H7, Grammatik

Het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de vierde naamval (akkusativ) 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de vierde naamval (akkusativ) 

Slide 1 - Tekstslide

ik
ich
jij
du
hij
er
zij
sie
het
es
wij
wir
jullie
ihr
zij
sie
u
Sie
wie: wer
wat: was
onderwerp
Beispiele: 
Ich kaufe ein Buch.
- Wer ist das?
- Wir gehen zum Supermarkt. 

Slide 2 - Tekstslide

Voorzetsels met vierde naamval
durch
door
für
voor (ten behoeve/ gunste van)
ohne
zonder
um
om
bis
tot
gegen
tegen

Slide 3 - Tekstslide

mij
mich
jou
dich
hem
ihn
haar
sie
het
es
ons
uns
jullie
euch
hun/hen
sie
u
Sie
Eerste naamval               Vierde naamval
ik
ich
jij
du
hij
er
zij
sie
het
es
wij
wir
jullie
ihr
zij
sie
u
Sie
wie: wer
wat: was
wie: wen
wat: was

Slide 4 - Tekstslide

mij
mich
jou
dich
hem
ihn
haar
sie
het
es
ons
uns
jullie
euch
hun/hen
sie
u
Sie
wie: wen
wat: was
Vierde naamval
Beispiele: 
- Dieses Geschenk ist für mich
- Ich gehe nicht ohne dich aus.
- Ich spiele nicht gegen euch. 

Slide 5 - Tekstslide

Für (wie) ist dieses Geschenk.
A
wer
B
wen
C
was

Slide 6 - Quizvraag

Ich kann nicht Ohne (u)……
A
Sie
B
sie

Slide 7 - Quizvraag

(hij) repariert das Auto.
A
Er
B
ihn

Slide 8 - Quizvraag

Ich habe immer alles für (je/jou) ….. gemacht!
A
dich
B
du

Slide 9 - Quizvraag

Hoe moeilijk of makkelijk is deze grammatica?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll