L1: Nederlands, een vak
Hoe heet het fenomeen dat je op de afbeelding ziet?
A
graffitibreien
B
wildbreien
C
kunstbreien
1 / 16
Onderdelen in deze les
Hoe heet het fenomeen dat je op de afbeelding ziet?
A
graffitibreien
B
wildbreien
C
kunstbreien
Slide 1 - Quizvraag
In hoeveel landen is Nederlands de officiële taal?
A
2
B
4
C
6
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Wat betekent het Afrikaanse woord amperbroekie?
A
tangaslip
B
boxershort
C
zwembroek
Slide 4 - Quizvraag
Op welk taalfenomeen is deze grap gebaseerd?
A
homofoon
B
antoniem
C
homoniem
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent het woord "pleitbezorger"?
A
B
C
Slide 6 - Quizvraag
Welk woord gebruiken de Nederlanders voor elektronisch betalen?
A
chippen
B
knippen
C
trippen
Slide 7 - Quizvraag
Hoe heet de literaire jongerenprijs waarbij leerlingen geconfronteerd worden met de keuze van de jury's van de grote literatuurprijzen?
A
De Boekenuil
B
De Inktaap
C
De Leeswelp
Slide 8 - Quizvraag
Welke uitdrukking wordt hier cryptisch omschreven?
af als suiker
af als suiker
Slide 9 - Open vraag
Welk woord vormt het laatste deel van het eerste woord en het eerste deel van het tweede woord?
licht . . . . . . . heffen
licht . . . . . . . heffen
Slide 10 - Open vraag
'Zurkeltrutte' is verkozen tot mooiste West-Vlaamse dialectwoord. Welke omschrijving benadert de betekenis?
A
aartslelijke vrouw
B
heel knappe vrouw
C
naïeve vrouw
Slide 11 - Quizvraag
Voor welk bijvoeglijk naamwoord is 'tussen twee banen' een eufemisme?
Slide 12 - Open vraag
Vul het correcte rijmwoord aan.
Slide 13 - Open vraag
Wie is de auteur van deze boeken?
Slide 14 - Open vraag
Welk woord wordt er in Van Dale als volgt omschreven: 'iemand die bijzonder vaardig met woorden weet om te gaan'?
Slide 15 - Open vraag
Over welke stad gaat deze liedjestekst?
