formatief 7.1

1 / 16
volgende
Slide 1: Interactieve video met 1 slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1

Slide 1 - Video

00:03-00:41
azijn
water
soda

Slide 2 - Tekstslide

Wat kun je (n.a.v. filmpje op vorige slide) zeggen over de pH van de soda-oplossing ?
A
soda heeft een lage pH en is dus zuur
B
soda heeft een lage pH en is dus basisch
C
soda heeft een hoge pH en is dus zuur
D
soda heeft een hoge pH en is dus basisch

Slide 3 - Quizvraag

Gebruik de applet op de vorige slide. Wat is de pH van melk en gootsteenontstopper?
A
5 en 13
B
6,5 en 13
C
7 en 2
D
8 en 13

Slide 4 - Quizvraag

Voor de bepaling van de pH van een oplossing, schenk je een beetje van de oplossing in twee reageerbuizen.
Aan buis 1 voeg je 2 druppels methylrood toe, de oplossing kleurt geel.
Aan buis 2 voeg je 2 druppels fenolrood toe, de oplossing kleurt opnieuw geel.
Wat kun je zeggen over de pH van de oplossing? Tip: Gebruik Binas 52A.
A
pH tussen 4,8 en 6,0
B
pH = 6,0
C
pH = 6,6
D
pH tussen 6,0 en 6,6

Slide 5 - Quizvraag

Uitleg quizvraag
  • Methylrood kleurt geel bij een pH hoger dan 6,0.
  • Fenolrood kleurt geel bij een pH lager dan 6,6.

  • Dus kunnen we alleen weten dat de pH tussen deze twee waarden ligt ==> 6,0 < pH < 6,6.

Slide 6 - Tekstslide

Voor de bepaling van de pH van een oplossing, schenk je een beetje van de oplossing in vijf reageerbuizen. Aan elke buis voeg je een paar druppels indicator toe. De resultaten staan in de tabel.

Wat is je beste schatting van de pH van de oplossing?
Tip: Gebruik Binas 52A.
A
pH tussen 4,4 en 6,0
B
pH = 2,8 en 8,0
C
pH tussen 6,0 en 8,2
D
pH tussen 5,4 en 6,0

Slide 7 - Quizvraag

Uitleg quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Met welke indicator(en) kun je zo nauwkeurig mogelijk een oplossing met pH 4,6 bepalen? Gebruik Binas 52A.
A
Broomkresolgroen
B
Broomkresolgroen en methyloranje
C
Broomkresolgroen en methylrood
D
Methyloranje en methylrood

Slide 9 - Quizvraag

Uitleg quizvraag
  • Omslag methyloranje: 3,2 - 4,4
  • Omslag broomresolgroen: 3,8 - 5,4
  • Omslag methylrood: 4,8 - 6,0

Bij pH 4,6:
  • broomkresolgroen (kleurt groen)-> pH tussen 3,8 en 5,4
  • broomkresolgroen (kleurt groen) + methyloranje (kleurt oranjegeel) -> pH tussen 4,4 en 5,4
  • broomkresolgroen (kleurt groen) + methylrood (kleurt rood) -> pH tussen 3,8 en 6,0
  • methyloranje (kleurt oranjegeel) + methylrood (kleurt rood) -> pH tussen 4,4 en 4,8
Laatste optie is dus meest nauwkeurig.

Slide 10 - Tekstslide

Bereken [H3O+] als pH = 5
A
[H3O+] = 10^pH = 10^5 M
B
[H3O+] = -log pH = -0,699
C
[H3O+] = 10^-pH = 10^-5 M
D
[H3O+] = log pH = 0,699

Slide 11 - Quizvraag

100 mL pH = 5 wordt toegevoegd aan 900 mL water. Bereken pH
A
10x verdund ==> pH = 4
B
pH blijft gelijk
C
na verdunning wordt de pH = 7 - 5 = 2
D
10x verdund ==> pH = 6

Slide 12 - Quizvraag

Bereken pH als [OH-] = 0,10 M
A
pOH = -log 0,1 = 1,0 ==> pH = 14+1 = 5
B
pOH = -log 0,1 = 1,0 ==> pH = 1 - 14 = -13
C
pH = -log 0,1 = 1,0
D
pOH = -log 0,1 = 1,0 ==> pH = 14-1 = 13,0

Slide 13 - Quizvraag

Uit oplossing van [OH-] = 0,10 M verdampt water waardoor het volume 10x kleiner wordt. Bereken de pH.
A
OH- verdampt niet ==> [OH-] wordt 10x hoger ==> pOH = 0 ==> pH = 14
B
OH- verdampt niet ==> pH = blijft gelijk ==> pH = 13
C
OH- verdampt niet ==> [OH-] wordt 10x hoger ==> pH = 0
D
volumeveranderingen, verdampen of verdunnen, hebben geen invloed op pH ==> pH = 13

Slide 14 - Quizvraag

Bereken de pH van 0,010M NaOH-oplossing
A
pOH = -log 0,010 = 2 ==> pH = 14+2 = 16,00
B
pOH = -log 0,010 = 2,0 ==> pH = 2 - 14 = -12,00
C
pOH = -log 0,010 = 2,0 ==> pH = 14-2 = 12,00
D
pH = -log 0,010 = 2,00

Slide 15 - Quizvraag

Bereken de pH als van 0,010M NaOH-oplossing 10 mL verdund tot 10 L
A
10 mL --> 10 L dus 1000x verdund ==> 3 stappen van 7 af ==> pH = 12-3 = 15
B
10 mL --> 10 L dus 1000x verdund ==> 3 stappen naar 7 ==> pH = 12-3 = 9
C
10 mL --> 10 L dus 1000x verdund ==> 3 stappen naar 7 ==> pH = 12-0,3 = 11,7
D
pH blijft gelijk want het is basisch

Slide 16 - Quizvraag