MIBI2 Virussen + hond +kat

Hoe was jullie vakantie??
1 / 38
volgende
Slide 1: Open vraag
paraveterinaire vakkenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoe was jullie vakantie??

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je inmiddels over bacteriën?

Slide 5 - Woordweb

Welke hoort er niet bij?
A
Symbiont
B
Apathogeen
C
Voorwaardelijk pathogeen
D
Hoog virulent

Slide 6 - Quizvraag

Via welke route kunnen we met een ziekteverwekker besmet raken?

Slide 7 - Open vraag

Wat hebben ALLE micro-organismen nodig voor hun bestaan/vermeerdering?
A
water, voedsel, zuurstof
B
warmte, zuurstof
C
zuurstof, PH,
D
water, voedsel

Slide 8 - Quizvraag

Tegen welke micro-organisme kun je niet vaccineren?
A
Leptospira spp
B
Clostidium tetani
C
Trichopyton equinum
D
E. Cuniculi

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen RNA en DNA virus?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Welke virus veroorzaakt de besmettelijke leverziekte?
A
corona virus
B
adeno virus type 1
C
Calici virus
D
hepalis virus

Slide 21 - Quizvraag

Welke ziekteverwekkers kunnen de besmettelijke hondenhoest veroorzaken?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Tegen welke kattenvirussen wordt nog niet standaard gevaccineerd?

Slide 27 - Woordweb

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Via welke route wordt hondenziekte verspreidt?
A
direct, hoesten
B
direct en indirect
C
indirect, via ontlasting

Slide 31 - Quizvraag

Wat is waar?
A
DNA virus heeft een dubbele DNA streng
B
DNA virus overleeft kort buiten de gastheer
C
RNA virussen muteren bijna niet
D
RNA is erg hardnekkig; reinigen en desinfecteren is noodzakelijk

Slide 32 - Quizvraag

FIP staat voor Feline Infective Parvo virus
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

FIP wordt veroorzaakt door
A
corona virus
B
leukemie virus
C
parvo virus
D
herpes virus

Slide 34 - Quizvraag

FIP ontwikkelt zich sneller door
A
stress
B
lage weerstand
C
veel katten bij elkaar
D
alle antwoorden kunnen

Slide 35 - Quizvraag

Kattenziekte wordt veroorzaakt door
A
corona virus
B
parvo virus
C
herpes virus
D
leukemie virus

Slide 36 - Quizvraag

FIV staat voor feline immunodificiëntie virus, dit komt vaker voor in grotere katten populaties
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide