Artikel schrijven

Een artikel schrijven !
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Een artikel schrijven !

Slide 1 - Tekstslide

Opbouw van een artikel 
Pakkende titel 

Inleiding: hier introduceer je het onderwerp en schrijf je waarom je dit stuk schrijft (aanleiding)

Middenstuk: schrijf over elk deelonderwerp één alinea. Gebruik signaalwoorden.

Slot: hier geef je een conclusie, korte samenvatting of advies.

Slide 2 - Tekstslide

In de inleiding noem je het onderwerp van het artikel. 


Zo schrijf je een artikel
Daarnaast kun je:
- de aanleiding vertellen (waarom je over het onderwerp schrijft).
- een voorbeeld geven van het onderwerp.
- een kort, grappig verhaaltje (anekdote) vertellen over het onderwerp.
- een vraag stellen die je in de tekst gaat beantwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

In het middenstuk schrijf je over elk deelonderwerp één alinea. 


Zo schrijf je een artikel
Schrijf de belangrijkste informatie 
over het deelonderwerp in de eerste zin
Ga op dezelfde regel verder en geef 
in de rest van de alinea voorbeelden 
of uitleg bij het deelonderwerp.
  
Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea 
een signaalwoord gebruikt, zoals ook, ten tweede, bovendien.

Plaats tussenkopjes boven de alinea's (dezelfde lettergrootte als de tekst).

Slide 4 - Tekstslide

In het slot kun je:

Zo schrijf je een artikel
- de deelonderwerpen samenvatten.
- vertellen wat er in de toekomst waarschijnlijk nog gaat gebeuren (toekomstverwachting). 
- een conclusie trekken.
- een advies geven.
een antwoord geven op de vraag/vragen die je in de inleiding hebt gesteld. 

Je kunt in het slot een signaalwoord gebruiken, zoals dus, kortom, dat betekent.

Slide 5 - Tekstslide

Waar of niet waar
Er staat geen titel boven een artikel.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wat staat er altijd in de inleiding?

A
je introduceert het onderwerp
B
je stelt altijd een vraag
C
je vat de tekst samen
D
de conclusie

Slide 7 - Quizvraag

Het is slim om in de eerste zin van elke alinea van het middenstuk een ... te gebruiken.

A
voegwoord
B
werkwoord
C
signaalwoord
D
vraag

Slide 8 - Quizvraag

........... kan meerdere deelonderwerpen bevatten. Die deelonderwerpen herken je bijv. aan de tussenkopjes.
A
De inleiding
B
De kern
C
Het slot

Slide 9 - Quizvraag

Opdracht 
Het vakblad van jouw sector heeft een rubriek waarin de werkdag van een beroepsbeoefenaar wordt beschreven. Jij bent gevraagd om voor de rubriek een artikel te schrijven over jouw werkdag. In het artikel vertel je hoe je werkdag eruitziet en wat je leuk en minder leuk vindt aan het werk dat je doet. Het vakblad wordt gelezen door mensen die in jouw sector werkzaam zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn van dit artikel onderwerp, schrijfdoel en doelgroep?

Slide 11 - Open vraag

1. Vooraf schrijven bepalen:
Onderwerp -> wat weet ik van het onderwerp, wat moet ik beschrijven volgens de opdracht, wat zijn mijn eigen ervaringen
Deelonderwerpen bedenken voor schrijfplan
Schrijfdoel -> welk doel heb ik (overtuigen/informeren?)
Doelgroep -> taalgebruik formeel/informeel, vaktaal, lastige woorden?

Slide 12 - Tekstslide

2. Schrijfplan/-schema
Inleiding (1 alinea)
  • Belangstelling wekken
  • Onderwerp aankondigen
Middenstuk (mag meerdere alinea's/kopjes met deelonderwerpen)
  • Deelonderwerp 1
  • Deelonderwerp 2
  • Deelonderwerp 3
Slot (1 alinea)

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak je artikel over fietsendiefstal af. 
Blz. 154

Slide 14 - Tekstslide