In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
¡Buenos días!
Entregad los móviles, por favor.
Y coged los libros.
Slide 1 - Tekstslide
Metas
En esta clase repaso y practico...
1. los marcadores del Subjuntivo
2. el Imperativo con pronombres
3. el Futuro Simple
4. el Condicional
Slide 2 - Tekstslide
Indicativo
Subjuntivo - algunos marcadores
Beweren
- Creo que...
- Pienso que...
- Estoy seguro de que...
- Es verdad que.../Es cierto que...
Waarschijnlijk
- Es evidente que...
LET OP
cuando / mientras / aunque veranderen van betekenis wanneer ze gevolgd worden door subjuntivo of indicativo.
Verwerpen
- No creo que
- No pienso que...
- Dudo que...
- No es verdad que/Es mentira que...
Mogelijk
- Puede que...
Wens, hoop, angst, gevoel, doel
- Ojalá (que)... - Me gusta que...
- Quiero que... - Me molesta que...
- Me da miedo que... - para que...
Slide 3 - Tekstslide
Wens / hoop / gewenst gevolg
Ojalá que…
Esperar/querer que…
…para que…
Emotie
Tener/dar miedo (de) que…
Molestar/fastidiar que…
Alegrar que…
Onzekerheid
Dudar que…
No creer/pensar/suponer que…
Advies
Proponer/aconsejar que…
Het is (niet)…-stellingen
No es justo que…
Es una lástima que…
(no) es necesario/importante que…
timer
12:00
Slide 4 - Tekstslide
Imperativo + pronombres
Voorzetsels van het lijdend voorwerp (CD) en meewerkend voorwerp (CI) moet je in het Spaans soms vastplakken aan de imperativo.
Ook wedekerende voornaamwoorden (bij verbos reflexivos, zoals ducharse) plak je vast. Let op! Bij de vosotros-vorm vervalt dan de d: dúchados dúchaos
Volgorde is belangrijk: altijd éérst CI, dán CD
Soms moet je accentjes plaatsen om de klemtoon te behouden op de plek waar hij was zonder de pronombres erachter vastgeplakt.
Slide 5 - Tekstslide
Klemtoonregels
Eindigt een woord op een klinker, n of s? Dan is de klemtoon op de één-na-laatste lettergreep.
Eindigt een woord op een (andere) medeklinker? Dan valt de klemtoon op de laatste lettergreep.
Wil je hiervan afwijken? Dan heb je accentjes nodig.
tomad - tomadla
trae - tráemelas
Slide 6 - Tekstslide
Imprativo + Pronombre(s)
Maak de gebiedende wijs-vorm (tú of vosotros)
+ meewerkend voornaamwoord
+ lijdend voornaamwoord
Moet le/les (CI) veranderen in se?
Accent nodig voor oorspronkelijke klemtoon?
Volgorde
KLAAR
timer
10:00
Slide 7 - Tekstslide
Futuro Simple - ZAL/ZULLEN
hablar
beber
vivir
hablaré
beberé
viviré
hablarás
beberás
vivirás
hablará
beberá
vivirá
hablaremos
beberemos
viviremos
hablaréis
beberéis
viviréis
hablarán
beberán
vivirán
infinitief
infinitief FS
haber
habr-
poder
podr-
querer
querr-
poner
pondr-
salir
saldr-
tener
tendr-
venir
vendr-
decir
dir-
hacer
har-
irregulares
CONJUGACIÓN
De uitgangen zijn voor zowel -ar als -er als -ir alsook de onregelmatige werkwoordenhetzelfde. Let er wel op dat je de uitgangen hierbij zet achter het infinitief dus niet de stam.
USOS
- Intentie
- Aanname toekomst
- Vermoeden toekomst
- Voorspelling toekomst
- Aanname/vermoeden heden
Slide 8 - Tekstslide
Condicional - ZOU/ZOUDEN
hablar
beber
vivir
hablaría
bebería
viviría
hablarías
beberías
vivirías
hablaría
bebería
viviría
hablaríamos
beberíamos
viviríamos
hablaríais
beberíais
viviríais
hablarían
beberían
vivirían
infinitief
infinitief C
haber
habr-
poder
podr-
querer
querr-
poner
pondr-
salir
saldr-
tener
tendr-
venir
vendr-
decir
dir-
hacer
har-
irregulares
CONJUGACIÓN
De uitgangen zijn ook hier voor zowel -ar als -er als -ir alsook de onregelmatige werkwoordenhetzelfde. Ook hier zet je de uitgangen hierbij achter het infinitief, niet de stam.
Onregelmatige werkwoorden zelfde als bij Futuro Simple.
USOS
- Dar consejos
- Hablar de un futuro ideal
Slide 9 - Tekstslide
¡A practicar!
La clase pasada recibiste fichas con ejercicios extras. Cógelas y continúa. También hay una ficha nueva con la que puedes practicar toda la materia.
Slide 10 - Tekstslide
Futuro Simple: decir (ellos)
Slide 11 - Open vraag
Futuro Simple: saber (él)
Slide 12 - Open vraag
Futuro Simple: poder (tú)
Slide 13 - Open vraag
Condicional: ir (yo)
Slide 14 - Open vraag
Condicional: vivir (ustedes)
Slide 15 - Open vraag
Condicional: hacer (nosotros)
Slide 16 - Open vraag
Sub/Ind: Es una lástima que Aura no (tener) tiempo para aprender catalán.
Slide 17 - Open vraag
Sub/Ind: Lleva un abrigo. Puede que (hacer) mal tiempo.