Werkwoordspelling
Schrijf de tekst over in de verleden tijd.
Ik kan er niks aan doen, het gebeurt gewoon.
Ik hou het niet tegen, ik ben machteloos.
Ja, je kijkt me aan, ziet m'n Nikes gaan.
Het is al te laat.
Gaat het hier om sterke of zwakke werkwoorden?