OHV-bec Constante & Variabele kosten

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Constante kosten

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Variabele kosten

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Grafiek break-evenanalyse: TO = TK

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de break-evenomzet?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de break-evenafzet?

Slide 11 - Open vraag

Wat is het verschil tussen BEO en BEA?
A
BEO is altijd in euro’s en BEA in stuks.
B
BEA kan in aantallen of in stuks zijn, BEO alleen in stuks.
C
BEO is altijd in aantallen, BEA altijd in euro's.

Slide 12 - Quizvraag

Als een evenementenorganisatie break-even draait, dan:
A
zijn alle kosten terugverdiend en heeft ze ook nog winst gemaakt
B
heeft ze verlies geleden
C
zijn alle kosten gedekt

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de break-even
afzet bij deze afbeelding?
A
100 stuks
B
50.000 stuks
C
175 stuks
D
55.000 stuks

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de break-even
omzet bij deze afbeelding?
A
€ 100
B
€ 50.000
C
€ 175
D
€ 55.000

Slide 15 - Quizvraag