test Microsoft Word

Wanneer gebruik je in Word de optie
OPSLAAN ALS?
A
Om het document onder een andere naam op te slaan
B
Om het document te sluiten
C
Om het document naar iemand toe te mailen
D
Om er een Excel bestand van te maken
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
InformaticaMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wanneer gebruik je in Word de optie
OPSLAAN ALS?
A
Om het document onder een andere naam op te slaan
B
Om het document te sluiten
C
Om het document naar iemand toe te mailen
D
Om er een Excel bestand van te maken

Slide 1 - Quizvraag

Via welk tabblad in het lint kun je een inhoudsopgave toevoegen
A
Ontwerpen
B
Indeling
C
Invoegen
D
Verwijzingen

Slide 2 - Quizvraag

Je hebt in een nieuw leeg document een stukje tekst getypt en je drukt op de ENTER toets.
Je typt opnieuw een stukje tekst en drukt opnieuw op ENTER. Je typt nog een beetje tekst en drukt opnieuw op ENTER.
Uit hoeveel alinea's bestaat jouw document nu?
A
1 alinea
B
2 alinea's
C
3 alinea's
D
0 alinea's

Slide 3 - Quizvraag

In een document staat de CURSOR (muis) midden in een woord.
Je klik drie keer met de linker muisknop.

Wat is er nu geselecteerd?
A
Het hele woord
B
De hele alinea
C
De hele zin
D
Het hele document

Slide 4 - Quizvraag

Je wilt een lettergrootte van 21,5 instellen.

KAN DIT?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Kun je document direct in One drive opslaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Hoe kan je een word-document direct als bijlage in outlook hangen?
A
Je moet het eerst opslaan
B
via delen
C
via afdrukken

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een thema in WORD?
A
Het onderwerp waar het document over gaat
B
Een set op elkaar afgestemde kleuren en lettertypen
C
Een sjabloon
D
Een specifiek document

Slide 8 - Quizvraag

Welke beweringen is waar?
A
Alle alinea's in het document hebben per definitie de zelfde regelafstand
B
Je kunt zowel de regelafstand als de afstand tussen alinea's zelf bepalen
C
De in te stellen regelafstand is afhankelijk van het lettertype
D
Regelafstand verandert automatisch als je de lettergrootte aanpast

Slide 9 - Quizvraag

Waar of Onwaar? Als je een geknipte selectie in het document plakt, wordt deze selectie na het plakken meteen van het klembord verwijder.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 10 - Quizvraag

Wat is nodig om automatisch een inhoudsopgave te genereren ?
A
Het document moet van paginanummer zijn voorzien
B
Boven ieder hoofdstuk moet een hoofdstuknummer staan
C
Het document moet tekst bevatten met de stijlen kop 1 en of kop 2 ect..
D
Word kan geen automatische inhoudsopgave maken

Slide 11 - Quizvraag

Er staat afbeelding in je document. maar je kunt deze afbeelding niet opmaken via Hulpmiddelen voor Afbeeldingen tab. Wat kan er aan de hand zijn?
A
De afbeelding is niet geselecteerd
B
De afbeelding is een .png en niet een .jpg bestand
C
Het document moet eerst worden opgeslagen

Slide 12 - Quizvraag

hoe kom je bij tabblad in het lint Afbeeldingsopmaak?
A
Dubbelklik op een plaatje
B
Via lint aanpassen
C
Bij afdrukken
D
Via start

Slide 13 - Quizvraag

Is het mogelijk om in Word een ander papierformaat te kiezen dan A4?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Op welk tabblad moet u klikken om een tabel in te voegen?
A
Invoegen
B
Pagina indeling
C
Indeling

Slide 15 - Quizvraag

Met welke Word-optie maakt u speciale sierlijke effecten met letters?
A
WordPad
B
WordArt
C
WordPaint

Slide 16 - Quizvraag

Hoe kunt u een tekstvak verslepen naar een andere plaats?
A
Plaats de aanwijzer midden op het tekstvak
B
Plaats de aanwijzer op de hoek van het tekstvak
C
Plaats de aanwijzer op de rand van het tekstvak

Slide 17 - Quizvraag

Wat wordt er in Word met een stijl bedoeld?
A
Het paginaformaat en de marges van een document
B
Een effect dat u kunt toepassen op een afbeelding
C
Een standaard opmaak en indeling van een alinea

Slide 18 - Quizvraag

Op welk tabblad moet u klikken om Tabellen toe te voegen?
A
Invoegen
B
Indeling
C
Verwijzingen
D
Beeld

Slide 19 - Quizvraag