Les 4

Les 4
Anatomie
Het ontstaan van de zwangerschap

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 4
Anatomie
Het ontstaan van de zwangerschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

planning
leerdoelen
theorie
opdracht
evaluatie
huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe een zwangerschap tot stand komt
Aan het einde van de les weet je welke zwangerschapskwalen normaal zijn
Aan het einde van de les ben je in staat een zwangere vrouw te adviseren over lichaamsverzorging

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vrouwelijke geslachtsorganen ken je

Slide 4 - Woordweb

Uitwendige geslachtsorganen:
de kittelaar (clitoris);
de grote schaamlippen (labia majora);
de kleine schaamlippen (labia minora);
het maagdenvlies (hymen);
de schaamheuvel (mons veneris).

Inwendige geslachtsorganen:
de baarmoeder (uterus);
de eileiders (tubae);
de eierstokken (ovaria);
de baarmoederhals (cervix);
de baarmoedermond (portio), het gedeelte dat in de schede uitsteekt;
de schede (vagina), het inwendige deel van het geslachtsorgaan.
Welke mannelijke geslachtsorganen ken je?

Slide 5 - Woordweb

Tot de mannelijke geslachtsorganen behoren:
de zaadballen (testes), waarin de zaadcellen worden gevormd;
de bijballen (epididymes), die dienen als verzamelruimte voor de zaadcellen;
de zaadleider (ductus deferens), die het zaad verder vervoert;
de plasbuis (urethra);
de zaadblaas (vasicula seminalis), een sterk gekronkelde buis met zijbuizen die uitmondt in de zaadleider;
de voorstanderklier (prostaat), die onder de blaas ligt en waar de plasbuis en zaadleider doorheen lopen;
de balzak (scrotum);
de penis.

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ovulatie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hCG
oestrogeen
Progesteron
Oxytocine
HLP
Prolactine
relaxine

Slide 8 - Tekstslide

hCG
Het hCG-hormoon (humaan choriongonadotrofine) is vaak het eerste zwangerschapshormoon waarmee vrouwen te maken krijgen. Het wordt namelijk gemeten bij het nemen van een zwangerschapstest! Dit hormoon zorgt voor de eerste zwangerschapssymptomen zoals hoofdpijn, vermoeidheid, misselijkheid, duizeligheid en stemmingswisselingen.

Ook zorgt hCg voor de stop van de nieuwe productie van eicellen wanneer je eenmaal zwanger bent. Daarnaast zorgt dit hormoon voor de groei en de bescherming van het embryo. Na 16 weken zwangerschap zal de productie van het hCG-hormoon een stuk minder worden, en zullen waarschijnlijk dus ook zwangerschapskwaaltjes afnemen.

Oestrogeen
Oestrogeen zal erg toenemen aan het einde van de zwangerschap. Dit hormoon zorgt voor de groei van je borsten, door de groei van je bloedvaten en de melkklieren te stimuleren. Ook stimuleert dit hormoon de groei van je baarmoeder. Het zorgt dus mede voor je grote buik en grotere borsten.

Progesteron
Progesteron zorgt onder andere voor vergeetachtigheid tijdens de zwangerschap. Dit hormoon zorgt er namelijk voor dat je hersenen lichtelijk verslappen! Maar gelukkig zorgt progesteron er ook voor dat het samentrekken van je baarmoeder wordt voorkomen. Daarom neemt dit zwangerschapshormoon ook af tegen het einde van de zwangerschap, zodat de weeën op gang kunnen komen. Daarnaast kan dit hormoon ervoor zorgen dat je vaak moet plassen en last hebt van vermoeidheid.

Oxytocine
Oxytocine is een hormoon dat vooral tijdens de bevalling erg toeneemt. Het wordt ook wel het knuffelhormoon genoemd, wat wil zeggen dat dit hormoon de stress beperkt en het verbondenheidsgevoel bevordert. Oxytocine wordt normaal gesproken beperkt door progesteron, maar tijdens de bevalling draait dit om.

HPL: Humaan Placentair Lactogeen
HPL is aanwezig tijdens de zwangerschap om de productie van het hormoon prolactine af te remmen. Ook voorkomt dit hormoon dat je lichaam het embryo afstoot. Na de bevalling neemt dit hormoon af in verband met de borstvoeding.
Prolactine
Dit hormoon speelt een grote rol bij het aanmaken van borstvoeding. Het bereidt het borstweefsel voor op het geven van borstvoeding en zorgt voor het vrijlaten van moedermelk. Je merkt dat dit hormoon actief is door de groei Prolactine wordt voor de bevalling afgeremd voor HPL.
Relaxine
Dit zwangerschapshormoon zorgt er tijdens de zwangerschap voor dat de steungevende banden van je gewrichten wat verslappen en verweken. Dit kan zich uiten in bekkeninstabiliteit en rugklachten, en daar kun je van gaan waggelen! Dit hormoon is wel van groot belang tijdens de bevalling. Doordat het bekken wat soepeler is geworden komt je baby namelijk veel makkelijker naar buiten

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bevruchting

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DNA
22X (eicel van de vrouw) + 22X (zaadcel van de man) = 44XX (samen 46). Dit is een meisje.

22X (eicel van de vrouw) + 22Y (zaadcel van de man) = 44XY (samen 46). Dit is een jongetje.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

haploide en diploid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we van een embryo?
A
bevruchting tot 12 weken zwangerschapsduur
B
4 tot 10 weken zwangerschapsduur
C
bevruchting tot geboorte
D
innesteling tot 20 weken zwangerschapsduur

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we van een foetus?
A
6-10 weken na bevruchting
B
Wanneer de zwangerschap 10 weken is, 8 weken na de bevruchting
C
vanaf 12 weken na de bevruchting
D
foetus is hetzelfde als embryo

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Benoemt de geslachtscellen en waar deze worden aangemaakt
- Legt uit hoe een follikel en een corpus luteum zich ontwikkelen en waarom beide
nodig zijn
- Legt uit wat de zaadblaasjes, prostaat en klieren van Cowper voor een functie hebben 
- Legt uit wat de meiose is en wanneer deze plaats vindt
- Legt uit wat het verschil is ontstaan van eicellen bij de vrouw en zaadcellen bij de man als het
gaat om de productie
- Benoemt waarom de testis buiten het lichaam ligt
- Legt uit wat de rol van FSH en LH is bij de man
- Legt uit hoe de hormonen FSH, LH, oestrogeen en progesteron samen werken bij de vrouw
- Legt uit wat menstruatie is en benoemt de 3 fases
- Legt uit wat de menopauze is, wanneer dit ongeveer begint en welke symptomen 
- Legt uit hoe de bevruchting tot stand komt en hoeveel dagen beide cellen in leven blijven
- Leg de termen haploïd en diploïd uit en wat het verschil is in chromosomen

Slide 16 - Tekstslide

Na de overgang, die plaatsvindt tussen het veertigste tot vijftigste levensjaar van de vrouw, stopt dit proces en in de menopauze – de periode in het leven van de vrouw waarin zij niet meer vruchtbaar is, dus na de laatste ongesteldheid – kan de vrouw niet meer spontaan zwanger worden.

De menstruatiecyclus bestaat uit twee onderdelen: de eisprong (ovulatie) en de ongesteldheid (menstruatie). Deze processen herhalen zich ongeveer elke vier weken, als de vrouw niet zwanger is. De dag waarop de menstruatie begint, is het begin van de menstruatiecyclus. In de vier weken die één cyclus duurt, gebeurt het volgende: tijdens de eerste twaalf dagen maakt de hypofyse (een klier in de hersenen die hormonen produceert) twee hormonen: FSH en LH (zie afbeelding). FSH is het follikelstimulerend hormoon en zorgt voor de groei van eicellen (follikels) in de eierstokken. LH is het luteïniserend hormoon.
Opdracht
Geslachtsorganen
In het Nederlands en in het Latijn. Je mag in duo's werken. 
15 minuten
https://www.anatomie-online.nl/voortplanting.html

Eerder klaar? Even iets voor jezelf doen in stilte

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wist je nog niet en is je nu duidelijk geworden?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies