Chapitre 1 Formatief toets

Formatieve toets
Chapitre 1

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Formatieve toets
Chapitre 1

Slide 1 - Tekstslide

le verbe avoir

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vertaal je -hebben - in het Frans?
A
parler
B
avoir
C
habiter

Slide 3 - Quizvraag

J'
Tu
Il / Elle
Nous
Vous
Ils / Elles
Ai
A
Ont
Avez
As
Avons

Slide 4 - Sleepvraag

Non, j'.... un frère
A
ai
B
a
C
as
D
ont

Slide 5 - Quizvraag

Nous ..... une voiture et un vélo
A
a
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 6 - Quizvraag

Ils / Elles .... une grand-mère super!
A
avons
B
a
C
ont
D
avez

Slide 7 - Quizvraag

La ville .... beaucoup de magasins
A
avons
B
a
C
est
D
ont

Slide 8 - Quizvraag

Tu ............un agenda
A
a
B
as

Slide 9 - Quizvraag

Nous...........des devoirs
A
avons
B
avez

Slide 10 - Quizvraag

(avoir) ils....................deux chiens

Slide 11 - Open vraag

Mijn kennis over le verbe avoir:
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

de persoonlijke voornaamwoorden

Slide 13 - Tekstslide

.............ai un frère et une soeur
A
je
B
j'

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal: wij
A
nous
B
vous

Slide 15 - Quizvraag

les filles ont 12 ans
je vervangt het z.n.w. (les filles) door:
A
il
B
elle
C
ils
D
elles

Slide 16 - Quizvraag

mes parents ont un chat.
Vervang "les parents" door
A
elle
B
il
C
elles
D
ils

Slide 17 - Quizvraag

Jean et Marie habitent à Paris.
Vervang "Jean et Marie" door
A
ils
B
elles
C
il
D
elle

Slide 18 - Quizvraag

Lisa et Marie ont un chien.
Vervang "Lisa et Marie" door..
A
Il
B
Elles
C
Ils
D
Elle

Slide 19 - Quizvraag

Jean a une piscine.
Vervang "Jean" door
A
Elles
B
Elle
C
Ils
D
Il

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent: on

Slide 21 - Open vraag

ik 
jij
hij  / zij / men
wij
jullie / u
zij
zij 
vous
je
nous
ils
il / elle / on
tu
elles

Slide 22 - Sleepvraag

Mijn kennis over personnelijke voornaamwoorden:
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

le vocabulaire

Slide 24 - Tekstslide

Vertaal Frankrijk
A
la France
B
le France
C
les Français
D
une Française

Slide 25 - Quizvraag

Hoe vertaal je de broer?
A
la frère
B
le frère
C
un frère
D
une frère

Slide 26 - Quizvraag

Hoe vertaal je de zus?
A
le soeur
B
la soeur
C
les soeurs
D
une soeur

Slide 27 - Quizvraag

Hoe vertaal je de tent?
A
la tente
B
le tente
C
une tente
D
les tentes

Slide 28 - Quizvraag

le père
la tante
le frère
le fils
la grand-mère
la cousine
le cousin
le grand-père
la mère
l'oncle
la fille
la soeur

Slide 29 - Sleepvraag

Hoe vertaal je ici?
A
hier
B
daar
C
de zus
D
de vader

Slide 30 - Quizvraag

Vertaal les vacances
A
de vakantiegangers
B
de vakantie
C
de zomervakantie
D
de herfstvakantie

Slide 31 - Quizvraag

Hoe vertaal je de kat?
A
la chat
B
le chat
C
les chats
D
un chat

Slide 32 - Quizvraag

Mijn kennis over de woordenschat:
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

De lidwoorden

Slide 34 - Tekstslide

timer
2:30
LE
LA
L'
Vrouwelijk zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord die begint met een klinker of stomme h
Mannelijk zelfstandig naamwoord

Slide 35 - Sleepvraag

Wat is de meervoudvorm van de lidwoorden le, la en l'?
A
des
B
les
C
Er is geen meervoudsvorm
D
las

Slide 36 - Quizvraag

Welk lidwoord hoort bij de woorden in de blauwe vakjes?
Mannelijk enkelvoud (singulier)

Le
Mannelijk of vrouwelijk meervoud (pluriel)

Les
Vrouwelijk enkelvoud (singulier)

La
... garçon
... mère
... pères
... frères
... copine
... copain

Slide 37 - Sleepvraag

het bepaald lidwoord : de /het


Le/la/l'/les = de/het
  • le > mannelijk
  • la > vrouwelijk
  • l' > klinker/stomme h
  • les > meervoud  + S
  • le/l' kun je vervangen door UN
  • la kun je vervangen door Une
        
la fille
l'amie
le garçon
l'ami 
les amis

Slide 38 - Tekstslide

Mijn kennis over de lidwoorden:
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Je hebt jezelf voorstellen in het Frans herhaald. 
Combineer de Nederlandse zinnen met de Franse!
Ik heet 
Ik ben 13 jaar
Ik woon in 
Ik spreek een beetje frans 
J'habite à
Je m'appelle
J'ai treize ans
Je parle un petit peu français

Slide 40 - Sleepvraag

GETALLEN T/M 20

Slide 41 - Tekstslide

Ken jij de getallen al in het Frans? Sleep de Franse getallen naar de juiste cijfers!
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
dix-neuf
vingt
douze
seize
quinze
onze
dix-huit
quatorze
dix-sept
treize

Slide 42 - Sleepvraag

Vertaal: 8
A
neuf
B
sept
C
huit
D
dix

Slide 43 - Quizvraag

Ken jij de getallen al in het Frans? Sleep de Franse getallen naar de juiste cijfers!
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
neuf
dix
deux
six
cinq
un
huit
quatre
sept
trois

Slide 44 - Sleepvraag

Vertaal: 20

Slide 45 - Open vraag

Mijn kennis over de cijfers:
😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Poll