Thema 2 - Het verteringsstelsel

Thema 2 - Het verteringsstelse
Waar zijn de voedingsstoffen nodig?
  • Waarom zijn voedingstoffen zo belangrijk?

  • Waar zijn de voedingsstoffen in ons lichaam nodig?

  • Op welke manier komen de voedingsstoffen daar?
timer
3:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 - Het verteringsstelse
Waar zijn de voedingsstoffen nodig?
  • Waarom zijn voedingstoffen zo belangrijk?

  • Waar zijn de voedingsstoffen in ons lichaam nodig?

  • Op welke manier komen de voedingsstoffen daar?
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Thema 2 - Het verteringsstelse
Ons lichaam lijkt op een donut
Cellen, weefsels en organen zijn onderdeel van ons lichaam.

MAAR de holtes in ons lichaam behoren niet tot de organen 

Alles wat in de holtes zit, is dus buiten het lichaam.



Slide 2 - Tekstslide

Thema 2 - Het verteringsstelse
Hoe komen de voedingsstoffen in ons bloed terecht?
  • Als de voedingsstoffen in onze mondholte, keelholte, slokdarm,   enz. (dus buiten het lichaam) zitten, kunnen ze niet in de cellen   worden opgenomen. 

  • Alleen in de dunne en dikke darm zitten hele kleine "openingen"   waar kleine voedingsstoffen doorheen kunnen. 

  • De grote voedingsstoffen moeten dus eerst klein gemaakt worden.   En dat proces noemen we vertering.

Slide 3 - Tekstslide

Thema 2 - Het verteringsstelse
De organen van het verteringsstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Thema 2 - Het verteringsstelse
Hoe komen de voedingsstoffen in het lichaam?
de kleine stoffen worden opgenomen in de dunne darm opgenomen.

Slide 5 - Tekstslide

Thema 2 - Het verteringsstelse
Hoe komen de voedingsstoffen in het lichaam?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe worden voedingsstoffen kleiner gemaakt?
  • Mechanische vertering
          door beweging kleinere brokjes maken 
          = oppervlaktevergroting. 

  • Chemische vertering
          door enzymen (soort schaartjes) de 
          verbindingen in de grote moleculen 
          knippen, zodat kleinere moleculen ontstaan.

Slide 7 - Tekstslide

Mechanische vertering
  • Kauwen vergroot het oppervlakte van het te verteren voedsel.
  • Hierdoor kunnen er meer enzymen bij de moleculen in het voedsel.

Slide 8 - Tekstslide

Chemische vertering
  • Door de kleine gaatjes in de dunne darm kunnen alleen kleine moleculen.

  • Koolhydraten, vetten en eiwitten zijn lange ketens van aan elkaar "geplakte" moleculen. 

  • Enzymen zijn soort schaartjes die in deze lange ketens kunnen knippen en er kleinere moleculen van kunnen maken. 

Slide 9 - Tekstslide

Werking van enzymen
Het enzym amylase "knipt" het lange koolhydraat zetmeel in kleinere brokjes, die we maltose noemen. 

Slide 10 - Tekstslide

Volledige vertering van zetmeel

Slide 11 - Tekstslide

De weg van het voedsel
welke weg legt het voedsel af door het verteringsstelsel?

Slide 12 - Tekstslide

De mondholte
  •  Kauwen maakt voedsel kleiner
  • Enzymen uit de speekselklieren verteren zetmeel

De tong beweegt het voedsel naar de keelholte
Door te slikken gaat het voedsel naar de slokdarm
De slokdarm beweegt het voedsel door de 
darmperistaltiek naar de maag

Slide 13 - Tekstslide

Gebitselementen
Gebitselementen zijn de tanden en kiezen

Er zijn drie soorten gebitselementen:
Snijtanden - functie?
Hoektanden - functie?
Kiezen - functie?



Slide 14 - Tekstslide

Gebitselementen
Gebitselementen zijn de tanden en kiezen

Er zijn drie soorten gebitselementen:
Snijtanden: stukken van het voedsel af te bijten
Hoektanden: stukken van het voedsel af te bijten
Kiezen: vermalen het voedsel



Slide 15 - Tekstslide

De maag
In de maag:
- Maagwandspieren kneden het voedsel
- Maagsapklieren voegen maagsap toe:
    - Water
    - Zoutzuur: dood bacteriën
    - Enzym: verteert eiwitten

Aan het eind van de maag laat de maagportier steeds een klein deel van het voedsel door naar de twaalfvingerige darm



Slide 16 - Tekstslide

De twaalfvingerige darm
In de twaalfvingerige darm wordt toegevoegd:
- Gal uit de galblaas: emulgeert vetten
- Alvleessap uit de alvleesklier: bevat enzymen 
die eiwitten, koolhydraten en vetten verteren.

Door de peristaltische beweging wordt 
de voedselbrei naar de rest van de dunne darm vervoerd.



Slide 17 - Tekstslide

De dunne darm - vertering
In de dunne darm:
- Darmsap wordt toegevoegd met 
enzymen voor de vertering van 
eiwitten, koolhydraten en vetten.
- De verteerde voedingsstoffen worden 
opgenomen in het bloed.




Opname van voedingsstoffen gebeurt via de darmwand. Het oppervlakte is heel groot, omdat de darmwand geplooid is, en op de darmplooien staan uitstulpingen: de darmvlokken
Door de peristaltische beweging wordt de brei door de dunne darm naar de dikke darm vervoerd 


Slide 18 - Tekstslide

De dunne darm - oppervlaktevergroting
  • De darmwand is sterk geribbeld
          = darmplooien
  • In de darmplooien zitten uitstulpingen
          = darmvlokken
  • De darmvlokken bestaan uit heel veel 
     cellen met uitsteeksels
         = microvilli
Alles bij elkaar is het een gigantische oppervlakte om zoveel mogelijk kleine moleculen op te kunnen nemen.  


Slide 19 - Tekstslide

De dikke darm en de blinde darm
De blinde darm is een doodlopend stuk darm met 
aan het einde een wormvormig aanhangsel 
en bevat bacteriën.


De dikke darm haalt water uit de voedselbrij
en bevat veel nuttige bacteriën.


Door de darmperistaltiek worden de onverteerde resten vervoerd naar de endeldarm.


Slide 20 - Tekstslide

De endeldarm
In de endeldarm worden de 
onverteerde voedselresten verzameld.

Aan het eind van de endeldarm 
zit een sterke kringspier: de anus.

Doordat de kringspieren van de anus 
ontspannen wordt de endeldarm geleegd.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide