Bijeenkomst 2

Training kijken als sociaal werker




Bijeenkomst 2
Trainer: Pelin Temiz
September 2021
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
social workHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Training kijken als sociaal werker




Bijeenkomst 2
Trainer: Pelin Temiz
September 2021

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Theorie 
  • Casus Majory
  • Vrije observatie vs systematische observatie
  • Observatieplan maken
  • Opnieuw Casus Majory
  • Verder werken aan deelopdracht 1

Slide 2 - Tekstslide

Video

Slide 3 - Tekstslide

Observeren is bewust en doelgericht waarnemen.
Het bewust gebruik maken van je zintuigen en je bent je daarbij ook bewust van de beperkingen van deze zintuigen en de invloed van je eigen persoon.
Het is een basistool voor de sociaal werker, als manier om je te orienteren op een client, een doelgroep of een situatie.
Zo objectief mogelijk

Observeren is?
A
Je mening geven
B
Trekken van conclusies
C
Gedragingen waarnemen
D
Kijken

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Quiz staat op Moodle en hebben studenten ter voorbereiding moeten doen.
- Participerend: als ze meedoet aan de activiteit / zich in dezelfde situatie bevindt terwijl ze observeert (echt van een afstand is niet participerend).
- Niet-verhuld: Lars is verteld dat iemand komt observeren bij hem (sociaal werker komt meeeten met het gezin, en gezin weet daar dus van.
- Event-sampling: gaat pas observeren op moment dat er een driftbui of gedragingen die daarmee te maken hebben. Dan schrijf je op hoe laat het gebeurde, waar, en wat er gebeurde. Was in dit geval misschien logischer geweest? Als je echt de driftbui wilt observeren. Maar misschien wil je wel de interacties observeren die daaraan bijdragen. Of hoe zijn gedrag zich over de tijd verandert. Dan is time sampling handiger.
- Interval bepalen: wat is realistisch? Of je moet veel te veel opschrijven, of je hebt het risico dat het gedrag dat je wilt observeren niet voorkomt.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Dimensie is onderdeel van een kenmerk.

Kenmerk kan te groot zijn, waardoor je het opsplitst
Vrije observatie vs Systematische observatie
Vrije observatie: Je eigen invloed van jou als waarnemer is groot, observatie is subjectief. Is o.a. gebaseerd op waar je aandacht is en je interesses liggen.

Systematische observatie: bewust en doelgericht waarnemen. Waarbij van te voren is nagedacht over: wie, waarom, wanneer, hoe lang en waarop wordt gelet. Dit kan bijv worden ingezet als je een bepaalde vraag hebt. Bijv is er sprake van ADHD bij een jongere, of is er sprake van een (on)veilige hechting tussen een kind en een oudere. Bij een systematische observatie bereid je je dus goed voor, zodat je zoveel mogelijk objectief kan observeren.



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interpretatie
Feitelijke waarneming
Renate is stil
Chris heeft zwarte kleding aan
Leo was vrolijk
Chris heeft honger
Sanne vindt de les niet leuk
Sanne maakt grapjes
Renate is aan het huilen
Leo is regelmatig aan het gapen

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Video

Gezamenlijk casus bekijken, zonder plan (soort van vrije observatie). Wat zie je, wat valt op?
Waar heb je op gelet?
Iedereen heeft net weer andere dingen gezien/ op andere dingen gelet. Sommigen geven wellicht ook interpretaties op basis van eigen ervaringen.
– dit is mooi opstapje naar vrije observatie vs systematische observatie.
Systematische observatie geeft meer houvast, en zorgt ervoor dat je o.a. objectiever observeert.

Systematisch observeren, hoe doe ik dit dan? 
  • Hoe ga ik objectief observeren
  • Wat wil ik observeren?
  • Wat is het doel
  • Wat zijn de observatievragen
  • Wat zijn te observeren kenmerken en dimensies --> bv kenmerken conflict (stemverheffing, gedrag)
  • Welke gedragingen worden geobserveerd
  • Hoe breng je de observatie in kaart?
  • Welk taal gebruik je? Soms, weinig, vaak. Objectiever maken?
  • Locatie en tijdstip
  • Verhulde/niet verhulde observatie
  • participerende/ niet-participerend
  • Timesampling/eventsampling

Slide 13 - Tekstslide

Doel van de observatie: Doel van de observatie vs doel in de observatie. Doel van de observatie hoeft niet per se een vraag te zijn.
Thema’s vb: Kijken hoe jongeren tegenwoordig met elkaar communiceren. Kijken hoe jongeren verliefdheid naar elkaar uitten. Kijken welk gedrag jongeren naar ouders vertonen.
Observatievragen: Het doel in de observatie – wat wil je observeren? En wat is de vraag die daaruit voortvloeit?
Kenmerk: het kenmerk dat je gaat observeren staat altijd in de observatievraag.
Welke gedragingen: Hiervoor moet je de te observeren dimensies operationaliseren – uiteenzetten in concrete gedragingen die je kunt observeren.
Observaties in kaart brengen: registratie en observatiesystemen. Maak iets overzichtelijks voor jezelf.
Welke taal: soms, weinig, vaak. Erg, ernstig, zorglijk. Hoe kun je het objectiever maken?
Vb participerend: een leraar die een leerling observeert terwijl hij lesgeeft. Spelgedrag van kinderen observeren als je zelf mee doet aan een spel. Nadeel is dat de observator invloed kan uitoefenen op de mensen die hij observeert.
Vb niet-participerend: van een afstand observeren. Via een filmopname, etc. Observator doet niet mee aan de activiteiten van de deelnemers die hij observeert.
Verhuld: als mensen niet weten dat je observeert
Niet-verhuld: bijv als er een gezinsbegeleider komt mee-eten. Kan gedrag van kinderen beinvloeden

Slide 14 - Link

Nog een keer bekijken., maar nu objectief

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is verhuld en niet verhuld?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is participerend en niet participerend?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het nut van observeren

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies