week 46 havo 4 '23-'24 windsystemen

week 46: De grote windsystemen
Havo 4
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

week 46: De grote windsystemen
Havo 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoe zit je erbij vandaag?
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

deze les doen we: 
  • Wat is wind?
  • De wet van Buys Ballot?

  • Hoge en lage druk en weertype?
  • de grote windsystemen ?
  • de moesson?
  • ITCZ?
  • Oefenen maar! 
  • Huiswerk check, nabespreken 3.1

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Luchtstreken
Op de aarde liggen onder elkaar 3 tempratuur zones:
  • De poolstreken
  • De gematigde zone
  • De tropen


(Deze zones noem je luchtstreken)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een passaat is een wind die
A
waait tussen de subtropische hoge druk gebieden
B
elk half jaar van richting verandert
C
waait van noord naar zuid

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Westenwind waait van .....
A
zuiden naar het noorden
B
westen naar het oosten
C
oosten naar het westen
D
oosten naar het zuiden

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nummer 5 op de afbeelding geeft de ... weer
A
Zuidoospassaat
B
Noordoostpassaat
C
Westenwinden
D
Poolwinden

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de overheersende wind rond de evenaar?
A
Poolwinden
B
Westenwinden
C
Passaten
D
Moesson

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort wind heeft Nederland?
A
Poolwinden
B
Westenwinden
C
Passaatwinden
D
Oostenwinden

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van 90 graden naar 60 graden waait een
A
Passaat
B
Moessonwind
C
Poolwind
D
Westenwind

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de winden die altijd van de 30 graden breedte naar de ITCZ waaien?
A
Moessons
B
Westenwinden
C
Poolwinden.
D
Passaten

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Luchtstreken

  • Deze luchtstreken worden begrensd met de breedtecirkels 
  • Dit is alleen niet helemaal correct....
  • Isothermen

Slide 13 - Tekstslide

Vraag eerst hoezo is dit niet helemaal correct?

Dit is niet helemaal correct doordat niet op de hele breedtecirkel dezelfde temperatuur heerst. Daarom is het beter om de luchtstreken aan te geven met isothermen

bij isothermen wordt gekeken naar de vegatatie: palmgrens en de boomgrens 

Hoezo licht de isotherm on het zuidelijk halfrond hoge van de breedtegraad oorspronkelijk?
Wind
Over wind moet je twee dingen weten:
  1. De lucht om ons heen bestaat uit miljarden luchtdeeltjes, deze bewegende luchtmassa heet wind
  2. De windkracht kun je meten met een windmeter. 

Slide 14 - Tekstslide

Wie kent de schaal maar mee je de windkracht meet?

Wat is wind en hoe ontstaat wind ?
A
Wind is stromende lucht en is lucht die stroomt van lage drukgebieden naar hoge drukgebieden
B
Wind is stromende lucht en is lucht die zich naar boven beweegt
C
Wind is stromende lucht en is lucht die zich naar beneden beweegt
D
Wind is stromende lucht en is lucht die stroomt van hoge drukgebieden naar lage drukgebieden

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet van Buys Ballot
Deze wet kent twee wetmatigheden:
  1. De wind waait altijd van een maximum (hoge druk) naar een minimum (lage druk)
  2. Door de draaiing van de aarde krijgt de wind op het noordelijk halfrond een afwijking naar recht en op het zuidelijk halfrond naar links ( let op wind in de rug ! )

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In welke tekening wordt het windsysteem juist weergegeven?
A
Tekening 1
B
Tekening 2
C
Tekening 3
D
Tekening 4

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoge en lage drukgebieden
Lagedrukgebied:
  • Tekort 
  • Stijgende lucht 

Hogedrukgebied: 
  • Teveel
  • Dalende lucht

Isobar?

ITCZ?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij hoge druk
A
is het onbewolkt en warm
B
is het onbewolkt
C
is het bewolkt
D
is het bewolkt en koud

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De grote windsystemen
3 overheersenden winden:
  • De passaten
  • De westenwinden
  • De poolwinden

NB: 
Hoge luchtdruk waar met de klok mee
Lage luchtdruk tegen de klok in
ZB:
Hoge luchtdruk tegen de klok in
Lage luchtdruk met de klok mee

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wet van Buys Ballot =
A
Wind waait van een lagedrukgebied naar een hogedrukgebied
B
Wind waait van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Subtropisch maximum
Tropisch minimum
Subpolair minimum
Polair maximum

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij lage druk
A
is het onbewolkt en zonnig
B
is het bewolkt en valt er neerslag
C
is het koud
D
is het warm

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Sleep de zinnen naar de juiste afbeelding.
lagedrukgebied
hogedrukgebied
weinig neerslag
veel neerslag
stijgende lucht
dalende lucht
veel wind
winig/geen wind wind

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plaats de juiste omschrijving op de juiste plek
Zonnig
Weinig wind
Veel wind
Bewolkt / neerslag

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies