelszenuwcellen
  • Schakelcellen 
  • Bewegingszenuwcellen

Slide 11 - Tekstslide

Gevoelszenuwcellen
Gevoelszenuwcellen geleiden impulsen van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel. 





Soms is zo´n uitloper wel 1 meter lang; vanuit je teen naar je ruggenmerg. 

Slide 12 - Tekstslide

Bewegingszenuwcel

Slide 13 - Tekstslide

schakelcellen
schakelcellen geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel . 
Ze verbinden de uitlopers met uitlopers van de bewegingszenuwcel en de gevoelszenuwcel.

Slide 14 - Tekstslide

Vragen?

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende les =
Maak (online) van thema 5,
van extra stof 5.7 opdrachten 1 t/m 6

Ga aan de slag met het maken!

Slide 16 - Tekstslide

Een adequate prikkel is een prikkel onder de drempelwaarde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

welke van de onderstaande uitspraken is juist?
Een gevoelszenuwcel verbindt...
A
een spier met de hersenen
B
de huid met een spier
C
een zintuig met je hersenen
D
zenuwencellen onderling

Slide 18 - Quizvraag

op een prikkel die de drempelwaarde niet overschrijdt reageer je...
A
... wel
B
... niet
C
... heftiger
D
... nauwelijks

Slide 19 - Quizvraag

wat is gewenning?
A
je ruikt afval dat iets te lang in de hal heeft gestaan
B
je ruikt de geur van je hond niet meer na een tijdje
C
je ruikt het eten dat thuis wordt gemaakt
D
je ruikt een appeltaart die in de kantine wordt gebakken

Slide 20 - Quizvraag

Wat voor effect heeft prikkelsterkte op de impulsfrequentie?
A
Bij een sterke prikkel is de impulsfrequentie hoog
B
Bij een sterke prikkel is de impulsfrequentie laag
C
Bij een zwakke prikkel is de impulsfrequentie hoog

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een adequate prikkel
A
De prikkel waar een zintuig gevoelig voor is
B
De kleinste prikkel die een zintuig kan waarnemen
C
Een prikkel waar het zintuig ongevoelig voor is
D
Een signaal dat via de zenuwen naar de hersenen gaat

Slide 22 - Quizvraag

Aan het werk
Maken: 
1 t/m 6 
Eerder klaar? 
Leren voor de toets

Begrippen
drempelwaarde
impulsfrequentie
adequate prikkel
gewenning
gevoelszenuwcellen
schakelzenuwcellen
bewegingszenuwcellen
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wanneer zintuigen prikkels omzetten in zenuwimpulsen
 Je kunt de bouw en functie van drie typen zenuwcellen benoemen

Slide 23 - Tekstslide