M2. H05.04 Deel 2. Nettowinst

Welkom
2 MAVO |  2020-2021


Hoofdstuk 5
Wat levert het op?

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
2 MAVO |  2020-2021


Hoofdstuk 5
Wat levert het op?

Slide 1 - Tekstslide

Brigitte verkoopt schoenen voor €40 per paar met een inkoopprijs van €16.
In januari heeft ze 160 paar schoenen verkocht.

Bereken haar brutowinst (= omzet - inkoopwaarde).

Slide 2 - Open vraag

Lesdoel
Aan het einde van de les kan je de nettowinst van een onderneming uitrekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Naast de inkoopkosten,
welke kosten heeft een
bedrijf nog meer?

Slide 4 - Woordweb

Bedrijfskosten
Alle andere kosten die je maakt om je winkel draaiende te kunnen houden.

Slide 5 - Tekstslide

Brutowinst
Omzet                          (= al het geld dat je ontvangt door verkoop
Inkoopwaarde -       (= wat je zelf voor de producten betaalt hebt)
Brutowinst

Slide 6 - Tekstslide

Nettowinst
Omzet                          (= al het geld dat je ontvangt door verkoop
Inkoopwaarde -       (= wat je zelf voor de producten betaalt hebt)
Brutowinst
Bedrijfskosten -      (= alle andere kosten)
Nettowinst

Slide 7 - Tekstslide

Met je strandtent heb je een brutowinst van €95.000 behaald. De bedrijfskosten zijn €49.000.

Bereken je nettowinst

Slide 8 - Open vraag

Op de radio hoor je dat de brutowinst van warenhuis Het Wespennest is gestegen, maar dat de nettowinst is gedaald.

Wat kan hiervan de oorzaak zijn geweest?
A
Het Wespennest heeft een succesvolle uitverkoop gehad.
B
De personeels en energiekosten zijn gestegen.
C
Er zijn minder klanten geweest.

Slide 9 - Quizvraag

Aan de slag
Maken H5.4
Opdracht 59 t/m 66

Belang van de opdracht:
Oefenen met het berekenen van de nettowinst.

Niet af? Huiswerk!



Slide 10 - Tekstslide