HC 6: Ontwikkelingssamenwerking & de toekomst van globalisering

Globalisering
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GlobaliseringHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Globalisering

Slide 1 - Tekstslide

Bespreking vragen H5

Slide 2 - Tekstslide

Actualiteiten: oorlog Oekraïne
"De graanschuur van Europa zit op slot en dat voelen ze in Afrika" (klik)




timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Actualiteiten: verwerking
  1. Welke redenen worden er genoemd voor de prijsstijgingen?
  2. Waarom heeft Afrika hier zoveel last van?
  3. Welk nadeel van globalisering wordt er genoemd?
  4. Welke oplossing stelt de econoom voor?


Slide 4 - Tekstslide

Actualiteiten: antwoorden
  • Welke redenen worden er genoemd voor de prijsstijgingen?
1/3e productie + havens afgesloten + handelssancties
  • Waarom heeft Afrika hier zoveel last van?
Grote afname + voedseltekorten + conflicten + droogte
  • Welk nadeel van globalisering wordt er genoemd?
Direct effect op elkaar.
  • Welke oplossing stelt de econoom voor?
Meer eigen voedsel verbouwen.

Slide 5 - Tekstslide

Actualiteiten: huidige stavaza
Brussel wil importtarief voor Russisch graan om ‘misbruik van EU voor oorlogsmachine’ tegen te gaan" (klik)




timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen H6
  • Het kunnen beschrijven van de actualiteit met betrekking tot de problematiek rondom ontwikkelingslanden. Het kunnen geven van adequate voorbeelden van invloed van beleid op ontwikkelingslanden.  
  • Redenen geven die verdeling van inkomen en bestrijding sociale ongelijkheid geven, door middel van:
- Onderwijs  
- Werkgelegenheid  
- Self help  
- Vervullen basisbehoeften  
  • Weten wat de millenniumdoelen zijn.  
  • Het kunnen geven van diverse bestedingsdoelen van hulp  
  • Het kunnen geven van het verschil tussen ontwikkelingshulp en ontwikkelingssamenwerking.  
  • Het kunnen beschrijven van de invloed die de politiek heeft op het te voeren ontwikkelingsbeleid.  
  • Het kunnen benoemen van de SDG's en de koppeling naar de milleniumdoelen.  
  • De impact van de nieuwe plannen in de EU (European Green Deal) kunnen benoemen.
  • Het kunnen toepassen van de genoemde begrippen in nieuwe situaties: welke zijn van belang voor de specifieke casuistiek?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

"Marshall hulp" voor ontwikkelingslanden 
Diverse initiatieven gestart:




1. Truman, 1949: EC hulp aan onderontwikkelde gebieden
2. 1954: Food for Peace program (voedsel V.S. naar 3e wereld (L.A.) verscheept)
3. 1961: John F. Kennedy: Alliance for Progress ('60: ontwikkelingsdecennium / Peace Corps)

Slide 9 - Tekstslide

Ontwikkelingshulp: redenen
Landen die voormalige koloniale betrekkingen hadden, zagen eerder een noodzaak in het geven van ontwikkelingshulp aan hun ‘achtertuin’. 
De VS deden dat o.a. ook met militaire hulp als motief.

Bij NL en Scandinavië → humanitaire gewin (belangrijker dan economische gewin of versterking van politieke belangen)


Pragmatische kant van hulp (Van den Berg & Ojik, 1995)
Ontwikkelingssamenwerking = een soort verzekeringspremie

Slide 10 - Tekstslide

EC groei → welvaartsvermeerdering 
Jaren '50 en '60 stonden in het teken daarvan. Aantal landen profiteerden, NIC’s  bijvoorbeeld. 
 
Overgrote deel profiteerde niet; oorzaak
  1. Wereldconjunctuur zat tegen
  2. Stijgende prijzen aardolie en industrieproducten (zie LessonUp HC5) 
  3. Dalende prijzen agrarische producten en delfstoffen → verslechtering ruilvoet
→ Behoefte aan ontwikkelingshulp ↑

Opvallend: sociale ongelijkheid ↑ (focus ontwikkelingshulp '70 verbreed naar socio-EC terrein)

Slide 11 - Tekstslide

'70: herverdeling inkomens & bestrijden sociale ongelijkheid 
Instrumenten
  1. Onderwijs
  2. Werkgelegenheid
  3. 'Self-help'
  4. Vervullen van basisbehoeften
Gefaald
De exportwaarde van arme landen is structureel te laag:

Zijn landen meer gebaat bij betere toegang tot markten (voor export) dan hulp van rijke landen?

Slide 12 - Tekstslide

Commissie Brandt (1991)
  1. Tegenstellingen tussen Oost en West jarenlang voedingsbodem geweest voor conflicten in ontwikkelingslanden 
  2. Militaire uitgaven drastisch verminderd na val Berlijnse Muur
  3. Eind maken aan Westers protectionisme
  4. VN-Norm: 0,7% van BBP
Gevolg: eisen aan hulp ↑
  1. Goed bestuur 
  2. Naleving mensenrechten
  3. Beperking van militaire uitgaven

Slide 13 - Tekstslide

Onstaan van aandachtsvelden binnen ontwikkelingssamenwerking 
  1.  Conflictpreventie- en bemiddeling 
  2.  Respect voor de mensenrechten 
  3.  Humanitaire hulp 
  4.  Opbouw civiele samenleving 
  5.  Goed bestuur 
  6.  Democratisering 
  7.  Autonomie voor vrouwen

Slide 14 - Tekstslide

Milleniumdoelen (2000)

Slide 15 - Tekstslide

Aard en bestemming van hulp 
Al eerder genoemde verschijnselen
Tekort op de handelsbalans (trade gap)
Door geringe opbrengst uit export in verhouding tot de kosten van import
Gebrek aan investeringskapitaal (investment gap)
Door te geringe belastingopbrengsten & binnenlandse besparingen

Slide 16 - Tekstslide

Daarnaast onderscheid tussen...
Noodhulp
Directe noden tgv oorlog, natuurramp en mislukte oogsten door het geven van tenten, voedsel, kleding, water, medische hulp
Projecthulp
Structureel van aard, specifiek

grafiek = 2016
Programmahulp
Bilateraal, ook wel budgetsteun, geld wordt gebruik voor: algemene middelen of waterbeheer, schuldverlichting, importsteun. Heet sinds jaren ’90 ook wel sectorhulp; hulp bedoeld voor bepaalde sectoren (bv. Landbouw/onderwijs)

Slide 17 - Tekstslide

Welke organisaties in NL zorgen voor hulp?
MFO’s (Medefinancieringsorganisaties) bestaan uit:
- ICCO, Hivos, Cordaid Memisa, Oxfam/Novib en Plan Nederland

Daarnaast nog andere NGO’s als:
 - Warchild, Unicef NL, Wilde ganzen, SOS kinderdorpen, Leprastichting en Edukans


Ook SNV’s (stichting Nederlandse vrijwilligers) die vrijwilligers naar ontwikkelingslanden sturen (technici, verpleegkundigen, landbouwkundigen, etc).  

Slide 18 - Tekstslide

Sustainable Development Goals
Doelen (17)

Slide 19 - Tekstslide

SDG: niveaus
  • Klimaat (6, 13, 14, 15)

  • Maatschappij (1, 2, 3, 4, 5, 7, 11, 16)

  • Economie (8, 9, 10, 12)

  • Wereldwijd partnerschap (17)


 
Link afbeelding

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

SDG's: nog een weg te gaan

Slide 22 - Tekstslide

Wat heeft zeventig jaar ontwikkelingssamenwerking opgeleverd? Dominee of koopman?
Jullie gaan zo kijken naar een radio-fragment van 'Spijkers met koppen'. (scroll voor de video)
  • 'Geef iemand een hengel om zelf te vissen' Welke kanttekening plaatst Patrick Lodiers bij deze uitspraak in relatie tot de 'hulp' van het Westen en China?
  • Patrick Lodiers noemt ontwikkelingshulp 'het voorspel'. Leg dit uit en geef aan wat volgens hem het échte werk is (hij verwoord het als coïtus).
  • Rond minuut 7 begint het over de cacaosector van Ghana en Ivoorkust. Waarom profiteren zij maar weinig van hun positie als marktleiders? Betrek hier ook het begrip 'fair trade' bij.
  • Rond minuut 8 gaat het over belastingontduiking. Welke ideeën over een mogelijke aanpak hiervan geen Patrick Lodiers?
  • Noodhulp is maar een klein stuk van de vliegwiel voor welvaartsverbetering in de ontwikkelingslanden. Wat ziet Patrick Lodiers als doorslaggevende oplossing?
complete serie Dominee of koopman?

Slide 23 - Tekstslide

Wat heeft zeventig jaar ontwikkelingssamenwerking opgeleverd? Dominee of koopman?
  • 'Geef iemand een hengel om zelf te vissen' Welke kanttekening plaatst Patrick Lodiers bij deze uitspraak in relatie tot de 'hulp' van het Westen en China?
Het Westen en China vist hun zeeën leeg, dan heb je alsnog niets aan netten en hengels.
  • Patrick Lodiers noemt ontwikkelingshulp 'het voorspel'. Leg dit uit en geef aan wat volgens hem het échte werk is (hij verwoord het als coïtus).
Het gaan om volgens samenwerking en eerlijke handel is daar de sleutel voor. (hij noemt niet concreet wát dat dan is).
  • Rond minuut 7 begint het over de cacaosector van Ghana en Ivoorkust. Waarom profiteren zij maar weinig van hun positie als marktleiders? Betrek hier ook het begrip 'fair trade' bij.
Ze verkopen goederen met een lage toegevoegde waarde. In veelal Europa worden ze verwerkt tot halffabricaten. Daar zit hoofdzakelijk de winst (valorisatie). Fair trade is niet altijd zo een eerlijke handel als de naam doet denken (zie casus 1 uit HC 3). 
  • Rond minuut 8 gaat het over belastingontduiking. Welke ideeën over een mogelijke aanpak hiervan geen Patrick Lodiers?
Er moet een mondiale aanpak zijn, waarbij multinationals en overheden gezamenlijke afspraken maken.
  • Noodhulp is maar een klein stuk van de vliegwiel voor welvaartsverbetering in de ontwikkelingslanden. Wat ziet Patrick Lodiers als doorslaggevende oplossing?
Afrika als volwassen partij beschouwen en daarmee via eerlijke handel samenwerken.

complete serie Dominee of koopman?

Slide 24 - Tekstslide

De toekomst van globalisering
Mondiale cultuur? Veramerikanisering?
  • Voertaal
  • Businessmodel
  • Munteenheid
  • Wapenarsenaal
Verantwoordelijkheid van wereldspelers
  • VS, EU, BRICS, etc.
  • Grotere transparantie & verantwoordelijkheid
  • Thema's: klimaat, sociale ongelijkheid, welvaart
Global New Deal
  • ethisch en moreel juist
  • democratische en egalitaire mondiale orde
  • universele mensenrechten beschermen, zonder culturele diversiteit te verliezen

Slide 25 - Tekstslide

De toekomst van globalisering: global new deal (UN)

Slide 26 - Tekstslide

De toekomst van globalisering: European Green Deal (2019)

Slide 27 - Tekstslide

De toekomst van globalisering: European Green Deal (2019)
  • Video (5:08)
  • 8 meerkeuzevragen

Slide 28 - Tekstslide

8

Slide 29 - Video

Samenwerkingsopdracht: afvinken
Zorg ervoor dat je in duo's de lesdoelen kunt afvinken

Slide 30 - Tekstslide

Samenwerkingsopdracht: afvinken

Slide 31 - Tekstslide

01:16
(1/8) Waarom is het belangrijk dat de scheepvaart strengere regels krijgt?(meerdere antwoorden zijn juist)
A
stoken van ruwe olie stoot meer Co2 uit dan diesel
B
de binnenvaart loopt volledig vast
C
havens kunnen de overslag niet meer aan
D
ze werken nog niet met co2-certificaten

Slide 32 - Quizvraag

01:44
(2/8) Welk probleem wordt er genoemd?
A
Overheden heffen teveel belasting
B
overheden subsidiëren fossiele brandstoffen
C
De EU heeft een lastige wet ingevoerd

Slide 33 - Quizvraag

01:54
(3/8) Waar wil de EU straks minder geld aan uitgeven? (2 juist)
A
industrieparken
B
salarissen
C
landbouw
D
infrastructuur

Slide 34 - Quizvraag

01:55
(4/8) Waar wil de EU straks meergeld aan uitgeven?
A
visserij
B
klimaatbescherming
C
onderwijs
D
gezondheidszorg

Slide 35 - Quizvraag

02:43
(5/8) wat zal steeds voor problemen zorgen?
A
stroperige wetten
B
financiering
C
handelsverdragen
D
verkiezingen

Slide 36 - Quizvraag

03:31
(6/8) Waarom vind hij dit plan niet ambitieus genoeg?
A
te weinig geld
B
doelen zijn nog geen reductie

Slide 37 - Quizvraag

04:02
(7/8) Welke 3 redenen noemt hij tegen de European Green Deal?
A
doelen stellen staat niet gelijk aan de reductie van uitstoot
B
Salarissen van bestuurders van vervuilende bedrijven gaat omhoog i.p.v. omlaag
C
kapitalisme heeft dit veroorzaakt --> dat kan het zelf niet oplossen
D
huidige vorm van eco.groei + klimaatbescherming gaat niet samen

Slide 38 - Quizvraag

05:06
(8/8) welke praktische acties worden er genoemd?
A
quota op autoproductie
B
stopzetten subsidies op LPG-projecten
C
stoppen met nieuwe wegen aanleggen
D
havens per direct sluiten

Slide 39 - Quizvraag

Wereldhandelsspel (Oxfam Novib)
Leerdoelen:
  • Internationale handel 
  • levensverwachting 
  • onderwijspeil 
  • BNP 
  • inkomensgelijkheid 
  • consumptie van goederen en diensten 
  • mondiale voetafdruk 
  • millenniumdoelen

Slide 40 - Tekstslide