Week 49/50 - uitleg Samentrekking controleren - 3C

Welkom
Woensdag 14 december
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Woensdag 14 december

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Huiswerkcontrole (opdr. 2,3,4 - samentrekking)
  • Terugblik grammatica zinsdelen - samentrekking
  • Uitleg formuleren H2 (vrijdag uitleg spelling)
  • In week 2 - les 2 - formatieve opdracht in Magister over grammatica zinsdelen (vwo-boek H1, havo-boek H2) en formuleren (vwo-boek H1, havo-boek H2). Boek/aantekening mag erbij!

Slide 2 - Tekstslide

3AIn de bibliotheek kun je spannende boeken en films lenen. Hier is een samentrekking op:
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 3 - Quizvraag

3B Mijn zus verft haar haar altijd kastanje- of chocoladebruin. Hier is een samentrekking op:
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 4 - Quizvraag

4-1-Welke woorden zijn weggelaten en welk niveau is het? De eerste trein reed van Amsterdam naar Haarlem en bestond uit coupés in de eerste, tweede en derde klasse

Slide 5 - Open vraag

Samentrekking - op zinsniveau
Je mag niet altijd woorden samentrekken (weglaten). Doe je dit wel, als het niet mag => foutieve samentrekking.

Slide 6 - Tekstslide

3 voorwaarden voor een samentrekking
  • De weggelaten woorden hebben dezelfde functie (zinsdeel/woordsoort)
  • De weggelaten woorden hebben dezelfde betekenis
  • De weggelaten woorden hebben hetzelfde getal (enkelvoud/meervoud)
- als de woorden die blijven staan. 


Wordt er niet aan één van deze voorwaarden voldaan? Foutieve samentrekking

Slide 7 - Tekstslide

Dezelfde functie
Hij heeft een beste baan maar er ook voor gestudeerd.

Weggelaten woorden: hij, heeft
heeft = zww
heeft = hww gestudeerd = zww

Is niet hetzelfde dus foutieve samentrekking


Slide 8 - Tekstslide

Dezelfde betekenis
Zij blies de ballon op en de kaars uit.

 

Weggelaten woorden: zij, blies.
Opblazen <=> uitblazen
Dus foutieve samentrekking

Slide 9 - Tekstslide

Hetzelfde getal
In onze straat wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd.

Weggelaten: worden
wordt - worden
Dus een foutieve samentrekking

Slide 10 - Tekstslide

Stappenplan
  1. Noteer de woorden die in het tweede deel zijn weggelaten.
  2. Bepaal de functie/getal/betekenis van de woorden in 1e deel van de zin.
  3. Bepaal de functie/getal/betekenis van de woorden in 2e deel van de zin.
  4. Controleer of functie, getal, betekenis hetzelfde zijn. Zo ja; samentrekking correct.
  5. Foutieve samentrekking: plaats de woorden die niet correct zijn in de zin 

Slide 11 - Tekstslide

Mijn les Nederlands was vandaag weer geweldig en zal ik daarom niet snel vergeten.
A
niet dezelfde functie
B
niet dezelfde betekenis
C
niet hetzelfde getal

Slide 12 - Quizvraag

Quinty is verhuisd en dokter
  1. Quinty is 
  2. Quinty (ow, enkv), is (hww, enkv)
  3. Quinty (ow, enkv), is (kww, enkv)
  4. Samentrekking is niet correct
  5. Quinty is verhuisd en is dokter

Slide 13 - Tekstslide

Zij gaf veel om haar vader en hem een cadeautje.
A
Samentrekking
B
Foutieve samentrekking, want fout in functie
C
Foutieve samentrekking, want fout in getal
D
Foutieve samentrekking, want fout in betekenis

Slide 14 - Quizvraag

Zij wordt onderwijzeres en in Nijmegen opgeleid.
A
Samentrekking
B
Foutieve samentrekking, want fout in getal
C
Foutieve samentrekking, want fout in functie
D
Foutieve samentrekking, want fout in betekenis

Slide 15 - Quizvraag

Peter gaf zijn moeder een bos bloemen en zijn zusje een boekenbon.
A
Samentrekking
B
Foutieve samentrekking, want fout in getal
C
Foutieve samentrekking, want fout in getal
D
Foutieve samentrekking, want fout in getal

Slide 16 - Quizvraag

Werkdoelen
- VWO-boek: maak opdr. 2, 3 en 4 (H1 Formuleren)
- HAVO-boek: maak opdr. 1, 2 en 3 (H2 Formuleren)

Slide 17 - Tekstslide