De komende week gaan wij aan de slag met deel A, je gaat zelfstandig aan de slag met de taken. Wekelijks is er een weektaak in de les, zorg ervoor dat je deze aan het eind van de week af hebt getekend.
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4
In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Werken in de thuiszorg bij ouderen deel A
De komende week gaan wij aan de slag met deel A, je gaat zelfstandig aan de slag met de taken. Wekelijks is er een weektaak in de les, zorg ervoor dat je deze aan het eind van de week af hebt getekend.
Slide 1 - Tekstslide
Het doel van deel A
Kunnen zorg dragen voor een goede eigen persoonlijke verzorging.
Een zorgvrager kunnen helpen bij:
het wassen bij een wastafel
het aankleden
Kiezen van gezonde voeding
3. Kunnen samenwerken en overleggen met collega's
4. Een dekverband kunnen aanleggen
Slide 2 - Tekstslide
Werken met weektaken
In de volgende slide zie je de weektaken voor komende week. Het is de bedoeling dat je aan het einde van de week de opdrachten af hebt. Ook zie je een kolom met praktische opdrachten. Deze opdrachten lever je digitaal in via magister.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Hoe heet iemand die hulp krijgt van de thuiszorg?
A
zorgvrager
B
patiënt
C
klant
D
verzorgende
Slide 6 - Quizvraag
Wie werkt er in de thuiszorg? Er zijn twee antwoorden juist.
A
B
C
D
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Welke werkzaamheden voer je uit als je in de thuiszorg werkt?
Slide 9 - Open vraag
Wat is een mantelzorger?
A
Iemand van de thuiszorg
B
Familie of vrienden die voor je zorgt
C
Vrijwilligers werk
D
Een thuisbegeleider
Slide 10 - Quizvraag
Voor je de zorgvrager helpt zorg je voor persoonlijke verzorging. Waar let je op?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Video
Wanneer zou je de zorgvrager bij een wastafel wassen in plaats van douchen?
Slide 13 - Open vraag
Noem een paar tips bij het wassen aan de wastafel
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Video
Verbale communicatie
Non-verbale communicatie
Je kijkt boos
Je vraagt een klasgenoot om een pen
Je schrijft tijdens de les een briefje naar een vriendin
Knipogen
"Goedemorgen!"
Zwaaien naar een bekende
Zonder woorden
Met woorden
Slide 16 - Sleepvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Waar let je als eerst op als je iemand help met aan- en uitkleden?
A
Of de kleding vies is
B
Persoonlijke verzorging
C
Welke kleding je uitkiest
D
Zorg voor een goede werkomgeving
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Video
Waarom is het belangrijk om je aan de schijf van vijf te houden?
Slide 21 - Open vraag
Stel een gezonde dagmenu samen.
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Video
Wanneer gebruik je een dekverband?
Slide 24 - Open vraag
Je helpt de zorgvrager met zijn ontbijt. De zorgvrager wil zijn boterham zelf snijden. Per ongeluk snijd hij zichzelf in de hand. Wat doe je?
Slide 25 - Open vraag
Hygiene in de zorg
Slide 26 - Tekstslide
. Wat kan er gebeuren als je een wond verzorgt met vieze handen of vies verbandmateriaal?
Slide 27 - Open vraag
Wat moet je doen als er geen schoon water aanwezig is?
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Video
Dit is een:
A
Eerstegraads brandwond
B
Tweedegraads brandwond
C
Derdegraads brandwond
Slide 30 - Quizvraag
Dit is een:
A
Eerstegraads brandwond
B
Tweedegraads brandwond
C
Derdegraads brandwond
Slide 31 - Quizvraag
De huid is tot de lederhuid stuk, je hebt veel pijn en blaren. Welke soort brandwond is dit?
A
1e graads brandwond
B
2e graads brandwond
C
3e graads brandwond
Slide 32 - Quizvraag
Moet je brandwond met koud water afspoelen?
A
Nee
B
Ja
Slide 33 - Quizvraag
Hoeveel minuten moet je minimaal koelen bij een brandwond?
A
5
B
15
C
10
D
1
Slide 34 - Quizvraag
Bij het verzorgen van een brandwond gebruik je een metalinne kompres
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quizvraag
Een kind op de fiets krijgt een botsing met EHBO: stabiele zijligging toepassen een auto. Het kind valt en raakt buiten bewustzijn. Een voorbijganger stelt vast dat het hart nog klopt en het kind nog ademt. Hij hoeft niet te reanimeren. Welke EHBO vaardigheid pas je toe?
Slide 36 - Open vraag
Protocol en zorgdossier
In het zorgdossier staat alle informatie die relevant is voor de zorg, begeleiding en de behandelingen van jouw cliënt.
Een protocol geeft regels en richtlijnen waaraan je je moet houden tijdens je werk.
Met een protocol weet je hoe je een bepaalde handeling moet doen. Met een zorgdossier weet je waarmee je een bepaalde zorgvrager moet helpen.
Slide 37 - Tekstslide
Wat is een protocol?
A
Een protocol geeft regels en richtlijnen waaraan je je moet houden tijdens je werk.
B
een ander woord voor ergonomisch werken
C
dossier waarin belangrijke gegevens van cliënt staan
D
geen van allen
Slide 38 - Quizvraag
Leg in je eigen woorden uit wat een zorgdossier is.
Slide 39 - Open vraag
Hygiëne
Hygiëne is heel belangrijk bij de persoonlijke verzorging.
Het is prettig voor een zorgvrager als de zorgverlener schoon en netjes is. Dan kan de zorgvrager erop vertrouwen dat je professioneel werkt.
Handen wassen is een hygiënemaatregel.
Schone kleding of beroepskleding dragen is ook een maatregel voor betere hygiëne.
Slide 40 - Tekstslide
Waarmee voorkom je infecties?
A
Je handen wassen
B
Je handen desinfecteren
C
Je handen verzorgen
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 41 - Quizvraag
Waarom beschermt het wassen van je handen de zorgvrager én jouzelf?
Slide 42 - Open vraag
Communicatie
Slide 43 - Tekstslide
Hoe heet een storing in de communicatie?
A
irritatie
B
ruis
C
afleiding
D
geluid
Slide 44 - Quizvraag
Een goede manier om actief te luisteren is door veel open vragen te stellen. Geef nog 3 andere voorbeelden van actief luisteren.
Slide 45 - Open vraag
Afsluiting
Deze week heb je deel A afgemaakt, je hebt de praktische opdrachten ingeleverd bij de docent. Wees verantwoordelijk en zorg ervoor dat deel A op tijd wordt afgetekend. Geen praktijkopdrachten = geen punten!