Welke politieke stromingen steunen gelijke rechten en kansen voor vrouwen.
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Feministen
Slide 16 - Quizvraag
Welke politieke stroming streefde naar een normaal loon en goede werkomstandigheden?
A
Liberalen
B
Confessionelen
C
Conservatieven
D
Socialisten
Slide 17 - Quizvraag
De belangrijkste politieke groep in 1848 waren:
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen
Slide 18 - Quizvraag
Welk van deze groepen was een voorstander van democratie?
A
Communisten
B
Socialisten
C
Conservatieven
D
Rechtsnationalisten
Slide 19 - Quizvraag
Welke politieke stroming raakt vanaf 1840 ontevreden over Willem I?
A
De conservatieven
B
De liberalen
C
De socialisten
D
De confessionelen
Slide 20 - Quizvraag
Welke politieke stroming komt op voor de rechten van arbeiders?
A
socialisme
B
liberalisme
C
confessionelen
D
nationaal-socialisme
Slide 21 - Quizvraag
Welke 2 combinaties van politieke stroming, aanhang en politiek leider is niet juist?
A
Liberalisme -hoge burgerij - Thorbecke
B
confessionalisme - hoge burgerij - Scheapman
C
socialisme - arbeiders -Troelstra
D
Feminisme - arbeiders - Aletta Jacobs
Slide 22 - Quizvraag
Welke uitspraak over de verzuiling is NIET waar? De verzuiling ...
A
ontstond in de politiek
B
ontstond in 1917 door de schoolstrijd
C
bestond voornamelijk uit eigen organisaties
D
bestond uit 4 zuilen
Slide 23 - Quizvraag
Een vraag over hoofdstuk 6 Cultuur en mentaliteit na 1945.
Lees eerst de bron.
Wie zagen de katholieken als hun vijand?
A
de confessionelen en de socialisten
B
de liberalen en de socialisten
C
de liberalen en de confessionelen
D
de conservatieven en de socialisten.
Slide 24 - Quizvraag
Deze vraag gaat over politieke stromingen in het tijdvak Burgers & Stoommachines. Welke zinnen zijn juist? 1. De antirevolutionairen streefden naar behoud van bestaande toestanden. 2. De confessionelen waren tegen verlichte ideeën. 3. De conservatieven streefden naar meer gelijkheid. 4. De liberalen streefden naar economische vrijheid. 5. De liberalen waren voor een parlementair stelsel. 6. De socialisten gingen uit van een christelijk geloof.
A
1, 2, 4 en 5
B
2, 3 en 5
C
3, 4 en 6
D
1, 2, 3 en 4
Slide 25 - Quizvraag
A
De confessionele stroming
B
De socialistische stroming
C
De conservatieve stroming
D
De liberale stroming
Slide 26 - Quizvraag
Wat is geen parlementair recht? Recht van..............
A
Interpellatie
B
Amendement
C
Enquête
D
Censureren
Slide 27 - Quizvraag
Een kamerlid komt met een wetsvoorstel. Van welk recht maakt dit kamerlid dan gebruik?
A
Recht van interpellatie
B
Recht van enquête
C
Recht van initiatief
D
Recht van budget
Slide 28 - Quizvraag
Wat is géén taak van de Eerste Kamer?
A
Recht van budget
B
Recht van amendement
C
Recht van enquête
D
Recht van interpellatie
Slide 29 - Quizvraag
Recht van interpellatie heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers
Slide 30 - Quizvraag
Een minister wordt door een kamerlid gedwongen tot een debat. Van welk recht maakt het kamerlid dan gebruik?
A
Recht van interpellatie
B
Recht van amendement
C
Recht van enquête
D
Recht van budget
Slide 31 - Quizvraag
Het recht een minister ter verantwoording te roepen heet:
A
het recht van enquête
B
het recht van interpellatie
C
het budget recht
D
het recht om een motie in te dienen
Slide 32 - Quizvraag
recht om minsiters te ondervragen en ter verantwoording te roepen
2de kamer mag een wetsvoorstel aanpassen of doen.
De 2de kamer mag buiten de regering om zelf onderzoek te doen en mensen onder ede verhoren.
recht om de begroting van het kabinet goed te keuren.
recht van budget
recht van interpellatie
recht van enquete
recht van amendement
Slide 33 - Sleepvraag
Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
D
Geen van alle
Slide 34 - Quizvraag
Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Socialisme
B
Confessionalisme
C
Liberalisme
D
Geen van alle
Slide 35 - Quizvraag
Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Socialisme
B
Confessionalisme
C
Liberalisme
D
Geen van alle
Slide 36 - Quizvraag
Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Confessionalisme
B
Liberalisme
C
Socialisme
D
Geen van alle
Slide 37 - Quizvraag
telefoons in de tas
Slide 38 - Tekstslide
wb nakijken
met nakijk boekje
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Video
Tijd voor de poster
Eigen poster maken, mag dus geen bestaande poster zijn.
Zorg dat alle elementen in de poster zijn verwerkt. Vb poster