1KMA Nederlands 25/05/2022

Lezen
timer
10:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Lezen (15 min)
  • Nabespreken opdracht 38 en 39, blz. 196
  • Grondig lezen en herhaling stof
  • Maken opdracht 29, blz. 240

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
Inleiding, middenstuk, slot

Slide 3 - Tekstslide

Doel

- Je weet hoe een tekst is opgebouwd
- Je weet wat een inleiding is en wat hierin kan staan
- Je weet wat een middenstuk is en wat hierin kan staan
- Je weet wat een slot is en wat hierin kan staan

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling
Hoe zat het o
https:
//www.youtube.com/watch?v=n6TgE3aa0cw

Slide 5 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit wat het onderwerp van een tekst is.

Slide 6 - Open vraag

Waar staat de titel en wat vertelt deze je?

Slide 7 - Open vraag

Wat zijn alinea's?

Slide 8 - Open vraag

Wat is een tussenkopje?

Slide 9 - Open vraag

Inleiding - middenstuk - slot
Inleiding = lezer kennis laten maken met het onderwerp. Belangstelling wekken, nieuwsgierig maken. (meestal één, soms meer alinea's) 
Middenstuk = bespreekt het onderwerp uitgebreid en vaak van verschillende kanten (meerdere alinea's)
Slot = afronden van de tekst. Samenvatting of conclusie

Slide 10 - Tekstslide

Wat staat waar?
Kies uit: inleiding, middenstuk of slot

Slide 11 - Tekstslide

introductie van het onderwerp
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 12 - Quizvraag

conclusie
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 13 - Quizvraag

anekdote (= leuk verhaaltje, weetje)
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 14 - Quizvraag

voorbeelden
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 15 - Quizvraag

samenvatting
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 16 - Quizvraag

korte uitleg
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 17 - Quizvraag

afronding
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 18 - Quizvraag

Onderwerp en deelonderwerp

Onderwerp van een tekst:

- een tekst gaat ergens over, dit is het onderwerp van een tekst

- het onderwerp is in één of een paar woorden te noemen


Deelonderwerpen:

- verschillende delen die over het onderwerp gaan

Slide 19 - Tekstslide


HOOFDZAKEN


- meestal aan het begin of het einde

- feiten, jaartallen of eigenschappen


Samenvatting:


alleen hoofdzaken opschrijven

                      

                        BIJZAKEN


  - extra uitleg en voorbeelden


 - maken de tekst leuker, 

    duidelijker en beter te begrijpen

Slide 20 - Tekstslide

Opbouw van alinea's
Alinea's hebben ook een logische opbouw.

De belangrijkste zin staat vaak aan het begin van de alinea:
dit is de kernzin
De rest van de alinea is vaak een toelichting op die kernzin (extra uitleg of een voorbeeld)

Slide 21 - Tekstslide

Hoofdzaken en bijzaken
In een tekst staan belangrijke en minder belangrijke dingen.
De belangrijke dingen noem je hoofdzaken.
De minder belangrijke dingen noem je bijzaken.

Bijzaken kunnen dingen zijn als voorbeelden, herhalingen of uitleg.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe heet de belangrijkste zin van een alinea ook alweer?

Slide 23 - Open vraag

In een kernzin van een alinea staat vaak een bijzaak.
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Een kernzin is vaak de laatste zin van een alinea
A
JA
B
NEE

Slide 25 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Wat?
Opdracht 29 blz. 240
Hoe?
Opschrijven in je schrift
Tijd?
15 minuten.
Klaar?
Ga verder met je leesboek of begin alvast met de boekopdracht
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide