Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Nieuwsbegrip week 17-19 - AA - Niet iedereen blij met toeristen
Nieuwsbegrip toeristen
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 4-6
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nieuwsbegrip toeristen
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet jij over
toeristen?
Slide 2 - Woordweb
Tekst lezen
Voor - koor - door
Slide 3 - Tekstslide
Jeugdjournaal kijken
Slide 4 - Tekstslide
Wat vinden de inwoners van de steden van alle toeristen?
Slide 5 - Open vraag
Over welke steden wordt geschreven in de inleiding?
A
Barcelona en Venetië
B
Venetië en Amsterdam
C
Brussel, Amsterdam en Barcelona
D
Barcelona, Venetië en Amsterdam
Slide 6 - Quizvraag
Wat was het probleem in Barcelona?
Slide 7 - Open vraag
Wat was de oplossing van het probleem in Barcelona?
A
Men vertelt de toeristen gelijk welke bus ze naar het park moeten nemen.
B
Men vertelt toeristen niet meer met welke bus ze naar Parc Guell kunnen.
C
Men vertelt toeristen op de eerste dag al dat ze de stad weer moeten verlaten.
Slide 8 - Quizvraag
Lees: toerisme, voordelen en nadelen.
Wat zijn de 2 voordelen van toerisme?
A
Drukte is niet goed voor de natuur
B
Er komen overal hotels, wegen en campings
C
Mensen kunnen geld verdienen aan toeristen
D
Toerisme zorgt voor veel werk in een gebied
Slide 9 - Quizvraag
Lees: toerisme in Nederland.
Welke Nederlandse plek wil iets doen aan de drukte van toeristen?
A
Amsterdam wil dat er minder schepen met toeristen naar de stad komen.
B
De Keukenhof wil dat er minder schepen met mensen naar de tulpen komen kijken.
C
Kinderdijk wil dat er meer mensen met schepen naar Amsterdam gaan.
Slide 10 - Quizvraag
Lees regel 9.
Wie of wat wordt er bedoeld met DAT?
A
Schepen met toeristen (regel5)
B
Die drukte (regel7)
C
Dat er minder mensen komen (regel8)
Slide 11 - Quizvraag
Lees regel 14-15.
Wiens werk wordt bedoeld?
Slide 12 - Open vraag
Lees regel 22-23.
Wie of wat wordt bedoeld met ZE?
Slide 13 - Open vraag
Lees regel 28.
Wie wordt bedoeld met DAT?
A
Steden zien er anders uit (regel26)
B
Die drukte (regel26)
C
Bewoners die zich aanpassen aan de toeristen (regel27-28)
Slide 14 - Quizvraag
Lees regel 36.
Wat wordt bedoeld met HET?
A
Nederlands eten in sommige restaurants bestellen (regel30)
B
Veel toeristen naar Nederland laten komen (regel32)
C
Minder schepen met toeristen naar de stad laten komen (regel35)
Slide 15 - Quizvraag
Wat voor nieuws
heb je geleerd?
Slide 16 - Woordweb
Meer lessen zoals deze
nieuwsbegrip
Mei 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 5
NB Niet iedereen blij met toeristen.
Mei 2024
- Les met
13 slides
NT2
ISK
Niet iedereen blij met toeristen (verwijswoorden)
April 2024
- Les met
15 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 4
Burgerschap - Algemeen tekstbegrip | Wonen tussen toeristen op Ibiza
September 2024
- Les met
13 slides
door
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Mummies in Egypte
December 2019
- Les met
23 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Burgerschap - Algemeen tekstbegrip | Wonen tussen toeristen op Ibiza
September 2024
- Les met
13 slides
door
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Nieuwsbegrip mozart week 13 - A
April 2024
- Les met
16 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 4,5
Nieuwsbegrip - Ongeluk door bliksem week 36 - tekst AA
September 2024
- Les met
13 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 4