mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1
In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 210 min
Onderdelen in deze les
Thema 2 Voedsel
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Deeltaak 2
Inleveren PO wie ben ik?
Uitleg blok 1
Zelfstandig werken
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Deeltaak 2 Thema 2
Deeltaak 2 bestaat uit 5 weken
In week 3 op de vrijdag (10 november) hebben jullie een topo toets over het Midden Oosten (blok 2 opdracht 2)
Aan het eind van deeltaak 2 heb je een toets over alle begrippen en de tekst van blok 1 t/m 4 van Thema 2.
Denk eraan dat je deze week je PO wie ben ik? inlevert!
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen Blok 1, deel 1
Je kunt vertellen waar de eerste mensen woonden
Je kunt vertellen waar de eerste mensen van leefden
Je kunt vertellen waarom mensen zich verspreid hebben over de wereld
Je kunt vertellen wat nomaden zijn en waarom ze rondtrekken
Je kunt drie eerste levensbehoeften noemen
Slide 4 - Tekstslide
Krijn, 50.000 jaar oud
Slide 5 - Tekstslide
Eerste mens in Afrika
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
IJstijden
In de prehistorie was het klimaat vaak guur. Deze koude perioden worden ijstijden genoemd.
Ongeveer 100.000 jaar geleden werd het kouder en droger in Afrika. Eerste mensen vertrokken naar andere gebieden.
Op zoek naar eten, beschutting en een prettig klimaat.
Grote delen van Nederland waren bedekt met dikke ijskappen. Er leefden dieren die goed tegen de kou konden zoals mammoeten, rendieren en neushoorns
Slide 8 - Tekstslide
De laatste IJstijd (10.000 jaar geleden)
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Jagers en verzamelaars
Eind van de laatste ijstijd (10.000 v.Chr.) trokken volken rond achter de dieren waarop ze jaagden. Ze hadden geen vaste woonplaats: ze waren nomaden.
De eerste mensen leefden als jager- verzamelaars: zij gingen op jacht en verzamelden voedsel in de natuur.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Jagers en verzamelaars
Leefden in kleine groepen van 20 tot 30 mensen
Mannen jaagden en maakten gereedschap
Vrouwen en kinderen verzamelde voedsel uit de natuur
Alle spullen die ze hadden namen ze steeds mee (kleding, tenten, gereedschap)
Was er in een gebied te weinig voedsel, dan ging de groep verder.
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag
Maken 1d, 2, 3, 6 & 7
Tip: Omcirkel de opdrachten, dan weet je altijd welke je moet maken.
Ben je klaar? Nakijken, verder werken (zie planner)
Slide 14 - Tekstslide
Blok 1: Op zoek naar voedsel?
Les 2
Slide 15 - Tekstslide
Planning
Herhaling
Uitleg Blok 1
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 16 - Tekstslide
Een periode in de geschiedenis van de aarde waarin het erg koud was en een groot deel van het land met ijs was bedekt noemen we.....
A
Het klimaat
B
De Noordpool
C
De IJstijd
D
Het weer
Slide 17 - Quizvraag
Mensen die geen vaste woonplaats hebben noemen we ....
A
Nomaden
B
Zigeuners
C
Boeren
D
Jager-verzamelaars
Slide 18 - Quizvraag
Hoe zijn er mensen in Amerika terecht gekomen?
A
Met de boot
B
Die waren daar al
C
Vroeger lag Amerika aan Afrika vast
D
Door de ijstijd
Slide 19 - Quizvraag
Wanneer gingen de jagers en verzamelaars weg uit een gebied?
A
Als het te warm werd
B
Als er te weinig eten was
C
Als ze een nieuwe tent nodig hadden
D
Als de volgende groep aan kwam
Slide 20 - Quizvraag
Weet jij waarvoor de huid, de botten en het vlees werden gebruikt dat de jagers van de gedode dieren afhaalden?
Slide 21 - Open vraag
Vragen over de video.
Noteer onderstaande vragen in je schrift en bekijk de video. Je heb vervolgend 2 minuten om samen met je maatje de vragen te beantwoorden. NOTEER JE ANTWOORDEN!
Wat valt je op aan de video?
Waarom leefden jager-verzamelaars niet op één plek?
Denk je dat de video historisch correct is ?
Op welke bronnen is de game gebaseerd, denk je?
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Vragen over de video.
Noteer onderstaande vragen in je schrift en bekijk de video. Je heb vervolgend 2 minuten om samen met je maatje de vragen te beantwoorden. NOTEER JE ANTWOORDEN!
Wat valt je op aan de video?
Waarom leefden jager-verzamelaars niet op één plek?
Denk je dat de video historisch correct is ?
Op welke bronnen is de game gebaseerd, denk je?
Slide 24 - Tekstslide
Leerdoelen Blok 1, deel 2
Je kunt uitleggen waarom de ontdekking van het vuur belangrijk was voor de mens
vier factoren noemen die van invloed zijn op de plantengroei
Uitleggen wat het verschil is tussen weer en klimaat
Uitleggen waarom het bij de evenaar warm is en bij de polen koud.
Slide 25 - Tekstslide
De ontdekking van het vuur
Vuur heeft veel voordelen:
Het geeft warmte
Het geeft licht
Houdt wilde dieren op afstand
Vlees wordt beter verteerbaar/gaar
Je kan gereedschap bewerken in het vuur .
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Blok 1: Op zoek naar voedsel?
Les 3
Slide 28 - Tekstslide
Leerdoelen Blok 1, deel 3
Je kunt de volgorde van de klimaten noemen als je een reis maakt van de evenaar naar de Noordpool
Je kunt de belangrijkste kenmerken noemen van de plantengroei in ieder klimaat dat je op die reis tegenkomt
Slide 29 - Tekstslide
Planning
Herhaling
Uitleg Blok 1
Zelfstandig werken
Toets bespreken
Afsluiting
Slide 30 - Tekstslide
Het weer
Weer is het resultaat van de temperatuur, de neerslag en de beweging van de lucht in de dampkring (de wind).
Klimaat is het gemiddelde weer in een gebied over een periode van dertig jaar.
Plantengroei van een gebied is afhankelijk van het klimaat.
Slide 31 - Tekstslide
Het weer:
Veranderd met de dag en is een momentopname. Het weer wordt bepaald door temperatuur, neerslag en wind
op 1 plaats
op 1 moment
Slide 32 - Tekstslide
Het Klimaat:
Je meet:
het gemiddelde weer
over 30 jaar
in een groter gebied
kan niet snel veranderen
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
Klimaatgrafiek
Slide 35 - Tekstslide
Breedteligging
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
Aan de slag
Maken 8, 10 t/m 13
Tip: Omcirkel de opdrachten, dan weet je altijd welke je moet maken.
Ben je klaar? Nakijken, verder werken (zie planner)
Slide 38 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Slide 39 - Tekstslide
Sleep de woorden naar het juiste begrip. Welke woorden horen er bij het weer? En welke horen er bij het klimaat?
Weer
Klimaat
De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en op een bepaalde plaats.
Het gemiddelde weer in een gebied, berekend over een periode van dertig jaar.
Is een momentopname
Morgen is er vrij veel bewolking en in het noorden en oosten kan in de ochtend plaatselijk een beetje regen vallen.
Gemiddeld het hele jaar nooit kouder dan 18 graden
Neerslag in alle seizoenen
Slide 40 - Sleepvraag
Wat betekenen de blauwe balkjes in een klimaatgrafiek?
A
De neerslag in mm.
B
De neerslag in liters.
C
De temperatuur in graden Celsius.
D
De temperatuur in meters.
Slide 41 - Quizvraag
Slide 42 - Tekstslide
Tropisch regenwoud
Dichtbij de evenaar
Veel regen
Lange dagen
Hoge luchtvochtigheid
Grote diversiteit aan dieren en planten
Planten blijven hele jaar door groen
Slide 43 - Tekstslide
Savanne
Verder van de evenaar, dus minder regen
Regentijd is langer dan de droge tijd
Grasland met hoge grassen, struiken en af en toe een boom
Dieren in kuddes
Slide 44 - Tekstslide
Steppe
De regentijd is korter dan de droge tijd
Groeit alleen gras
Weinig diersoorten
Slide 45 - Tekstslide
Woestijn
Valt bijna geen regen
Groeit bijna niets
Dieren die er leven zijn aangepast aan de omgeving
Slide 46 - Tekstslide
Gematigde gebieden
Valt Europa onder
In de winter is het kouder dan in de zomer
Groeien loofbossen die in de winter hun bladeren verliezen
Naaldbomen houden hun bladeren vast
Slide 47 - Tekstslide
Poolgebieden
Koud
Temperatuur in de winter paar graden boven nul
Op een toendra groeien alleen grassen en mossen
Als het alleen maar vriest kunnen er geen planten groeien
Slide 48 - Tekstslide
Aan de slag
Maken 14 t/m 19 (16 t/m 18 zijn verdiepingsopdrachten)