In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
4.4 Bloedvaten
Slide 1 - Tekstslide
Doel van deze les
Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun functies.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Basisstof 4 Bloedvaten
In deze basisstof behandelen we de bloedvaten.
In je lichaam komen drie typen bloedvaten voor:
slagaders
aders
haarvaten
Slide 4 - Tekstslide
Langs welke bloedvaten stroomt je bloed?
Slagaders zijn genoemd naar het orgaan waar ze naartoe lopen.
Aders zijn genoemd naar het orgaan waar ze vanaf lopen
Haarvaten worden genoemd naar het orgaan waar ze in zitten.
Slide 5 - Tekstslide
Soorten bloedvaten
Slagadersvoeren bloed vanaf het hart naar de organen toe
Haarvatenzitten in de organen.
Adersvoeren bloed vanaf de organen terug naar het hart.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Tekstslide
Aders
Aders bevatten kleppen
Kleppen zorgen er voor dat het bloed niet terug kan stromen
Slide 10 - Tekstslide
Slagaders
Het hart pompt het bloed in de slagaders (longslagaders en aorta), naar de organen toe.
De hartkamers pompen het bloed met kracht weg, daarom is de bloeddruk in slagaders hoog.
De slagaders zetten eventjes uit, dit kun je voelen aan de polsslag.
Slide 11 - Tekstslide
Slagader
Slagader vervoert bloed naar de organen TOE
Meestal vernoemd naar het orgaan waar hij naar toe gaat ( nierslagader, longslagader)
Slide 12 - Tekstslide
Slagaders
De meeste slagaders liggen diep in het lichaam, zodat ze niet zo gauw beschadigd kunnen raken.
De wand van slagaders is dik, stevig en elastisch. Ze hebben geen kleppen, behalve de halvemaanvormige kleppen aan het begin van de longslagader en aorta.
Slide 13 - Tekstslide
Ader
Aders vervoeren bloed van de organen AF
Alle aders komen samen in de onderste of bovenste holle ader
Meestal vernoemd naar de organen waar ze vandaan komen (nierader, longader)
Wanden zijn slap en dun en ze hebben kleppen
Slide 14 - Tekstslide
Haarvaten
In organen vertakken slagaders zich in steeds kleiner wordende bloedvaten, hierbij wordt de wand steeds dunner.
Wanneer de wand één cellaag dik is, noem je het een haarvat. Haarvaten vormen in een orgaan een haarvatennet.
Slide 15 - Tekstslide
Functie haarvaten
Zuurstof en voedingsstoffen uit het bloed
Afvalstoffen in het bloed
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Haarvaten
Aders
Welke kenmerken horen bij welk bloedvat?
Sleep de juiste woorden naar de bloedvaten.
Slagaders
Kleppen
Hoge bloeddruk
Liggen dieper in het lichaam
De wand is één cellaag dik
De wand is dik, stevig en elastisch
Bloed stroomt van de organen weg naar het hart toe
Voedingsstoffen en zuurstof, maar ook koolstofdioxide en andere afvalstoffen gaan erdoorheen,
Slide 21 - Sleepvraag
In de afbeelding is C een:
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Rode bloedcel
Slide 22 - Quizvraag
In de afbeelding is A een:
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Aorta
Slide 23 - Quizvraag
bloedvat met de dunste wand
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
Slide 24 - Quizvraag
Welk bloedvat is het dikst en het meest gespierd?
A
haarvat
B
slagader
C
ader
Slide 25 - Quizvraag
Welk bloedvat stroomt vanaf het hart naar alle organen toe?