In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Zoet water
Zout water
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Kunnen
De verschillende functies van water opnoemen.
De fasen en de fasen-overgangen van water benoemen .
De waterkringloop tekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Hoe kun je dit bereiken?
Lees eerst voor jezelf Basisstof 1 van Module 5 door.
Bekijk dan deze LessonUp les (incl. luisteren + oefenen).
Maak tot slot de Huiswerk opdrachten.
Huiswerkopdrachten: 2, 4, 7, 11, 13
Veel succes en groet, Hellen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Faseveranderingen
Fasedriehoek
Sublimeren
IJs (gestold water) gaat direct over in waterdamp.
Rijpen
Gasvormig water (waterdamp) gaat rechtstreeks over naar de vaste fase.
Gasfase
Moleculen bewegen kriskras door elkaar. De onderlinge afstand tussen de moleculen is veel groter dan in de vloeibare fase.
Vaste fase
In de vaste fase zitten de moleculen dicht op elkaar. De moleculen kunnen niet door elkaar heen bewegen, maar trillen wat op hun plaats.
Vloeibare fase
In de vloeibare fase hebben moleculen geen vaste plaats meer, ze bewegen voortdurend kriskras door elkaar heen.
Condenseren
Wanneer waterdamp afkoelt verandert het in vloeibaar water. Dit proces noem je condenseren.
Verdampen
Vloeibaar water verdampt bij een temperatuur tussen de 0 -100 graden Celsius. Het wordt dan gasvormig water. De snelheid waarmee het water verdampt hangt af van de temperatuur. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller het water verdampt.
Slide 5 - Tekstslide
Water in ons lichaam
Slide 6 - Tekstslide
De meeste stoffen kunnen voorkomen in drie fasen: vaste stof, vloeistof en gas.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Water komt op aarde in verschillende fasen voor! Hoeveel fasen zijn dit?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 8 - Quizvraag
In welke fase bevindt mist zich?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
D
waterdamp
Slide 9 - Quizvraag
Welke volgorde vindt plaats bij het verwarmen van een ijsblokje? 1. Vaste Fase 2. Gasvormige Fase 3. Smelten 4. Verdampen 5. Vloeibare Fase
A
1-4-2-3-5
B
2-4-5-3-1
C
1-3-5-4-2
D
2-3-5-4-1
Slide 10 - Quizvraag
Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren
Slide 11 - Quizvraag
Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren
Slide 12 - Quizvraag
Rijpen is een:
A
Vaste stof
B
Fase
C
Gas
D
Faseovergang
Slide 13 - Quizvraag
Veranderen de moleculen bij een faseovergang?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Welke faseovergang zie je hier?
A
verdampen
B
stollen
C
condenseren
D
smelten
Slide 15 - Quizvraag
Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken
Slide 16 - Quizvraag
Door welke faseovergang is dit ijs ontstaan?
A
rijpen
B
bevriezen
C
smelten
D
condenseren
Slide 17 - Quizvraag
Kun je op de volgende dia in de grote waterkringloop aangeven op welke plek (A, B of C) de volgende faseovergangen (Stollen, Smelten, Condenseren) plaats vinden?
Slide 18 - Tekstslide
B.
A.
C.
Verdampen
Stollen
Condenseren
Slide 19 - Sleepvraag
Welke functie van water past bij de volgende omschrijving: zuurstof brengen naar je hart
A
Voedingsstof
B
Bouwstof
C
Transportmiddel
Slide 20 - Quizvraag
Je ogen bestaan voor 95% uit water. Water is hier een ...
A
Voedingsstof
B
Bouwstof
C
Transportmiddel
Slide 21 - Quizvraag
Water helpt in je maag bij het omzetten van eten in energie. Wat is hier een ...
A
Voedingsstof
B
Bouwstof
C
Transportmiddel
Slide 22 - Quizvraag
Waarover wil je nog meer uitleg?
Slide 23 - Open vraag
Leerdoelen
Check jezelf of je het volgende nu kunt:
De verschillende functies van water opnoemen.
De fasen en de fasen-overgangen van water benoemen .
De waterkringloop tekenen.
Slide 24 - Tekstslide
Extra
Als je het leuk vind om te weten waar het water op aarde vermoedelijk vandaan komt, bekijk dan het filmpje van de volgende dia.