W39 BIO 2KL2 BS 3 en BS 4 THEMA 2

Leerdoel 
  • Je moet met behulp van informatie adviezen voor een gezonde voeding kunnen geven.
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Leerdoel 
  • Je moet met behulp van informatie adviezen voor een gezonde voeding kunnen geven.

Slide 1 - Tekstslide

Gezonde voeding is?

Slide 2 - Woordweb

Wat is ongezonde voeding?

Slide 3 - Woordweb

Je gaat een quiz maken over gezond leven. Wat denk jij?
A
Ik weet heel veel over gezond leven
B
Ik weet een beetje over gezond leven
C
Ik weet heel weinig over gezond leven
D
Ik weet echt niks over gezond leven

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Wat is de basis van een gezonde voeding ?
A
Veel koolhydraten
B
Variatie
C
Geen vlees eten
D
Veel groente eten

Slide 6 - Quizvraag

schijf van 5
1. groente en fruit
2. olie en vet
3. vlees,ei, vis, zuivel,noten,peulvruchten
4. brood, graanproducten, aardappelen
5. dranken

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van gezonde voeding?
A
Kaas
B
Rijstwafel
C
Ontbijtkoek
D
Kwark

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de basis van een gezonde voeding ?
A
Veel koolhydraten
B
Variatie
C
Geen vlees eten
D
Veel groente eten

Slide 9 - Quizvraag

welke zijn allemaal gezonde voeding

A
water, fruit, groente, frisdrank en pizza
B
water, ei, melk, brood, fruit, groente en groente pizza
C
water, peer, mayo, appel, banaan en perzik
D
aardappels, broccoli, kipfilet, water, ei en kalkoen

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Gezonde dingen om te eten
B
Middelen om voeding te maken
C
Alles wat we eten
D
Alles wat we eten en drinken

Slide 11 - Quizvraag

Is vezelrijke voeding goed voor jou?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Wat doet het Voedingscentrum? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Opstellen van nieuwe voedingsvoorlichting
B
Geven van advies aan de regering
C
Onderzoek doen
D
Gezonde en duurzame voeding bevorderen

Slide 13 - Quizvraag

Juiste voeding is belangrijk voor je huid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn functies van voeding?
A
Geestelijk
B
Religieus
C
Lichamelijk
D
Sociaal

Slide 15 - Quizvraag

Voeding heeft invloed op de gezondheid. Wat is de schijf van 5?
A
Schiet schijf
B
Een spel
C
Schijf met welvaartsziektes
D
Voedingsadvies

Slide 16 - Quizvraag

De schijf van vijf bestaat uit ... vakken
A
4
B
6
C
5
D
7

Slide 17 - Quizvraag

Wat is gezond eten?
A
gevarieerd, volgens de schijf van 5
B
Veel fruit eten en patat
C
Geprepareerd volgens de schijf van 8
D
gevarieerd, met een hoge vetinname

Slide 18 - Quizvraag

TGT
Te gebruiken to is bij........
A
Kort houdbare producten
B
Lang houdbare producten

Slide 19 - Quizvraag

THT
Te gebruiken to is bij........
A
Kort houdbare producten
B
Lang houdbare producten

Slide 20 - Quizvraag

Leerdoelen 
  • Je moet de oorzaken en de gevolgen van overgewicht en ondergewicht kunnen noemen. Je moet kunnen aangeven hoe je kunt bepalen of je gewicht gezond is. Je moet ook goede en minder goede manieren kunnen noemen om af te vallen.
  • Je moet mogelijke oorzaken en een voorbeeld van eetstoornissen kunnen noemen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

BMI bepalen
Body Mass Index
www.voedingcentrum.nl 

Slide 23 - Tekstslide

Noem 3 nadelen van ondervoeding?

Slide 24 - Open vraag

Noem 3 nadelen van overgewicht?

Slide 25 - Open vraag

ondervoeding bij kleine kinderen, wat is het effect?

Slide 26 - Open vraag

Kan iemand die overgewicht heeft ook ondervoed zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Wat kan een oorzaak zijn van overgewicht bij kinderen die veel bezig zijn met gamen?
A
Te veel eten
B
Te weinig beweging
C
Te weinig slaap

Slide 28 - Quizvraag

Wat kan je doen aan overgewicht?
A
Maaltijden overslaan
B
Ongezond eten
C
Meer bewegen/sporten
D
Meer bewegen en je eetpatroon aanpassen

Slide 29 - Quizvraag

Hoeveel calorieën mag een man en een vrouw per dag hebben.
A
Man: 2000 cal Vrouw: 2000 cal
B
Man: 2000 cal Vrouw: 2500 cal
C
Man: 2500 cal Vrouw: 2000 cal
D
Man: 3000 cal Vrouw: 2500 cal

Slide 30 - Quizvraag

BMI staat voor
A
Je gewicht in verhouding tot je lengte
B
Je gewicht in verhouding tot je leeftijd
C
Je leeftijd in verhouding tot je lengte
D
Je lengte in verhouding tot je massa

Slide 31 - Quizvraag

Welk voedingsmiddel zal je voor een persoon met 'obstipatie' adviseren?
Volgende slide kies je het juiste antwoord

Slide 32 - Tekstslide

Welk voedingsmiddel zal je adviseren aan een mager en zeer actief persoon?
A
Emmentaler
B
Groentespread
C
Pindakaas
D
Geitenkaas

Slide 33 - Quizvraag

Welk voedingsmiddel adviseer je aan een mager en zeer actief persoon? 
Volgende slide kies je het juiste antwoord

Slide 34 - Tekstslide

Welk voedingsmiddel zal je voor een persoon met 'obstipatie' adviseren?
A
Pindakaas met stukjes noot
B
Gruyere
C
Groentespread
D
Sesampasta

Slide 35 - Quizvraag