Fair trade

Les 1
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit ga je leren
Internationaal
Na deze les:
  • Weet ik wat fair trade 
    betekent en waarom het bestaat.
  • Weet ik wat het verschil is tussen fair trade en biologisch.
  • Kan ik een eigen keuze maken over het wel of niet kopen van fair trade producten. 
In de tweede les:
Ik kan een pitch voorbereiden voor de school waarin ik hen overtuig van het feit dat ze fair trade producten moeten kopen. De checklist kan mij daar bij helpen .
Woordenschat
Na deze les ken ik de volgende belangrijke woorden:
  • fair trade
  • het product
  • de organisatie
  • het inkomen
  • controleren / de controle
  • de arbeider
Een pitch is een toespraak van maximaal 30 seconden waarin je de ander probeert te overtuigen van jouw mening.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Wat is fair trade

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
fair trade
het product
Iets wat gemaakt is of op het land gegroeid is en verkocht moet worden.
Voorbeelden van producten die fair trade kunnen zijn, zijn: rijst, katoen, ijs, koekjes, bananen en chocola.
het inkomen
Het geld dat je krijgt voor het werk dat je doet.
Als producten fair trade zijn, krijgen de boeren een eerlijk inkomen.
de organisatie
Georganiseerde groep mensen met een bepaald doel.
Boeren werken samen met elkaar in organisaties.
controleren / de controle
Kijken of alles goed gaat.
Ga jij weleens op controle bij de tandarts? 
de arbeider
Iemand die in loondienst werkt en vooral lichamelijk werk doet.
In fabrieken werken veel arbeiders.

Slide 4 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
fair trade
onafhankelijk
Vrij, zelfstandig.
Een onafhankelijke partij controleert of een product fair trade is. Een slager die over zijn eigen vlees zegt dat het goed vlees is, is natuurlijk niet onafhankelijk!
kritisch
Dat je ergens een sterke mening of een sterk oordeel over hebt.
Yanja kijkt kritisch naar de avocado's in de supermarkt. Welke is al rijp?
de premie
Een financiële beloning.
Als het goed gaat met de markt krijgen boeren een premie: een extra bedrag bovenop de minimumprijs.
de minimumprijs
De laagste prijs.
Als producten fair trade zijn, krijgen de boeren een minimumprijs voor hun producten.
onderhandelen - onderhandelde - onderhandeld
Over iets praten om te proberen er een afspraak over te maken.
Als boeren met elkaar samenwerken, kunnen ze beter onderhandelen over de prijs.
de eis / eisen - eiste - geëist
Wat iemand per se wil.
Ik eis ijs!

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ik ken het Fair Trade keurmerk.
Ja
Nee

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keurmerken
  • Helpen een duurzame keuze maken
  • Top 10 keurmerken
  • Eerlijke handel = fair trade

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke fair trade producten
ken jij?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Maar wat is het verschil tussen biologisch & 
Fair trade
Biologisch
  • Duurzaam geproduceerde voeding

Fair trade
  • Eerlijk geproduceerd en verhandeld

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Biologisch
  • Bedrijven die biologisch werken, willen zoveel mogelijk de natuur hun gang laten gaan.
  • Ze gebruiken minder of geen bestrijdingsmiddelen (gifstoffen tegen insecten)
  • Ze geven de dieren die ze houden meer ruimte.
  • Minder gif en meer ruimte voor dieren is goed maar levert minder calorieën per hectare op.
Niet-biologisch

Veel calorieën per hectare
Slecht voor de dieren
Wel biologisch

Minder calorieën per hectare
Beter voor de dieren

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fair Trade
Bij Fair Trade krijgt een boer :
- een eerlijke prijs voor zijn/haar product.
- worden werknemers betaalt met een
    goed loon
- zijn er goede arbeidsomstandigheden. 


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel: een chocoladereep kost in de winkel 1 euro, hoeveel geld krijgt de boer hiervan?
A
7 cent
B
25 cent
C
40 cent
D
28 cent

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De boer krijgt 7 cent
De chocoladefabriek krijgt 40 cent
De overheid 25 cent 
De supermarkt 28 cent
Vinden jullie dit eerlijk???

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij van Fair Trade producten?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Mijn ouders en ik kopen bewust fair trade producten?
0100

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben van plan om mijn ouders over te halen om fair trade producten te kopen.
0100

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Zou je later als je zelf geld verdient Fair Trade producten kopen?
JA
NEE

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Zou je Fair Trade producten kopen als het jou meer geld gaat kosten?
JA
NEE

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een stuk grond voor een boer in bijvoorbeeld Peru zo belangrijk?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent Fair Trade voor deze boeren?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom fair trade zo belangrijk voor de boeren?
Zonder een goed inkomen kunnen ze niet investeren in het bijvoorbeeld kopen van een stuk land. De toekomst van hun kinderen hangt af van wat de boeren kunnen opbouwen. Zo kunnen ze de armoede doorbreken. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb jij geleerd,
wat wist je nog niet en nu wel?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Dit heb ik geleerd en dit ga ik doen de tweede les
Internationaal
Ik weet nu:
  • Wat fair trade 
    betekent en waarom het bestaat.
  • Wat het verschil is tussen fair trade en biologisch.
  • En ik kan een eigen keuze maken over het wel of niet kopen van fair trade producten. 
In de tweede les:
Ik kan een pitch voorbereiden voor de school waarin ik hen overtuig van het feit dat ze fair trade producten moeten kopen. De checklist kan mij daar bij helpen.
Een pitch is een toespraak van maximaal 30 seconden waarin je de ander probeert te overtuigen van jouw mening.

Slide 25 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog 9 minuten over, kijk dan naar het volgende filmpje over kleding die fair trade kan worden gekocht!!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Les 2

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fair trade en school
Houdt school zich bezig met ‘fair trade’?
Zou het voor de school mogelijk zijn om 
fair trade-producten te gebruiken in plaats
van andere, soortgelijke producten?



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ideeën??? 
→ fairtrade-voetballen voor gym
→ fairtrade-fruit, -sap en -noten voor in de pauzes
→ fairtrade-koekjes en -snoep voor in de pauzes

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hebben jullie ideeën?

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou school zich meer ‘fair trade’ kunnen maken?
Bedenk hiervoor een plan. Overtuig de directeur van de school dat de producenten beter af zijn door het gebruik van fair trade-producten.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pitchen maar!
Jullie gaan straks een korte pitch voorbereiden voor de
school waarin je de directeur wilt overtuigen om 
fair trade producten te gaan kopen.

Bekijk eerst de checklist!
Verwerkingsopdracht les 2
Uitleg

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een Pitch?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben benieuwd!!!
Je werkt in tweetallen en je gebruikt de checklist zodat je niks vergeet!!

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies