Tussenwerpsels

C5§6 Tussenwerpsel
Lesdoel:
Aan het einde van de les kan ik verschillende soorten tussenwerpsels herkennen. 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

C5§6 Tussenwerpsel
Lesdoel:
Aan het einde van de les kan ik verschillende soorten tussenwerpsels herkennen. 

Slide 1 - Tekstslide

Noteer de woordsoorten die je kent en geef er een voorbeeld van.

Slide 2 - Open vraag

Theorie 
- Uitroepen en klanknabootsingen noemen we tussenwerpsels. 

Tussenwerpsels kun je indelen in vier groepen: 
1. van bevestiging en ontkenning: ja, jawel, nee; 
2. van emotie (verbazing, schrik, pijn etc.): au, ach, hoera, bah, foei etc. 
3. van sociaal contact: hoi, houdoe, goedenavond etc. 
4. van klanknabootsing: miauw, waf, brr, plof, tuut etc. 

Slide 3 - Tekstslide

Theorie 
Sommige woorden kunnen behalve als tussenwerpsel ook als een andere woordsoort voorkomen, zoals een bijwoord (bw) of een zelfstandig naamwoord (zn) 

1. Gelukkig, dit karweitje zit erop! 
2. We hebben vandaag gelukkig kunnen uitrusten. 

1. Top, je hebt de toets foutloos gemaakt!
2. Je kunt niet zomaar de top van de berg beklimmen. 

Slide 4 - Tekstslide

Theorie
Zo herken je tussenwerpsels: 
1. het zijn uitroepen of klanknabootsingen;
2. staan, meestal aan het begin of einde van een zin, vaak van de rest gescheiden door een komma (,). 

Slide 5 - Tekstslide


Benoem alle genummerde woorden. Kies uit alle woordsoorten.
zin: Jij(1) zou(2) dat(3) toch(4) doen(5), hé(6)?

Slide 6 - Open vraag


Benoem alle genummerde woorden. Kies uit alle woordsoorten.
zin: Ach(1), ik(2) weet(3) het(4) ook(5) niet(6) meer(7)

Slide 7 - Open vraag

Benoem alle genummerde woorden. Kies uit alle woordsoorten.
zin: Nederlandse(1) ondernemingen(2) hebben(3) niet(4) veel vrouwen in(5) de raad(6) van(7) bestuur(8).

Slide 8 - Open vraag

Benoem alle genummerde woorden. Kies uit alle woordsoorten.
zin: Bij(1) veel(2) bedrijven zijn helemaal(3) geen vrouwelijke(4) bestuurders te bekennen(5)

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag: 
Maken opdracht 1, 4 en 5
Klaar? Nakijken

Slide 10 - Tekstslide