1HV tekstopbouw hoofdstuk 3

1HV tekstopbouw hoofdstuk 3
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

1HV tekstopbouw hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
- Tekstopbouw
- Hoofdgedachte
- Kernzin
- Hoofd- en bijzaken
- Verwijswoorden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
In de inleiding wordt verteld wat het onderwerp van de tekst is. 

Doel: 
De aandacht van de lezer trekken. 
De lezer inleiden in het onderwerp. 

Slide 4 - Tekstslide

In de inleiding kun je aandacht trekken door een anekdote te vertellen of een vraag te stellen.
Middenstuk
In het middenstuk wordt de informatie gegeven.

Hier komen verschillende deelonderwerpen aan bod.

Het middenstuk bevat verschillende alinea's

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slot
In het slot wordt:
de belangrijkste informatie herhaald
een conclusie getrokken of 
een advies gegeven

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat een tweedelige tekst?
A
een inleiding en een middenstuk
B
een inleiding en een slot
C
een middenstuk en een slot

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van de inleiding?
A
aandacht trekken
B
de lezer inleiden
C
informatie geven
D
een conclusie trekken

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het middenstuk?
A
de aandacht trekken
B
een vraag stellen
C
informatie geven
D
samenvatten

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt in het slot behandeld?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Middenstuk
Slot
Aandacht trekken
Conclusie trekken
Informatie geven
Samenvatten
Nieuwsgierig maken

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdgedachte
Belangrijkste wat een schrijver over het onderwerp zegt.

Zoek het onderwerp
Wat is het belangrijkste dat de schrijver over het onderwerp zegt?
Formuleer het in 1 zin

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernzin
De kernzin is de belangrijkste zin in een alinea.

Is meestal de eerste zin in de alinea,
maar kan ook de tweede of 
laatste zin van een alinea zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernzin
Wat is de kernzin in deze alinea?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken: 
het belangrijkste dat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd

Bijzaken:
Minder belangrijke informatie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwijswoorden
Een woord dat naar een ander woord verwijst.

De vrouw had een roos in haar haar.
Zij kwam uit Spanje

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de belangrijkste zin in een alinea?
A
kerngedachte
B
inleidende zin
C
hoofdgedachte
D
kernzin

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij woonde in Haaksbergen. Dat is een dorp. Wat is hier het verwijswoord?
A
Hij
B
in
C
dat
D
dorp

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag...
Maak de leestaak uit hoofdstuk 3.3

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies